President Recep Tayyip Erdogan heeft Turkse Duitsers opgeroepen om bij de Bondsdagverkiezingen op 24 september niet op CDU, SPD of de Groenen te stemmen. Hij kwam met dit dringende advies omdat hij deze partijen als vijanden van zijn eigen staat beschouwt. Het is een nieuw dieptepunt in de getroebleerde relatie tussen beide landen, van wie de leiders na een reeks incidenten over en weer met krachttaal smijten.
Deze laatste uitspatting van Erdogan illustreert echter onbedoeld een groot probleem waarvoor iedereen al vreesde: zijn landgenoten in het buitenland zijn voor een aanzienlijk deel slaafs en intellectueel volgzaam. De veelbesproken president is al met zijn campagne begonnen voor de cruciale verkiezingen van 2019 en daar heeft hij zoveel mogelijk stemmen uit Europa voor nodig, want die kunnen weleens doorslaggevend zijn.
Na eerdere verkiezingen en referenda is gebleken dat de conservatief-religieuze achterban op ons continent goed vertegenwoordigd is. Hoewel sommigen al drie decennia in Duitsland, Nederland of België wonen, zijn ze nog steeds onvoorwaardelijk loyaal aan de leider van Turkije veel meer dan aan de premier of president van het land waarin ze wonen.
Het stemadvies van Erdogan tekent de minachting die hij voelt voor alle staten die een grote rol hebben gespeeld in de Turkse diaspora. Sterker nog: hij ziet mensen met Turkse roots gewoon als burgers van zijn eigen land, ondanks de plek waar ze op dat moment verblijven. Het riekt een beetje naar de megalomane imperialistische droom die in veel van zijn biografieën terugkomt. Het liefst zou hij het Ottomaanse rijk in iets andere vorm willen herstellen. Uiteraard met een prominente plek voor zichzelf.
Door Turken in het buitenland nu ook van stemadvies te voorzien, verraadt hij lak te hebben aan andere soevereine staten. Inburgering en assimilatie zijn ongewenst. Wie het Turkse DNA heeft, mag wel in het buitenland vertoeven, desnoods een heel mensenleven, maar dat betekent niet dat die persoon aan de tentakels van de Turkse regering kan ontsnappen. We hebben recent gezien dat Nederland en Turkije op diplomatiek niveau met elkaar in botsing kwamen. Het is niet uitgesloten dat we in de nabije toekomst van meer politieke confrontaties tussen beide landen getuigen zullen zijn. Al eerder bleek dat de Turkse president electoraal verliezen leed, waardoor zijn politiek veel harder wordt. Hij kiest voor de polarisatie zodat zijn eigen discipelen kunnen zien met wat voor sterke leider ze te maken hebben.
Het is treurig voor een land dat zo verdeeld is. De liberale minderheid moet boeten voor de machotaal van de reactionaire overheid en krijgt minder voet aan de grond. Het imago van het land loopt steeds meer deuken op, terwijl er voldoende progressieve Turken zijn die helemaal geen belang hebben bij internationale ruzies.
Als er binnenkort weer misstanden zijn rond Turkse Nederlanders dan weten we in elk geval door wie zij worden gevoed. De provocaties worden steeds brutaler. Het is een kwestie van tijd voor de Turkse regering ook aan 500.000 Turkse Nederlanders gaat vertellen op wie zij moeten stemmen. En dan zal een deel nog gehoorzamen ook. Treurig dat het zo ver is gekomen.