Vandaag zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Ik ga niet stemmen. Niet vanwege anarchistische of andere anti-autoritaire beweegredenen, maar omdat ik, hoewel ik woonachtig ben in Amsterdam, sta ingeschreven bij m’n ouders in het Hoeksche Waardse Numansdorp.
Ik wil de overwegend rechts-conservatieve dorpelingen niet met mijn links-progressieve stem opzadelen. Vanwege die intellectuele kloof tussen de Randstad en de provincie en zo, weet je wel. Al zou het wel lachen zijn. Stemmen op die ene geitenwollen sok die Zwarte Piet bij de intocht wil verbieden en een vrouwenquotum van 50 procent bij het bestuur van de Oranjevereniging wil instellen. Dat ie dan door die ene stem van mij precies genoeg mandaat heeft voor een zetel in de raad en daar alle refo’s en VVD-boeren gaat lopen trollen. Waarom er geen genderneutrale wc’s zijn in het clubhuis van het lokale chapter van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, bijvoorbeeld.
In mijn ogen is het vaak allemaal wel heel knullig, die gemeentepolitiek. Een beetje zoals Den Haag, maar dan nog amateuristischer. Mensen die de raad uit worden geflikkerd omdat ze hebben gelogen over dat ze weleens in een en dezelfde ruimte waren als Mark Rutte. Maar dan bleek dat later Halbe Zijlstra geweest te zijn. Maar dat was dan om een bron te beschermen, of zo. En wat die knulligheid betreft, is er geen kloof tussen Randstad en provincie. Je hebt tenslotte overal aandachtsgeile mensen die te lelijk zijn om een rolletje in GTST te bemachtigen en te slecht zingen om bij The Voice of Holland de stoelen om te laten draaien.
Gelukkig voor hullie zijn voor de lokale politiek talent en looks geen vereiste. And so the clowns join the circus. Er zitten er ook bij die niet door lijken te hebben dat ze zich in een stad en niet op het platteland verkiesbaar hebben gesteld. So much voor de kloof. Zo wil brilletje Eerdmans van Leefbaar Rotterdam halalslagers uit de havenstedelijke winkelstraten weren. Hierin voelt hij zich gesteund door ‘de bevolking’. De bevolking koopt namelijk nooit eens een lamskoteletje bij de halalslager. De schapen hangen daar maar wat te rotten in die koelcellen. Personeelskosten, winkelhuur en belastingen betalen die halalslagers al jaren uit eigen zak.
Alles om maar in die winkelstraat te kunnen blijven zitten. Alles om Eerdmans en ‘de bevolking’ te narren. (Als Eerdmans het heeft over ‘de bevolking’, dan bedoelt ie natuurlijk de mensen die terugverlangen naar de tijden van Toen Was Geluk Heel Gewoon. U weet wel, het roomblanke Rotterdam van de jaren 50/60, toen de mannen met het laden en lossen in de havens vakkundig hun ruggen sloopten en de vrouwen de godganse dag achter het aanrecht groente, aardappels en af en toe een stukje vlees tot stront stonden te koken.)
Maar misschien moet ik niet zo cynisch doen. Ik heb wat kennissen die her en der lokaal op de kieslijsten staan. Leuke mensen die ook als het geen verkiezingstijd is druk in de weer zijn met het openhouden van dorpsbibliotheekjes, het bestrijden van vervuiling van straten in achterstandswijken, het bijstaan van studenten die worden uitgeknepen door huisjesmelkers en meer van dat soort goede zaken. Ja, misschien moet ik niet zo cynisch doen en toch maar even op en neer naar Numansdorp. Stemmen op die ene geitenwollen sok daaro.