Bart Nijman

‘Arnon Grunberg dreef een wig waar hij een brug had kunnen slaan’

Columnist Bart Nijman ziet dat Dodenherdenking en Bevrijdingsdag zijn gekoloniseerd door vroom sentiment van lafaards die dwepen met ‘fatsoen’ en ‘respect’. Grunbergs provocatie - Marokkanen zijn de nieuwe Joden - sloeg de plank pijnlijk mis.

Bart Nijman

Het voelt ieder jaar iets meer verweesd om Pim Fortuyn te memoreren. Achttien jaar geleden is het immers alweer, het land sindsdien politiek en polemisch nauwelijks vooruitgekomen (eerder het tegenovergestelde), en degenen die de schoenen van de kale professor trachtten te vullen, komen altijd net een maatje of wat tekort in hun verbale voetenwerk. 

Burgers die hem nog ieder jaar actief herdenken, doen zijn nalatenschap ook niet het fraaiste recht – en dan beschrijf ik het beschaafd, want ik geloof in de oprechtheid van hun sentimenten ten aanzien van Fortuyn en diens belofte van politieke verandering.

Toch is het belangrijk om stil te blijven staan bij de naargeestige politieke moord waar altijd een GroenLinks- en PvdA-smaakje aan is blijven kleven, zowel politiek als in de linkse pers. Juist omdat in die achttien jaar niets is gebeurd, nauwelijks iets is verbeterd, en alle sociale en politieke puinhopen waarover Fortuyn polemiseerde –  van islam tot EU – zich nog in geen enkele goed gewortelde tegenbeweging gemanifesteerd hebben in onze samenleving. Terwijl religie en macht altijd seculiere vrijheid en tegenmacht behoeven.

Politieke correctheid heeft zich daarentegen dieper verankerd. Neem Dodenherdenking en Bevrijdingsdag, de dagen voor 6 mei. Ze zijn gekoloniseerd door vroom sentiment van lafaards die dwepen met ‘fatsoen’ en ‘respect’, rekbare begrippen die ze zodanig benauwd definiëren, dat ze zelf niet meer inzien dat de vergelijking die Arnon Grunberg in zijn herdenkingslezing maakte over Marokkanen als de nieuwe Joden een provocatie is die de plank pijnlijk misslaat (een succesvolle Marokkaan zal in Nederland altijd worden toegejuicht, en van politiek georganiseerde Marokkanenhaat is absoluut geen sprake), en die bovendien de verbindingseis tart die de ‘weldenkende elite’ zélf aan Bevrijdingsdag vastgeklonken heeft. 

Grunberg dreef een wig waar hij een brug had kunnen slaan en de gewillige goegemeente onder zijn gehoor begon terstond de kritische kanttekenaars te geselen alsof verbazing over, of verwerping van Grunbergs absurde jodenvergelijking gelijkstaan aan fascistische opvattingen, een wens tot Marokkanenvervolging, of erger.

Onlangs is Volkert van der Graaf, die zijn moorddaad weloverwogen en zonder spijt heeft gepleegd, op vrije voeten gekomen. Zure room, op een taart van poep. Een twitteraar vergeleek het met Jezus’ kruisiging. Niet om Fortuyn heilig te verklaren – alsjeblieft zeg – maar om het onderliggende motief: men wilde liever een vermeende godslasteraar kruisigen dan moordenaar Barabbas, want de ‘godslasteraar’ vormt een grotere bedreiging voor heersende machthebbers.

Fortuyn de godslasteraar, Volkert vrij man. Het zegt alles over Nederland.

Misschien ook voor jou:
Wie denkt Arnon Grunberg wel dat hij is?