Beste Donald Trump,
Het is al vaker over u gegaan op deze plek. Over uw beleid, of een van uw karaktereigenschappen, die toevalligerwijs allemaal terugkomen in het standaardwerk DSM, het Amerikaanse handboek voor psychische stoornissen.
Wat ik me weleens heb afgevraagd, is hoe iemand met uw woordenschat (die al meerdere malen uitgebreid is onderzocht en uit bleek te komen net onder het niveau van een fifth grader, dus een 10-jarige) de taal en toon vindt om nationale verdriet of rouw te verwoorden. Los van natuurrampen, aanslagen of NRA-rolmodellen die op een menigte schieten, gaat er ook weleens iemand dood door ziekte of ouderdom waar het hele land, zelfs de héle wereld van hield, en wiens betekenis namens die hele wereld door de leider van het vrije deel ervan onder woorden moet worden gebracht. Iemand als Aretha Franklin.
Uw voorganger verwoordde het verlies op Twitter als volgt: ‘Aretha helped define the American experience. In her voice, we could feel our history, all of it and in every shade – our power and our pain, our darkness and our light, our quest for redemption and our hard-won respect. May the Queen of Soul rest in eternal peace.’ Drie zinnen, en alles zit erin. Haar rol in de geschiedenis, haar betekenis voor het land, haar talent, de pijn en de strijd en de zegen die op haar werk rust. Het is een afscheidsbrief, een grafschrift, een eloquente analyse, een lofzang en een liefdevol in memoriam tegelijk.
En toen kwam u. ‘The Queen of Soul, Aretha Franklin, is dead. She was a great woman, with a wonderful gift from God, her voice. She will be missed!’ Dat is na het penseel opeens het botte potlood, en daar de achterkant van. Dat botte ‘is dead’, de onmacht van dat uitroepteken – het leesteken van de schreeuwer, het ontbreken van enige warmte, enige duiding.
Ik zag u op een nieuwszender daarna nog iets over Aretha Franklin zeggen. Het eerste wat u zei is dat ze een paar keer voor u had gewerkt. Geen idee wat u daar mee bedoelde. Ze heeft weleens opgetreden in casino’s van het Trump-concern. Misschien dat. Misschien denkt u gewoon dat iedereen voor u werkt. Misschien was het bedoeld als ultiem compliment: dat uit het feit dat iemand voor u werkt, blijkt dat die wel moet deugen. Geen idee. Ik heb vooral te doen met een volk dat zoveel tijdloze schrijvers, rijke verhalenvertellers en onvergetelijke tekstschrijvers heeft voortgebracht, en het nu moet doen met iemand wiens taal zo arm is.