Premium

‘Ik heb veel vrijheden ingeleverd’

Ze was columniste voor onder meer GeenStijl, maar inmiddels zit Annabel Nanninga (43) voor Forum voor Democratie in de gemeenteraad van Amsterdam, in de Provinciale Staten van Noord-Holland én in de Eerste Kamer.

Annabel Nanninga

Nadat ze vorige week is bevallen van een zoontje, keert Nanninga binnenkort terug van zwangerschapsverlof. ‘Ik ben niet van plan om zestien weken zonder telefoon in een babywolk te zitten.’

Of je je nog een keer wil distantiëren van het geflirt van je partij met totaalwappies als Willem Engel en Lange Frans?

‘Iedereen mag van mij overal een mening over hebben, maar als je als politieke partij in dit debat zit, vind ik het niet handig om in je eigen uitingen mensen uit te nodigen wiens mening net zoveel waard is als de yogaleraar of de groenteboer. Dat heb ik ook in de gemeenteraad gezegd, en dat wil ik hier best herhalen. Je kunt vraagtekens zetten bij mondkapjes of andere maatregelen, maar ik vind het niet handig om daar mensen bij te betrekken die vooral een goeie dansleraar zijn of veel volgers op YouTube hebben. Ik ben zelf al jarenlang lid van de Vereniging tegen Kwakzalverij en een groot voorstander van vaccinaties. Bij ons thuis is iedereen gevaccineerd, tot de katten aan toe. Dus met de anti-wetenschappelijke standpunten van Willem Engel wil ik zelf niets te maken hebben. Maar we zijn als partij geen monolithisch geheel waarin iedereen hetzelfde moet denken, we zijn D66 niet.’

Je mag van alle prominenten van een partij toch wel verwachten dat ze het over een paar essentiële zaken eens zijn?

‘Zeker, over essentiële zaken. Als ik voor open grenzen zou zijn, of “meer meer meer” Europa zou willen, dan moet je je afvragen waarom ik bij deze club zit.’

Je noemde net D66: is dat de partij waarvan het gedachtengoed het verste van je af staat?

‘Ik vind dat ze helemaal géén gedachtengoed hebben. Het is een lauwe Brinta-partij. Je kán er niet eens heel erg tegen zijn, want zoveel zeggen ze niet. Ik zie wel dat daar het groepsdenken heel sterk is, en het veel moeilijker is om daar individueel of eigenzinnig te zijn. Wat ook wel veilig is, want je hebt dan ook nooit mensen die af en toe iets raars roepen, of op hun bek gaan. Maar ik vind dat dat kleurloze middelmaat oplevert. Frits Bolkestein, Pieter Omtzigt: er zijn voorbeelden van mensen die uiteindelijk met de partijlijn meestemmen, maar wel met behoud van veel meer eigenheid.’

Inmiddels komen veel raadsleden toch tot de verrassende conclusie dat ook de leden van Forum met twee woorden spreken en geen baby’s eten bij het ontbijt

Een paar jaar geleden weigerde Sylvana Simons van Bij1 om tijdens een universteitsdebat rechtstreeks met jou in discussie te gaan. Hoe gaat het inmiddels met het scheiden van politieke standpunten en voorkeuren?

‘Zo kinderachtig vond ik dat. Ik kan het zelf heel goed scheiden. Ik kan in een debat keihard aangevallen worden en daarna geen probleem met jou hebben, even los van persoonlijke voorkeuren. Als de vergadering is gesloten, is bij mij de lei weer schoon, ik heb geen last van wrok. Maar er zijn veel rancuneuze mensen in de politiek die dat niet kunnen. Er is een stadsdeelvoorzitter die weigerde met ons in een café te staan, omdat hij geen bier wil drinken met “fascisten”. Met Sylvana Simons zelf kan ik in de wandelgangen gewoon een praatje maken, maar die maakt dan wel net te vaak een grapje over dat haar fractie dat maar niet moet horen. De meeste mensen van Bij1 zijn wel normaal, maar laatst was er een die niet naast me wilde zitten. Of zo’n Rutger Groot Wassink van GroenLinks, die weigerde ons te feliciteren met onze verkiezingsuitslag, zoals wij dat wel bij hem deden. Ik snap het echt niet, ik vind dat ook heel links. Niet om te katten op de overkant, maar linkse mensen hebben veel eerder dan rechtse mensen deze neiging.’

