Of over die psycholoog en die natuurkundige die ze aan de lsd zette op de Veluwe. Bij Verster kabbelt het leven nooit zomaar voort: ‘Als ik morgen dood zou gaan, wil ik wel zoveel mogelijk hebben gezien en ervaren.’
Lauren, eerst even over je achternaam. Die is voor sommigen een tongbreker. Waar ligt nou de klemtoon?
‘Verstér. Dus niet Vérster, al mag je me ook zo noemen, hoor.’
Waar komt die naam vandaan, wat is de etymologische betekenis ervan?
‘Geen idee. Heb ik nooit uitgezocht. Wel viel me op dat ik deze naam veel in Zuid-Afrika tegenkwam toen ik daar was. De Verster-gevangenis, de Verster-straat, de Verster-school. In Nederland komt ie niet zo vaak voor.’
Onze Hollandse Verster was al heel jong bezig met televisiemaken. Had je iets anders kunnen worden dan presentatrice en programmamaakster?
‘Inderdaad was ik al op de middelbare school bezig bij de lokale televisiezender in Den Bosch, waar ik een jongerenprogramma ontwikkelde. Toen ik naar Amsterdam ging, ben ik gaan werken als officemanager bij een productiemaatschappij: tosti’s maken, facturen uitprinten, wc-papier aanvullen, dat soort dingen. Toen vroegen ze of ik spotjes wilde inspreken; ik was twintig en dat leek me wel wat, dus waagde ik de gok.
Daarna werd ik door Nickelodeon gevraagd of ik een show wilde doen op de rode loper; zo kwam ik langzaam voor de camera terecht. Wat ik anders had kunnen worden... Misschien wat jij doet, schrijven. Ik schrijf makkelijk en vind het fijn; ik ben er eigenlijk beter in dan praten. Regisseren vind ik ook leuk. Ik denk dat ik uiteindelijk toch wel in het vertellen van verhalen terecht was gekomen.’
Daar stond ik, ver dwaald in een hol diep onder Parijs. Ik dacht: ik ga hier dood
Wat vind je daar zo boeiend aan?
‘Ik kan dat niet helemaal verklaren; je wandelt waar je hart gaat. Ik denk dat ik graag wil leren, graag wil ontdekken. En dat kan via verhalen. Zoiets zal het wel zijn.’
Welke rol speelt je uiterlijk bij de kansen die je hebt gekregen?
‘Ik denk best wel een grote rol. Nadat ik wat programma’s had gemaakt bij Nickelodeon, ging ik voor Veronica het programma Lauren Verslaat maken, waarvoor ik met oorlogsfotografen meeging over de wereld. Dat was mijn eigen idee. Ik denk dat ik bij Veronica terecht ben gekomen omdat ik wel in hun profiel paste, zo van: lang blond haar, grote ogen, die kun je ook wel op een motorkap zetten. Zelf had ik andere plannen dan op die motorkap liggen, dus ik ben ideeën gaan pitchen waarvan ze zeiden: “Leuk bedacht, ga maar maken.” Als ik daar nu op mijn veertigste op terugkijk, denk ik: best wel goed gedaan allemaal. Ik ben in staat geweest om iets anders te doen dan de verwachting was.’
Je hebt veel enge dingen gedaan in je reportages. Ben je weleens bang?
‘Ja, ik ben heel vaak bang. De laatste tijd wel minder.’
Kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin je angst voelde?
‘We zijn beschoten in Colombia en in El Salvador; bij bendes geweest waarvan de leden stoned waren en met messen zwaaiden. Maar de laatste keer dat ik bang ben geweest, was ook meteen de meest heftige. Het is nog niet zo lang geleden, ik denk anderhalf jaar. In Parijs gingen we voor mijn programma Lauren! met een gids mee in het ondergrondse gangenstelsel onder de stad. Een deel daarvan is opengesteld voor toeristen. Op een plein draaiden we een putdeksel open en met een trap moesten we naar beneden. Ik was er slecht op gekleed met m’n cowboylaarzen. Het was hartstikke diep, gladde trap, niet gezekerd, pikkedonker en overal water. Je hebt een kaart nodig om er niet te verdwalen; dat hele gebied is eigenlijk verboden gebied. De gids was echter zo lam als een toeter, stonk naar wodka en leidde ons niet goed. Het werd op een gegeven moment zó smal dat we lange stukken moesten buikschuiven en zelfs vast kwamen te zitten. We kropen met z’n zessen achter elkaar en konden niet meer terug. De gids was ineens weg. Daar stond ik metersdiep in een donker hol onder Parijs met een klein lampje, verdwaald en de telefoon had geen bereik. Niemand wist waar we waren en die gast kwam niet meer terug. Inwendig was ik aan het foeteren op mijn collega thuis die de research gedaan had: hoe kon ze ons nou ondergronds meesturen met een dronken Fransman die geen idee had wat hij aan het doen was? Ik dacht: ik ga hier dood. Op het smalste stuk moesten we drie kwartier kruipen – als een slang hè, dus helemaal languit – en kwamen er groepsleden voor én achter mij klem te zitten. Vréselijk. De regisseur probeerde wat liedjes te zingen om ons een beetje te kalmeren. Gelukkig zijn we op een soort open plek iemand anders tegengekomen, zij bleek een collega-gids van die dronken gast en was naar ons toegekomen. Die vrouw was echt zo’n explorer met een goede lamp en een goede kaart. Ze verbaasde zich over de rare route die we hadden genomen. De volgende dag zijn we nóg een keer gegaan. Maar toen gingen we met die vrouw, in haar hadden we alle vertrouwen. We zijn toen zelfs nog ondergronds blijven slapen in een hangmat. De geluidsman had overal zijn hoofd gestoten, het bloed droop eraf. Ja, op sommige momenten heb ik wel gedacht: waar ben ik in godsnaam mee bezig?’
Kogels die je om je oren vliegen, doodsangsten uitstaan in ondergrondse tunnels; waarom ga je niet gewoon lekker Lingo presenteren?
‘Dat zou ik helemaal niet kunnen. Dan dwaal ik waarschijnlijk de hele tijd af en moet ik me constant afvragen wat voor antwoord die kandidaat nou ook alweer gaf. Ik kan me daar vast niet op concentreren.’
En als een bendelid je zwaarbewapend vertelt over het drugskartel waar hij voor werkt, ben je wél geboeid en getriggerd?
‘Het is de rijkheid van het leven, de verwondering. Er gebeurt zo ontzettend veel op onze planeet. Ik wil zoveel mogelijk proberen te ervaren, van het ene uiterste naar het andere, dat heeft me altijd wel geboeid, ja. Het verhaal van zo’n bendelid dus ook.’
Voor jou dus geen studioprogramma?
‘Studioprogramma’s kunnen heel leuk zijn, het hangt van het onderwerp af. Ik heb voor de AVROTROS live studioprogramma’s gedaan. Wat ik daar wel lekker aan vond, is de adrenaline van het moment en dat de klus in een uur geklaard is. Voor mijn reportageprogramma’s ben ik vaak dagen onderweg, compleet met reizen en jetlags, en dat voor een half uur uitzending. Ik hoef niet per se ver weg of gevaarlijk te doen; als het onderwerp interessant is, wil ik het gerust in een studio behandelen.’
Heb je extra vaak op je telefoon gekeken toen de presenteerkoppels voor de talkshow Op1 werden samengesteld?
‘Nee. Ik heb er niet eens aan gedacht dat ik daar kandidaat voor kon zijn. Het was ook niks voor mij geweest. Ik ben helemaal niet zo geïnteresseerd in actualiteiten. Het is allemaal zoveel herhaling van de waan van de dag, mijn interesse ligt daar niet zo.’
Verbaast het je dat je ex-vriend Jort Kelder het wel doet?
‘Nee, want hij is daar ontzettend goed in. De actualiteit heeft zijn volle interesse. Ik herinner me van de tijd dat ik met hem samen was dat hij vijf kranten op een dag leest. Hij weet alles, hij heeft overal een mening over, hij is goed ingelezen. Hij vindt het ook fijn om over veel dingen te kunnen meepraten en zijn mening erover te geven. Ik heb eigenlijk heel vaak helemaal geen mening.’
Dat is toch niet waar?
‘Toch wel. Soms lijkt het wel dat je pas bestaat of meetelt als je een mening hebt. Maar ik vind het hebben van een mening vaak heel voorbarig. Mensen hebben soms maar heel beperkte informatie en dan vinden ze alweer van alles. Dan heeft iemand iets opgevangen of gelezen en dan vindt diegene daar meteen al wat van; dat is toch eigenlijk gewoon heel dom? Ik vind vaak helemaal niks, omdat ik dan denk: wat heb ik te vinden? Als ik iets niet zelf heb ervaren of me er echt in heb verdiept, sta ik niet vooraan om daar mijn mening over te verkondigen. Net zomin kan mij de mening van anderen, die geen specialist of expert zijn op het betreffende gebied, erg weinig schelen. Ik denk dat mij dat een uiterst ongeschikte host van Op1 zou maken, haha.’
Je werkt nog wel voor de NPO, toch?
‘Zeker, maar niet meer in vaste dienst. Na negen jaar vaste dienst ben ik freelancer geworden. Ik maak tegenwoordig losse, op zichzelf staande afleveringen. Ik heb veel vrijheid in de onderwerpen die ik voorstel; ik ben altijd op zoek naar het laten zien van mooie verhalen.’
Je freelancerschap geeft je ook de vrijheid om eigen dingen te maken. Wat is Wonderhood.nl precies?
‘Ik heb een platform opgericht vol nieuwsgierige wetenswaardigheden. Ik vond dat er zoveel toffe verhalen op straat liggen en er zijn zoveel dingen waarover ik me verwonder... Die kunnen bij de NPO soms niet direct een plekje krijgen, omdat het daar meteen een item van 35 minuten moet worden. Sommige onderwerpen zijn gewoon kleiner, compacter, maar wel verbazingwekkend of verwonderend. Die breng ik nu zelf in beeld en ik deel ze op mijn nieuwe site. Het is een platform met korte video’s die ik brainsnacks noem: toffe, rare, mooie of verbazingwekkende mini-reportages.’
Wat is je verdienmodel?
‘Doorgaans ga ik eerst voor passie en dan kijk ik later of ik er wat mee kan verdienen. Ik geloof dat als je doet wat je echt leuk vindt, er altijd een deur zal opengaan. En zo is het ook altijd gegaan bij mij. Ik ben televisie gaan maken uit passie en toen ging ik er vanzelf geld mee verdienen. Ik gaf uit passie lezingen over het stellen van de juiste vragen en nu word ik er officieel voor geboekt. Nu bied ik mijn video’s sinds begin november gratis aan op Wonderhood.nl. Daar had ik gewoon zin in, het geeft me enorm veel energie. Ik ken superveel rare, gekke, bijzondere mensen en scenes in binnen- en buitenland. Ik kan monteren, spotten, research doen, dingetjes schrijven en mijn vriend is cameraman; ik heb alles in huis om het zelf te maken. Ik maak wat ik leuk vind, wat me triggert, wat me boeit en waar ik anderen mee hoop te kietelen, verbazen en verrassen.’
Hoe zorg je ervoor dat mensen naar je platform komen?
