Nieuwe Revu sprak deelnemers en betrokkenen over talentenjachten en realityseries uit heden en verleden. Onze conclusie: we worden al dertig jaar genept. In deel 1 van deze vierdelige serie: manipulatie bij de Soundmixshow.
Iedereen bij wie thuis een tv staat, heeft weleens gehoord dat je op de buis lang niet altijd ziet wat je denkt dat je ziet. Of dat je bepaalde dingen expres niet te zien krijgt. Is dat wel fair? Sommigen zullen steigeren bij die vraag en gaan het liefst op tafel staan brullen dat ze besodemieterd worden. Daar zit absoluut een kern van waarheid in. Anderen zullen het verschijnsel dat het er achter de schermen vaak totaal anders aan toegaat dan we in de uitzendingen zien, wegzetten met de dooddoener: ‘Ach, het blijft entertainment en we worden toch vermaakt, wat maakt het uit?’ Zonder een kant te kiezen, ging Nieuwe Revu op onderzoek uit in het wereldje van talentenjachten en realityseries, de programma’s waarvan we doorgaans het meest horen dat er een luchtje zit aan hoe het er backstage aan toegaat. Centrale vraag: bij welke programma’s wordt er het meeste zand in de ogen van de kijker gestrooid?
Vier weken lang ellende
Onze luchtige speurtocht naar vormen van tv-misleiding bracht ons vorig jaar al op het pad van The Voice of Holland. We kregen van zestien kandidaten een zorgwekkend zooitje aan gesuggereerde misstanden te horen. We besteedden er met een onthullend artikel veel aandacht aan en dat zorgde voor nogal wat gespreksstof en zenuwachtige reacties in entertainmentland. Zo zouden programmamakers van TVOH-producent Talpa koortsachtig op zoek zijn naar een dramatisch, liefdevol of emotioneel verhaal achter de deelnemers en dat zowat belangrijker vinden dan hun zangtalent. Ook zou John de Mol zelf een stevige vinger in de pap hebben bij wie door mag en wie niet. Daarnaast zouden uitslagen soms al zijn vastgesteld vóór de optredens. Vrijwel alle kandidaten die we spraken, hadden weleens vernomen dat deelnemers soms worden binnengehaald met mondelinge beloftes of zelfs geldbedragen.
Barrie Stevens: ‘Ik veraf schuwde het als het publiek veel punten aan een dans school gaf die dat technisch niet verdiende’
Maar ondanks alle commotie viert The Voice of Holland (begonnen op 17 september 2010) dit jaar zijn tiende verjaardag. Een heel vroege editie van een dergelijke talentenjacht, waarin het niveau van de deelnemers als eis ook heel hoog moest liggen, was de Soundmixshow (1985-2002). Dat het er pakweg dertig jaar geleden ook al niet zo fris aan toeging in Hilversum, vertellen bedenker en presentator Henny Huisman en jurylid Barrie Stevens deze week in het eerste deel van onze vierluik over kijkersbedrog. Volgende week behandelen we de algemeen heersende angst voor John de Mol onder kandidaten van talentenjachten en realitysoaps. Dan zal blijken dat er achter de schermen bij Big Brother en The Voice Senior niet alleen ontzag, maar ook behoorlijk wat voorzichtigheid en zelfs bangheid leeft. In deel drie, de week erna, komt een pittige tante aan het woord die meedeed aan Bloed, Zweet & Tranen en bij ons in een openhartig relaas allerlei verbazingwekkende misstanden aan de kaak stelt.
In het slotstuk, deel vier, blazen we het stof af van programma’s als De Gouden Kooi, Popstars, Idols, De Bus en Het Orkest van Nederland. Dan komt aan het licht dat we ook hier als kijkers niet zagen wat we dáchten te zien...
Manipulatie bij de Soundmixshow
Als Nieuwe Revu in de zoektocht naar meerdere misstanden of gevallen van kijkersbedrog haar oor te luisteren legt in het soms schimmige wereldje van op kijkcijfersucces beluste realityshows en talentenjachten, krijgen we een uiterst opmerkelijk verhaal te horen van Henny Huisman (68). Hij bedacht in 1985 de Soundmixshow, een zangwedstrijd waarin talenten hun favoriete artiest imiteerden. Huisman zag in deze gigantisch goed bekeken tv-talentenjacht – inmiddels gevestigde – artiesten doorbreken als Gerard Joling, Marco Borsato, Edsilia Rombley, Glennis Grace en Tino Martin. Onderdeel van de show was ook een danswedstrijd, waarover Huisman nu een bekentenis doet die ons de mond doet openvallen. ‘Ik kan dit nu vertellen omdat Peter R. de Vries is gestopt en omdat cold cases alleen nog worden aangepakt als er een moord is begaan,’ grapt Huisman eerst nog. Dan, bloedserieus: ‘Dit is een verhaal dat ik heel graag kwijt wil.’
Vooral doorgaan?
Zijn openbaring heeft voor een groot deel te maken met de bekende uiting ‘vooral doorgaan’ die de Engelse danser en choreograaf Barrie Stevens (75) wereldberoemd maakte in Nederland. In de jaren 80 en 90 was Stevens samen met Jacques d’Ancona een vast jurylid in de Soundmixshow. Waarom zei de homoseksuele Brit nou zo vaak ‘vooral doorgaan’?
