Vanzelfsprekend, Herman Brusselmans bestiert in dit blad de Afdeling Beledigingen, en ik pretendeer nergens aan zijn professionaliteit in iemand polemisch onderpoepen te kunnen tippen. Maar die Rob Jetten… Ik weet niet hoe het met u zit, maar de nieuwe fractievoorzitter van D66 trekt, duwt en zuigt al het chagrijn dat ik in me heb naar de oppervlakte.
Nee, dat is niet fair en ook niet netjes. Jetten is een talent, het is knap op zo’n leeftijd zo’n komeet in de Kamer te zijn en hij is ongetwijfeld intelligenter dan ik, veel meer gedreven en hij heeft zijn oog op een duurzame toekomst die ver voorbij zijn eigen levenseinde nog voor de kinderen van onze kinderen leefbaar zal zijn, terwijl ik zelf vaak om kwart over zes op dinsdagavond nog steeds niet weet wat ik om half zes op maandagavond had willen eten.
En wat ziet ie er goed uit! Vierkante, geprononceerde kin, perfect gecoiffeerd ravenzwart haar, dat een toertocht in een klassieke Britse cabrio (die hem ongetwijfeld als gegoten zou zitten) onberoerd zou doorstaan, een ingetogen geaardheid die nergens schreeuwend naar buiten wil maar toch galant opvalt, en een paar heldere ogen die schrander de wereld in kijken. Schrander, ja - voor hem is dat jaren 50-woord uitgevonden.
Rob Jetten is de Clark Kent van de partij die het klimaat op de kaart wil zetten. Een superman in een scherp gesneden kostuum. De groene Übermensch van het politieke midden, het nieuwe gezicht van een partij die zo strontvervelend redelijk probeert te zijn dat het verbeten cynisme er vanaf spat, zoals het glazuur van je tanden springt bij de aanblik van de veel te perfect verpakte Rob Jetten.
Maar godverdomme wat een aanstootgevend kutventje is het.
Hij is perfect, omdat hij van plastic is. Hij is niet echt. Rob Jetten is een robot. Een voorgeprogrammeerde machine die gecodeerd is met pr-bits en soundbytes. Een politieke power-Pinokkio, in een duister hoekje van een dito penthouse tot leven gewekt met een druppel DNA uit een zaadvlek uit het dekbed van Pechtold. Heb je hem al eens in debat gezien? Of in gesprek met de pers? Hij spreekt in lijntjescode. Gemaakt lachje, ingestudeerde oneliner, levenloze aanleerleugens die woekeren met carrièrekanker. Dit is geen volksvertegenwoordiger, dit is een buikspreekpop van zijn eigen belangen, en hij roept een weergaloze antiperistaltische verbale agressie in me op.
Het zal mijn jaloezie wel zijn.