Tim Hofman: ‘Ik laat me leiden door de verwondering’        

Het ene moment staat hij oog in oog met het drugskartel?van El Chapo, het andere moment zakt hij van totale uitputting i...

Het ene moment staat hij oog in oog met het drugskartel?van El Chapo, het andere moment zakt hij van totale uitputting in elkaar in Australië. BNN-presentator Tim Hofman (27) over zijn drang om verhalen te vertellen, zijn bijnaam ‘Timmie-nee’ en zijn tomeloze zucht naar autonomie. ‘Als ik thuiskom, kruip ik in mijn hoofd.’

De bedoeling was eigenlijk dat je Nederlands ging studeren. Waardoor kwam je op dit pad?

‘Ik haatte studeren en verveelde me heel snel. En op een gegeven moment dacht ik: ik ga zelf wat filmpjes maken. Voor internet, gewoon leuk. En toen kwam ik BNN University tegen, mocht ik meedoen en werd ik uiteindelijk aangenomen. Ik was 22, best wel jong. Toen ik Spuiten en Slikken ging maken, gebruikte ik ook helemaal geen drugs, nooit gedaan ook. Dan gaan we het op het journalistieke gooien, dacht ik, en heel erg op de human interest zitten. Wat zit er achter iemand die sm doet? En die insteek is wat ik eigenlijk in alles sindsdien heb meegenomen. Ik laat me leiden door de verwondering. Voor Spuiten en Slikken op reis maak ik ook niet zo graag de feestitems over de hele wereld, dat vind ik niet zo interessant om te doen, de verhalen waar het wringt wel. En bij Je zal het maar hebben vind ik het heel belang- rijk dat die mensen die een been missen, kanker hebben, schizofreen zijn of autistisch, kunnen vertellen wat ze willen, zonder dat het zielige hoopjes mens worden.’

Zelf heb je niet het idee dat je heel heftig naar iets hunkert? Dat je een soort junk bent?

‘Ik ben geen junk, nee. Dan zou ik niet meer kunnen relativeren. Ik probeer zoveel mogelijk de dingen te doen die ik fijn vind en de dingen te laten die ik niet fijn vind. Soms mislukt dat, maar dan stort mijn wereld niet in. Ik ben niet afhankelijk van het shot, maar ik vind het shot wel fijn. Maar ik ben van niks afhankelijk. Ik weiger dat ook bij mezelf toe te laten. Ik rook soms weleens een paar dagen achter elkaar, maar daarna weiger ik een sigaret op te steken omdat ik denk: ik ga hier niet als een junkie superverslaafd aan sigaretten zitten zijn. Als ik voel dat mijn lichaam wil roken, denk ik: dat maak ik zelf wel uit.’

Wie vind jij het toppunt van autonomie?

‘Mijn vader. Dat is een stalen bal met glijmiddel. Daar kan je iets opgooien, maar dat valt er vanaf. Ik heb weleens gezien dat een buurman boos werd op hem, nou, geen spier vertrok hij. Hij keek hem heel kalm aan. Ik ben zelf niet altijd zo geweest, hoor. Ik ben best wel heethoofdig geweest en bezig met de ander, maar ik denk wel dat het een beetje in onze aard zit. Mijn broers zijn ook zo en mijn zus al helemaal. Autonoom, maar niet onverschillig. Ze trekken een plan en dat gaan ze doen. Veel televisiemakers of schrijvers zijn ook zo. Volgens mij is Nico Dijkshoorn een heel autonome schrijver, die heeft zich nog nooit iets aangetrokken van wat iemand vindt, zegt of doet. Dat vind ik echt heel mooi. Maxim Hartman vind ik ook autonoom en Jeroen Pauw is dat volgens mij ook. Ik vind een vrouw ook alleen aantrekkelijk als het een autonome vrouw is. Er moet natuurlijk ook een goede kop op zitten dan, maar als een vrouw dat onafhankelijke niet heeft, ben ik echt binnen vijf minuten uitgepraat.’

Lees het complete interview in de Nieuwe Revu Special van 2016 of via Blendle.