Huisman verhaalt: ‘Barrie gaf punten aan de dansscholen. Hij wist vooraf al welke dansschool het beste was en dus zou moeten winnen. Ik vind het heel vervelend om te vertellen, maar het is wel zo. Joop van den Ende en de rest van de productie wilden wel dat de publieksjury echt was. Die konden gewoon punten geven. Barrie moest zelf zijn eigen punten daarbij optellen en het totaal werd gedeeld: dat was het eindcijfer. Dat was een heel rekenwerk voor hem, want hij moest er dus met wat creativiteit voor zorgen dat bepaalde dansscholen op de derde of zesde plaats zouden eindigen en één dansschool eerste zou worden. Daar moest op een gegeven moment een rekenmachine aan te pas komen. Barrie was namelijk wel goed in aftrekken, maar niet in optellen.
Henny Huisman: ‘Barrie was namelijk wel goed in aftrekken, maar niet in optellen’
Sorry voor de woordgrap, maar ik zeg het maar zoals het is. Joop bemoeide zich verder niet met Barrie, maar wist er dus denk ik wel vanaf. Hij vond het ook een gedoe met die lage cijfers, maar dat kwam natuurlijk door de publieksjury die vaak alleen maar hoge cijfers gaf. Het kwam dus voor dat een groep die heel goed had gedanst met een 3,6 van Barrie naar huis moesten. Die keken dan zo ontzettend teleurgesteld, want ze hadden heel erg hun best gedaan en zij wisten niets af van de werkelijke gang van zaken. Omdat Barrie erg begaan is met mensen en deze manier van doen erg moeilijk vond, begon hij vanaf dat moment te zeggen: ‘Een 3,6. Maar vooral doorgaan.’ Zo is dat zinnetje ontstaan. Het hoort bij Barrie en die uiting is zó bekend geworden, dat mensen het tot op de dag van vandaag nog altijd op straat roepen. En niet alleen naar Barrie, maar vreemd genoeg ook naar Jacques en mij.’
Punten met een luchtje
Om te checken of het echt zo ging, nemen we contact op met Barrie Stevens, die ons vriendelijk te woord staat: ‘Ik wil hierover niet liegen. Het verhaal klopt exact. Ik wil wel graag toelichten waarom het op deze manier ging. Ik durf te zeggen dat ik meteen kan zien of een dansgroep iets te bieden heeft of absoluut niet. Het had te maken met het effect van uitstraling dat een dansschool in die tijd kon neerzetten. Soms was het publiek wildenthousiast over de kostuums of over andere visuele aspecten, maar ik vond dat het vooral om de danstechniek moest draaien. Daar was ik enorm alert op, ik vond dat erg belangrijk. Dat bracht mij geregeld in lastige situaties, waarin ik het totaal niet eens was met de publieksjury. Ik weet niet eens meer precies hoe ik het deed, maar ik had een soort systeem, een papiertje met omrekencijfers: als het publiek dít geeft, dan ga ik dát geven. Zo kon ik de uitslag beïnvloeden, waardoor naar mijn mening de juiste beloning naar die dansscholen ging. Of dat eerlijk was?
Vanuit mijn vakmanschap vond ik dat ik de boel in alle redelijkheid een beetje de goede kant op moest duwen, zodat niet de verkeerde dansgroep op de eerste plaats kwam. Ik was daarvoor ingehuurd en was er echt heftig mee bezig; ik verafschuwde het als het publiek veel punten gaf aan een dansschool die dat technisch niet verdiende. Ik wilde bij het geven van lage cijfers niemand afkraken en wilde niet dat de dansers de hoop zouden opgeven. Daarom gaf ik een schouderklopje: “Vooral doorgaan!” Of de kijkers zijn misleid door mijn manier van jureren? Wauw, wat een zware vraag. Ik kan alleen maar zeggen dat ik vanuit mijn vak als danser en choreograaf geloofwaardig wilde blijven en de besten wilde laten winnen. Niet degenen die er het leukst uit zagen of het liefst konden lachen. Het niveau in de dansshows van nu ligt ongelooflijk hoog, ik zou het nu enorm moeilijk vinden om een oordeel te geven. Maar destijds lag het niveau anders, het was veel uitzoekwerk waar het echte talent zat.
Ik heb vanuit mijn absolute oprechtheid gejureerd, ik ben altijd uitgegaan van het standpunt dat de beste dansscholen de meeste punten van mij kregen. De verkeerde mocht van mij niet winnen. Maar inderdaad: het publiek in de studio, de publieksjury en de miljoenen kijkers thuis wisten dit niet. Dat is de waarheid.’
Terwijl het Henny Huisman natuurlijk ging om het vertellen van een aardige anekdote rondom een zin die niet weg te denken is uit de geschiedenis van de Nederlandse showbizz, staan wij met onze oren te klapperen over de bekentenis betreffende deze oplichterij achter de schermen. Zonder conclusies te kunnen of mogen trekken over de manier waarop dit soort liveprogramma’s anno nu worden geproduceerd, vertelt de informatie van Huisman en Stevens ons wel dat de procedures van bellen en stemmen in het verleden niet altijd even eerlijk verliepen. En dat is best schokkend. Want we dénken allemaal dat televisie grotendeels nep is en dat we nooit de hele waarheid te zien krijgen; dat vermoeden leeft ongetwijfeld allang bij de meeste televisiekijkers. Maar geeft het eigenlijk wel écht een fijn gevoel dat we dat nu zeker weten?
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP