Rudi Lubbers werd geëerd in de Boksschool Albert Cuyp in Amsterdam. Deze week verschijnt van de hand van John van Ierland de biografie Rudi Lubbers: De man die bleef staan - de ondertitel is een verwijzing naar Lubbers' legendarische gevecht tegen Muhammad Ali.
In het interview dat morgen in Nieuwe Revu verschijnt, vertelt Lubbers uitgebreid over zijn veroordeling voor drugshandel: ‘Stond die Peter R. de Vries al klaar om een fotootje van mij te maken. En ja hoor, de volgende dag met koeienletters in de Telegraaf: Rudi L. tien jaar cel. Dat voelde vreselijk.’
En hoe hij probeerde te overleven in een kleine camper op het Bulgaarse platteland, omringd door zwerfhonden en verstoken van zo'n beetje alles: ‘Weer liet de Nederlandse overheid mij in de steek. Ze trokken zelfs mijn AOW’tje in, omdat ik daarvoor in Nederland moest verblijven.’
Maar ook over de vele hoogtepunten uit zijn rijke bokscarrière, en natuurlijk zijn ultieme gevecht tegen Ali, in 1973 in Jakarta: ‘De uitnodiging vanuit het Ali-kamp kwam totaal onverwachts. Dat was een geweldige eer om tegen zo’n man te mogen vechten. Ali bereidde zich voor op zijn wedstrijd tegen Frazier. Daarvoor wilde hij tegenover een bokser staan, niet tegenover een vechter.’
Lubbers was acht jaar lang onafgebroken Nederlands kampioen in het zwaargewicht en verloor in ruim 140 partijen nooit van een landgenoot. Na zijn boksloopbaan ging Lubbers verder als door Europa trekkende kermisexploitant. Zijn leven veranderde toen hij in Portugal werd gearresteerd op verdenking van de smokkel van een grote partij hasj. Na zijn vrijlating probeerde hij zijn leven in Nederland weer op te pakken en zijn onschuld te bewijzen. Toen hij daarin niet slaagde, trok Lubbers naar Bulgarije.
Daar werd hij enkele jaren geleden opgezocht door de makers van het tv-programma Andere Tijden Sport. Lubbers leefde bij de Zwarte Zee in een camperbusje met zijn vrouw Ria en een groot aantal zwerfhonden.
- ANP