Tramschutter Gökmen T. snoof, stal en verkrachtte. Hij was agressief en psychopatisch. Was ie een tijdje van de drugs af, dan kalmeerde hij wat en zocht ie z’n heil in religie. Kaftan aan, kufi op het hoofd en bidden maar. Het duurde echter nooit lang voor ie weer een terugval had en zo pingpongde hij tussen vroom en verdorven. Welke van deze twee ogenschijnlijk tegenstrijdige lifestyles hij aanhing toen ie 18 maart in een Utrechtse tram om zich heen begon te knallen, weten we niet, maar ik twijfel aan de oprechtheid van zijn godsdienstige motief.
Want die gast, dat was natuurlijk gewoon een loser. Een on and off junkie met een bak schulden, door alles en iedereen uitgescheten en met een veroordeling voor verkrachting in het verschiet. Open je in die hoedanigheid het vuur op random ov-passagiers en toevallige passanten, dan zal men zeggen: ‘Die knakker, da’s een sneue randdebiel die ’t leven niet aankan. D’r is iets doorgebrand in die drugsharses van ’m. Wat een in en in zielig figuur.’
Geef je echter een moslim-terroristische draai aan je gewapende mental breakdown, bijvoorbeeld met een haastig gepend ‘Alluha Akbar’-briefje dat je op het dashboard van je vluchtauto kwakt, dan kan je tenminste nog rekenen op het respect van wat kalifaatgekkies en een dikke thumbs up van de eigenhandig vervaardigde wraakzuchtige god in je verknipte kop.
In sommige religies houdt men het idee er op na dat een goed mens zijn een kwestie van boekhouden is: je hebt je deugden, daar trek je je zonden vanaf en dan kijk je wat er onder de streep overblijft. Sta je in de min? Bij de katholieken, bijvoorbeeld, kan je dan door wat onzevaders en weesgegroetjes te prevelen je rekening met de Here vereffenen. Tig hoge mijters die heilig geloven dat ze zo hun kinderspielerei kunnen afkopen en zich ondanks alles zeker wanen van een plaatsje in de hemel, vlak naast God.
Dacht Gökmen T. dat ie z’n gesnuif en gesteel en geweld goed kon maken door wat ongelovigen kapot te schieten? Dat Allah zou zeggen: ‘Nee joh, dat jij je ex verkracht hebt, dat is vergeven en vergeten, want jongens, wat een prachtig mooi bossie dooien heb jij voor me meegebracht! Wacht, ik snij ze effe schuin af en zet ze in een vaasje, oké?’
Wat ie op het moment van de moorden dacht, dat weten we dus niet, maar nu Gökmen T. voor de rechter staat, gaat ie in ieder geval vol op het radicaal-islamitische orgel: ‘Als ik duizend levens had, zou ik ze allemaal aan Allah geven.’ Ja, ja. Ik ben dan wel misschien atheïst, maar ik kan je vertellen, Gökmen T.: Allah geeft geen ene fuck, stuk stront dat je d’r bent. Er is geen god die vergeeft wat jij hebt gedaan en je hebt berenpikkenmazzel dat de hel niet bestaat.