Je bent inmiddels fulltime politica. Bevalt dat?

Meer dan fulltime, meestal. Ik heb er erg aan moeten wennen, ik heb veel vrijheden ingeleverd. In het begin heb ik me afgevraagd of dit nou echt effectiever is dan mijn werk als publicist, maar op een gegeven moment merkte ik dat de vorm die bij politiek hoort – al die procedures, niet meer alles kunnen zeggen, niet elke vorm van zwarte humor overal kunnen inzetten – inderdaad wel beperkend werkt, maar je ook beter maakt: zuiverder in je denken, beter in staat hoofd- en bijzaken te scheiden, niet meer te schieten op alles dat beweegt. Dat is ook wel weer een voordeel van een kleine fractie: je kúnt je gewoon niet met ieder viaduct in Buitenveldert bezighouden, je móét kiezen.’

Met Ronald Plasterk heb je gemeen dat je overstapte van een leven als columnist naar een leven in de politiek. Je hebt ook met hem gemeen dat je nog steeds met citaten uit je columns om de oren wordt geslagen: van je ‘dobberneger’ tot je tweet tijdens Dodenherdenking.

‘En ik blijf geduldig de context daarvan uitleggen. Maar dat wist ik ook van tevoren, dat heb ik ook meteen tegen Thierry Baudet gezegd toen hij me vroeg. Kijk, ik heb nooit lijken in de kast gehad: er duikt niet opeens iets raars op.’

Je hebt dus nooit iets verwijderd?

‘Dat heb ik júíst niet gedaan, want ik woon al een tijdje op internet en ik weet dat je er uiteindelijk niets kunt verwijderen. Je kunt mijn columns grof of smakeloos vinden, maar ik heb er niets over te verbergen, ik weet hoe ik het schreef, en waarom. Ook voor kiezers vond ik het helder: je weet waar je op stemt. En dat vijandjes uit den treure met die citaten komen aanzetten als een oude demente labrador met een bal: dat moeten ze lekker doen.’

Het verweer van Plasterk was altijd: dat was toen, dit is nu. Toen was ik columnist, nu ben ik politicus. Andere verantwoordelijkheid, andere taal.

‘Dat is het hele antwoord. Kijk, als ook je ideeën zijn veranderd, dan kunnen mensen daar vraagtekens bij zetten. Maar natuurlijk verandert met je functie ook je toon. Je praat tegen je moeder toch ook anders dan tegen je vriendin? En je wilt iets anders bereiken. Als columnist wil je mensen aan het lachen maken, of juist boos maken. Daartoe wil je soms juist op de grens gaan zitten, waar dat als politicus vaak juist contraproductief is.’

Moest je daaraan wennen?

‘Soms schiet me nog weleens een columnisten-grap te binnen, dus die maak ik dan maar niet. Of die vertel ik tegen de kat.’

Een verschil met de Eerste Kamer en Provinciale Staten waar je ook in zit: in de gemeenteraad van Amsterdam vallen jullie enorm op. Jullie zijn rechts, in een uitgesproken linkse stad en dus ook raad.

‘Héérlijk. Echt ideaal om als nieuwe partij oppositie te voeren in zo’n klimaat. Veel andere partijen stellen zich vijandig op. Er liepen andere gemeenteraadsleden mee in demonstraties waar werd opgeroepen mijn partijleider dood te schieten, en waar mijn gezicht op borden stond met een doel erop. Maar inmiddels komen veel van die raadsleden toch tot de verrassende conclusie dat ook de leden van Forum met twee woorden spreken en geen baby’s eten bij het ontbijt. We hebben nooit de illusie gehad dat we in Amsterdam ons volledige programma konden uitvoeren, we wilden vooral bezien hoe vatbaar andere partijen zijn voor redelijkheid. We zitten in een soort hol van de leeuw waarin van alles dat volgens ons en onze achterban volledig logisch is met alleen maar morele paniek en ideologische verblindheid tegemoet wordt getreden. Ik hoef hier maar naar buiten te lopen en tegen een boom te schoppen, of er valt laaghangend fruit uit. Dat moet je wel een beetje leuk vinden. Soms vind ik dat niet, dan vraag ik me af: hoe kunnen jullie dit laten gebeuren? We hebben hier in Amsterdam bijvoorbeeld een klein vlootje van antieke salonbootjes. Die kun je dan boeken, om te dineren tijdens een tochtje door de grachten. Niemand heeft daar last van, echt niemand. Zelf de grachtenbewoners niet, die alles verschrikkelijk vinden, en advocaten zijn of hebben. Maar de nu vertrokken wethouder Sharon Dijksma heeft tóch bedacht dat die bootjes een probleem zijn dat er niet is, gesteund door GroenLinks en de PvdA. En nu moeten die reders, die een paar jaar geleden allemaal tienduizenden euro’s hebben geïnvesteerd om die bootjes elektrisch te maken want uitstootvrij, die nooit voor overlast zorgen en alleen maar positief bijdragen aan het straatbeeld, opeens loten voor een vergunning. Als ze die niet krijgen, dan zijn ze hun in tientallen jaren opgebouwd bedrijf in één klap kwijt. En waarom? Omdat dit linkse college nu eenmaal een teringhekel heeft aan winst maken, aan succes, aan ondernemen.’

Dat is toch een groteske gevolgtrekking?

‘Nee hoor, dat is de benoeming van een tendens. De coalitiepartijen in Amsterdam hebben een sterkte antikapitalistische houding, de SP zegt dat gewoon zelfs letterlijk, en hun houding ten opzichte van die bootjes is daar een van de vele symptomen van. Net als milieueisen die van Amsterdam een rustoord met een enorme biodiversiteit maken. Ik vind de grutto ook best lief, maar die hoef ik niet in de Linnaeusstraat te hebben. Ik kan best lachen om een debat over inclusieve soep die tijdens de raadsvergaderingen moet worden geserveerd, of om een serieus debat over menstruatie-armoede, of over ambtenaren die serieus verplicht diversiteitsspelletjes moeten spelen. Maar dit vind ik echt frustrerend. Net als dat heel rare denken in alleen maar termen van macht en slachtofferschap, waarbij er niet alleen gelijke kansen moeten bestaan, maar ook gelijke uitkomsten. Want zelfs ongelijkheid in uitkomst is een onrecht geworden. Dan krijg je dus gekkigheden als quota, als blijkt dat het aantal niet-westerse ambtenaren in bepaalde regionen te laag is. En ik zie het als mijn taak om de rest van Nederland duidelijk te maken dat dat bij jou in Appelscha, Haaksbergen of Zwolle straks ook allemaal gaat spelen. Het lijkt allemaal zo logisch: dan maak je die Pieten toch blauw, wat maakt dat uit? Dan laat je die moskee toch af en toe die gebedsoproep doen, wie heeft daar nou last van? Dan geef je die negerzoen toch een andere naam, wat kan jou dat nou schelen?’

Er gáát toch ook niets verloren aan de Nederlandse cultuur als we een negerzoen een andere naam geven?

‘Dit is precies het probleem: het is gemakkelijk belachelijk te maken. Maar het gaat om de onderliggende premisse, die uitgaat van een schuldvraag of machtsverhouding die gewoon niet aan de orde is. Als je alles met die verf schildert, dan eigent de woke-beweging zich steeds meer macht toe op allerlei terreinen, terwijl ze ondertussen veinzen een onderdrukte machteloze te zijn.’

Jij gelooft niet dat mensen werkelijk gekwetst kunnen worden?

‘Het frame is dat dat gevoel onontkoombaar is. In persoonlijke relaties kun je natuurlijk gekwetst worden, maar je bent toch niet goed bij je hoofd als je gekwetst kunt worden door een reclameposter of een film? Gekwetst zijn is in dit soort gevallen een keuze. Als je moet huilen omdat iemand je geloof beledigt, is dat geloof kennelijk niet zo stevig.’

Nu is niet iedereen in staat om zoveel van zich af te laten glijden als jij kennelijk kan.

‘En dan moet de hele samenleving zich schikken naar dat onvermogen? Dat gekwetst zijn is in negen van de tien gevallen een politiek voorwendsel. Al die kindertjes die opeens gekwetst waren door Zwarte Piet, net als al die vroegwijze kinderen die opeens zo verdrietig zijn om vlees, of tot voor kort om Trump. Maar hé, laat ik het eens nuanceren, doe eens gek: laat het zo zijn dat je inderdaad gekwetst bent. Dan nog steeds kun je niet van anderen eisen dat ze daar rekening mee houden.’

Maar kun je het wel aan ze vrágen, vind je? Als iemand moeite heeft met het gebruiken van ‘kanker’ als stopwoord, en jij gebruikt dat woord in iedere zin, kan diegene jou dan wel verzoeken daarmee op te houden?

‘Ik vind dat woord ook niet fijn, en als ik bij diegene thuis ben, vind ik dat een normale vraag. Als ik naar een moskee ga, mag ik daar ook het verzoek krijgen een hoofddoekje op te doen. En ik zeg ook niet de hele tijd “godverdomme” in de buurt van iemand die heel gelovig is. Dat is allemaal een kwestie van beleefdheid, van rekening houden met elkaar. Maar dat is iets anders dan gedrag van anderen afdwingen op basis van een premisse van “schuld”.’

Amsterdam had een groot probleem met toeristen: te veel, en de verkeerde. Jullie hadden in je verkiezingsprogramma een verdubbeling van de toeristenbelasting staan. Corona heeft dat probleem drastisch opgelost: er zijn nauwelijks nog toeristen in Amsterdam. Maar nu blijkt dat te leiden tot minder inkomsten voor de stad.

‘Als jij in het centrum van Amsterdam gaat wonen, moet je een beetje kunnen slikken. Ga niet op de Nieuwmarkt boven een café wonen als je vervolgens steeds klaagt over het geluid. Maar dat toerisme is voor veel Amsterdammers wel degelijk een reëel probleem: niemand wil een roede kotsende Engelsen in zijn portiek. Het college past nu onder meer de cruiseschepen aan, maar wie zitten op die schepen? Bejaarden met geld. Die kotsen jouw portiek niet vol, die gaan naar het Van Gogh en de Keukenhof. Moedig dat toerisme juist aan, die mensen willen ’s avonds juist naar een goed restaurant. Deze stad stevent, ook door corona, op een enorme financiële crisis af, want we zijn economisch heel afhankelijk geworden van dat toerisme. En je kunt ze wel proberen te spreiden door een mooi theater in Nieuw-West neer te zetten en het Muiderslot Amsterdam Castle te noemen en Zandvoort Amsterdam Beach, maar het gros wil de grachtengordel zien, het Rijksmuseum en het Anne Frank Huis. Handhaving in wijken als de Wallen, dat is wat ons betreft cruciaal. Hoe kan het dat een groep mensen op een openbare gracht urenlang ballonnetjes kan zitten snuiven, of hoe doe je dat? Dat zou niet eens moeten kunnen.’

Zo te horen ben je niet echt van de drugs.

‘Haha. Het is lang geleden dat ik een jointje heb gerookt, ja. Voor ballonnetjes ben ik te oud, in de jaren 90 was ik puber in Amsterdam. Toen waren er nog geen leeftijdslimieten in cafés, dus dat was ook wel een dolle boel. Van mijn tiende tot mijn zeventiende heb ik vlakbij de Dam gewoond en ging ik uit op de Zeedijk en in de Warmoesstraat. En ondanks de ouderwetse junks die daar toen rondliepen als in een soort Night of the Living Dead, voelde het veilig.’

Je bent toch niet goed bij je hoofd als je gekwetst kunt worden door een reclameposter of een film? Gekwetst zijn is in dit soort gevallen een keuze

Bij welke subcultuur hoorde je?

‘Bij de grunge. Al mijn vrienden zaten in bandjes. Die hele mid-jaren 90 waren een aaneenschakeling van zomerse dagen in het Vondelpark met gitaren en blowen in een of ander grachtenpand.’

Wanneer ben je weggedreven van het linkse grunge?

‘Ik vind oorlog, racisme en discriminatie nog steeds stom, maar ik voelde een steeds groter ongemak bij bijvoorbeeld het idee dat kritiek op de islam gelijkstond aan een pleidooi voor nieuwe treinen naar het oosten. Ik snap nog steeds niet hoe je het in je hoofd krijgt om je handen stuk te klappen voor cabaretiers die het christendom aanpakken, maar wel je ogen te sluiten voor de onderdrukking van vrouwen en homo’s in de islam. En het is inmiddels heel cliché, maar 9/11, de moord op Fortuyn en op Theo van Gogh in mijn eigen buurt: dat allemaal samen heeft veel veranderd. Ik vind die hele indeling in links en rechts een beetje achterhaald. Mijn verloofde is écht rechts, als in: ook conservatief. Die noemt mij al jaren spottend Dreesiaan omdat ik me in veel punten in de erfenis van Drees kan vinden. En in veel opzichten ben ik ronduit liberaal: abortus, euthanasie, maar ook als het gaat om vrijheden voor ondernemers.’

Tot wat voor partij moet Forum voor Democratie uitgroeien als het aan jou ligt? In een speech voor de jongeren van de partij hield je ze ooit voor te blijven denken aan de ‘schoolpleinmoeder’ en de ‘voetbalvader.’

‘De kernpunten zijn: heel streng op migratie, een pas op de plaats op dat gebied. Veel minder Europa. En ophouden met ons te schamen voor wie we zijn en waar we vandaan komen, met dat “weg met ons”. Verder zie ik een partij voor me waarin plaats is voor meerdere flanken, van libertarisch tot conservatief, inclusief de spanning die daar bij hoort. En ook voor het bombast en het onbesuisde en de weltschmerz die onze Forum-jongeren in zich hebben.’

Die jongeren van jullie vallen op: het zijn er veel en ze lijken zo op elkaar. Een zaal vol mini-Thierry’s.

‘Dat is jongeren een beetje eigen. Bij de SP-jongeren hebben ze ook allemaal een uniformpje aan. Wij dachten vroeger op het Barlaeus ook allemaal dat we alternatief waren, maar alle jongens hadden bandshirts of houthakkershemden aan, en de meisjes droegen allemaal kistjes van de legerdump. Ook wij zagen er allemaal hetzelfde uit.’

De kades in Amsterdam storten in elkaar, een van de belangrijkste wethouders vertrekt naar Utrecht. En juist nu ga je weg, met zwangerschapsverlof.

‘Mezelf kennende blijf ik mezelf wel met veel bemoeien. Ik ben niet van plan om zestien weken zonder telefoon in een babywolk te zitten, daar doe ik niemand een plezier mee, ook mezelf niet.

Hoe anders is het dan twintig jaar geleden, toen je voor het laatst zwanger was?

‘Wat mezelf betreft: minder onbevangen. En de zorg eromheen is ook veranderd. Destijds was het strengste advies: minder roken. Nu krijg ik honderd miljoen miljard onderzoeken, ook omdat ik 42 ben. Misschien moet ik er weken van herstellen deze keer, misschien zit ik een paar dagen later alweer online raadsdebatten te volgen. In Nederland is het gelukkig goed geregeld, zodat je de luxe van veel verlof hebt. Dankzij Drees.’

NIEUWE REVU ONTMOET ANNABEL NANNINGA

Wanneer? Op een donderdag, tussen 11.00 uur en 13.30 uur.

Waar? In de fraaie lobby van het Grand Hotel in het centrum van Amsterdam.

Verder nog iets? Het ging natuurlijk ook over de gedeelde grote liefde van interviewer en geïnterviewde: Bruce Springsteen. Op social media krijgt Nanninga soms commentaar van andere Springsteen-fans vanwege haar politieke standpunten. ‘Op de een of andere manier zijn dat altijd middelbare FNV-mannen die wielrennen als hobby hebben.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct