Gert-Jan Segers van de ChristenUnie wist tot grote irritatie van Thierry Baudet (ook geen klimaatwetenschapper, overigens) niet hoeveel deeltjes CO2 er in een miljoen deeltjes zitten. Toch wil hij de uitstoot ervan met grote spoed terugdringen. Is dat raar?
Volgens de ene partij draagt ‘de industrie’ voor 75 procent bij aan de vervuiling. Volgens een andere partij is het 50 procent. Volgens minister Wiebes is het ‘slechts’ 17 procent, maar dat noemt hij natuurlijk nog steeds heel hoog. Maakt dat verschil in interpretatie wat uit?
‘Rob Jetten erkent dat hij zelf vaak vliegt en is juist daarom voor een hogere vliegbelasting. Is dat eerlijk?’
Jesse Klaver vindt het ‘superzonde’ dat er nog geen CO2-belasting voor bedrijven bestaat: GroenLinks en de PvdA zouden die belasting liefst gisteren nog aan de klimaatvoorstellen van Nijpels en Samsom toegevoegd willen hebben. Rob Jetten erkent dat hij zelf vaak vliegt en beweert dat hij juist daarom voor een hogere vliegbelasting is, waarop Geert Wilders de D66’er voor hypocriet uitmaakte: als je genoeg geld hebt om de klimaat-aflaat te kunnen betalen, mag je kennelijk zo veel vervuilen als je wilt. Is dat eerlijk?
Bijna alle partijen zijn het er wel over eens dat ‘het klimaat’ de grootste uitdaging voor onze toekomst is. Premier Rutte turfde ‘misschien wel meer dan honderd zetels’ in de Kamer voor het klimaatakkoord van Ed Nijpels (die op gas kookt en regelmatig naar vrienden in Nieuw-Zeeland vliegt). Maar wie de dader van de vervuiling is, welke weging we daar aan geven, hoe we die vervuilers gaan laten betalen en wat voor gedragswijzigingen er bij de burgers (én de bestuurders) voor nodig zijn om de aarde te redden – daar is nog helemaal niemand het over eens. En de tijd, zeggen ze, dringt.
Gelukkig zijn er nu: de kinderen. De spijbelende scholieren. De reine, onbedorven geesten van hen die de aarde moeten erven. De onbevlekte profeetjes van de planeet, die hun zorgen over de aarde later zwaarder laten wegen dan hun lesmateriaal, en buiten blijven met bordjes in plaats van binnen met boeken.
Zie je wel, zeggen de volwassenen. De jeugd roert zich. Die jongeren ga je toch niet tegenspreken? Daar ga je toch niet cynisch over doen? Want zij erven onze planeet, die toch al niet van ons is, zij zijn de generatie aan wie we de aarde doorgeven – inclusief alle vernieling, verstikking en vervuiling die we aanrichten. We weten niet wat we precies moeten doen, en waartegen of hoe. Maar we geloven er wel in. Voor de kinderen!