‘Ik vertel erover in de media en heb me aangemeld op Instagram, wat ik zelf nogal vreselijk vind. Ik heb er een haat-liefdeverhouding mee; ik vind het wel leuk om even te kijken, maar het trekt me ook steeds weer weg uit het moment. Ik zit steeds maar op die telefoon en mis het leven daardoor, is mijn gevoel. Ik heb eigenlijk vooral een account genomen om Wonderhood.nl te promoten. De behoefte om de hele dag foto’s van mezelf te maken, van mijn outfit of van mijn lunch, voel ik totaal niet. Ik vind het veel leuker om wonderlijke dingen te delen, waar ik zelf nog even langer over na zou willen denken. Iets totaal nieuws of dingen die ik nog niet wist. Dat doe ik dus op mijn platform: allemaal korte reportages, zoals ik op tv doe, over onderwerpen die me verwonderen en inspireren.’
Geef eens een voorbeeld.
‘We doen best veel leuke dingen met wetenschappers. Bijvoorbeeld een item met Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde en bijzonder hoogleraar kosmologie. Aan hem hebben we korte scènes voorgelegd uit beroemde films, van Blade Runner tot Alien. Heel kort vertelt hij wat daaraan kan kloppen en wat niet. Behalve dat hij reageert op filmfragmenten gaat hij ook in op de vraag of we nog buitenaards leven gaan meemaken, of er wormholes bestaan, of je door de tijd kunt reizen en hoe ver we daarmee zijn. En dat allemaal behapbaar en klein verteld. Dit betreft dan een gefilmd onderwerp, maar we hebben ook artikelen en podcasts over geschiedenis, toekomst, filosofie, psychologie, maar ook over bijvoorbeeld de rekbaarheid van je brein.’
Hoe rekbaar is jouw brein?
‘Mijn brein heb ik niet getest; ik heb een experiment gedaan met een psycholoog en een natuurkundige. Die hebben tijdens een wandeling op de Veluwe lsd genomen. Het zijn slimme, leuke en interessante mannen. En ze kijken wat die lsd doet; kun je er bijvoorbeeld sommen mee oplossen die je nuchter niet snapt? Krijg je antwoord op bepaalde levensvragen? Ze weten er ook best veel vanaf, bijvoorbeeld dat je in je hersenen andere verbindingen maakt. Andere hersengebieden gaan met elkaar connecten, waardoor je andere ingevingen krijgt. Zo’n trip duurt ongeveer twaalf uur, ze hadden flink wat ingenomen. Het experiment berustte niet op de vraag wat er gebeurt als je lsd neemt, zoals in Spuiten & Slikken, maar de vraag stond centraal of je er concreet iets aan hebt en of je je brein nog iets kunt oprekken. Krijg je antwoorden op concrete vragen, bijvoorbeeld over wat je met je liefdesleven of je werk moet doen? We gaan dat ook nog met paddo’s doen en ik ga zelf nog mediteren op mdma bij een zenboeddhist. Dan schijn je helemaal in je intuïtie te komen.’
Je hebt je broer en zus toch ook al eens aan de paddo’s gezet?
‘Ja, in mijn achtertuin. Dat was ook om te kijken wat er allemaal los zou kunnen komen. Verandert je gevoel over elkaar en je familie? Er kwamen meer psychologisch-emotionele dingen los in die trip. Heel apart, haha.’
Je doet zelf niet gezellig een rondje drugs mee tijdens die experimenten?
‘Lsd vind ik eng. Ik heb het zelf ook nog nooit gebruikt. Ik ken mensen in mijn omgeving die er best wel koekeloerie van zijn geworden. Eén vriend is er een half jaar in blijven hangen en bij een andere kennis is het niet helemaal lekker gegaan in z’n hoofd. Psychotische trekken. Ik vind het wat te spannend, die psychedelica. Ik ben er overigens geen tegen- of voorstander van; ik ken ook mensen die er heel goed op gaan.’
Heb je nooit gekke drugs gebruikt?
‘Een paar keer paddenstoelen en weleens ayahuasca, dat zorgt voor een sterke roes met hallucinaties en visioenen; je ziet dan allemaal dingen in jezelf, het is wat spiritueler.’
Iets heel anders: je bent in januari bevallen van je tweede kindje. Hoe vind je je huidige leventje vol verantwoordelijkheid en moederschap?
‘Ik vind het moederschap echt fantastisch! Het geeft me zoveel liefde, zoveel basis en zoveel rust.’
Rust? In hoeverre kun je makkelijk rust vinden met een baby en een peuter?
‘Sinds ik met mijn vriend Jasper een gezin heb gesticht, voelt mijn leven wat steviger, alsof er meer basis is. Intern geeft me dat rust. Ik had voorheen best vaak een tamelijk leeg gevoel, zo van: er zijn zoveel mensen op de wereld, wat voeg ik daar eigenlijk aan toe? Maar dat is nu met mijn dochtertjes Leentje van twee en Meggy van elf maanden veel duidelijker geworden.’
Vind je dat je door je moederschap meer toevoegt aan de wereld?
‘Dat niet, maar door het hebben van een gezin en het uitbreiden van een familie voel ik die vroegere onbestemdheid veel minder.’
Lsd vind ik eng. Ik ken mensen in mijn omgeving die er best wel koekeloerie van zijn geworden
Is het dan een gevoel van zingeving dat je ervaart? Heeft je leven meer zin sinds je moeder bent geworden?
‘Nee, dat is het ook niet. Zingeving heb ik altijd wel ervaren, door het leven op te zuigen en te kijken wat er allemaal is. Ik kan heel erg genieten van wat er allemaal bestaat. Als ik morgen dood zou gaan, wil ik wel zoveel mogelijk hebben gezien en ervaren; daarom zet ik mijn zintuigen altijd zo wijd mogelijk open. Ik vind de wereld waarin we leven überhaupt erg wonderlijk. Maar je vergeet vaak om naar de natuur te kijken. De bomen, de wolken, het is eigenlijk allemaal zó fantastisch. Mensen zitten vaak en te veel in hun eigen hoofd. Ik ook, hoor. Maar als je er even bij stilstaat, dan is dit leven met al dat moois om ons heen en dat we dat op deze manier mogen meemaken al waanzinnig genoeg. Soms had ik bij het zien van zoveel moois en zoveel mensen het gevoel van: wat maakt het eigenlijk uit dat ik er ook ben? Het is meer dat ik me heel klein en kwetsbaar voelde. Maar dat is met het hebben van kinderen wel veranderd.’
Je praat over je moederschap als een rijke aanvulling, als rijkdom. Ben je financieel eigenlijk ook rijk?
‘Ik ben qua geld niet rijk, maar ik heb wel alles wat ik nodig heb. Bij Veronica heb ik veel geld verdiend; bij een commerciële omroep verdien je meer dan bij de NPO. Ik woonde in mijn Veronica-tijd ook ergens driehoog-achter in een kleine ruimte in Amsterdam, dus ik heb weinig uitgegeven en veel gespaard. Veel daarvan heb ik in onze woonboot gestoken, dus we hebben een lage hypotheek. Ik heb nu dus meer te spenderen, vrijwel alles wat ik verdien, zou ik ook kunnen uitgeven.’
Waarom wonen jullie eigenlijk op een woonboot? Is dat praktisch met twee jonge kids?
‘We hebben er zelf helemaal ons eigen fijne plekje van gemaakt: lekker aan het water, veel groen om ons heen, een grote tuin erbij. We hebben overal glazen platen aangebracht, waar onze kinderen niet overheen kunnen. We hebben alles veilig en goed dichtgetimmerd, al blijft het met jonge kinderen natuurlijk altijd goed opletten. Maar dat is overal zo, ook in een woonwijk, bij een park of langs een drukke weg. Opgroeien op en rond een woonboot is denk ik voor onze dochtertjes best een leuk extraatje. En het gevoel van vrijheid, dat wilde ik altijd al heel graag.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- Andries Jelle de Jong