Streek van de week: Sluipmoordenaar op de salontafel

Nieuwe Revu bericht wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer duiken we naar het diepe zuiden van Limb...

Nieuwe Revu bericht wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer duiken we naar het diepe zuiden van Limburg, waar we leren dat een onschuldige hobby verstrekkende gevolgen kan hebben. Tekst: Danny Koks

Egypte, Angola, Cambodja, Bosnië. Zomaar wat landen waar nog altijd tientallen miljoenen landmijnen in de grond verstopt zitten, geduldig wachtend tot ze door een onvermoede voetstap tot leven worden gewekt. Volgens de meest recente cijfers van de Landmine Monitor vielen er in 2015 3.678 doden door die sluipmoordenaars.

Naoorlogs Nederland zat met 1,8 miljoen onontplofte landmijnen, bommen en munitie in de maag. Hoewel er tijdens de wederopbouw regelmatig een boer of bouwvakker de lucht in vloog, moeten we helemaal terug tot 1978 voor het laatste Nederlandse landmijnslachtoffer. Toch trekt de Explosieven Opruimingsdienst Defensie er jaarlijks 2.500 keer op uit. Soms om een vuurwerkbom onschadelijk te maken, een enkele keer een ‘verdacht pakketje’. Maar het leeuwendeel bestaat nog altijd uit de rommel die de nazi’s en geallieerden hebben achtergelaten.

‘Kaarsje eruit en dat ding naar buiten Renate, je hebt een landmijn op tafel staan’

Via deze omweg komen we aan op onze plek van bestemming. Renate Essers woont samen met haar man Stefan en zoontje Evan in het Limburgse Margraten. Renate heeft een beetje een gekke hobby. Ze verzamelt roestige troep. Dat vindt ze er stoer uitzien. Ze heeft zelfs een Facebook-groep opgericht, Oud Roest Industrieel heet ie, waar medeverzamelaars kunnen scrollen door malkanders collecties. Roodbruine schijf Veel van de dingen die Renate bij elkaar sprokkelt, verkoopt ze op markten. Maar de echt mooie spulletjes houdt ze zelf. Vooral als er een verhaal achter zit, dat vindt Renate prachtig. Welnu, dat verhaal heeft ze sinds de herfstvakantie in de pocket. Ze had haar zoontje en zijn vriendje Boy meegenomen naar Mol voor een boswandeling. Uit de modder zagen de jongens een roodbruine schijf met een gat in het midden steken. Ze dachten: dat is leuk voor mama! En mama dacht: dat is leuk in de woonkamer! Haar man Stefan grapte nog: ‘Pas maar op, straks is het een bom!’ Daar moest Renate smakelijk om lachen, een beetje doen alsof een roestig wiel van een kruiwagen dat heel lang in het water heeft gelegen een stuk wapentuig uit de Tweede Wereldoorlog is. Met het fanatisme en de onverzettelijkheid die de ware hobbyist zo eigen zijn, sjouwde Renate een uur lang met dat loodzware ding door de bossen. Thuis gaf ze haar kersverse aanwinst een mooi plekje op de woonkamertafel. Ze duwde er een kaars in, stak ’m aan en zo zat Renate op de bank heerlijk te genieten van haar bonk roest.

Met het fotootje op Facebook harkte ze likes en hartjes binnen alsof ze Kim Kardashian was. Tot een mede-hobbyiste diezelfde avond zei: ‘Kaarsje eruit en dat ding naar buiten Renate, je hebt een landmijn op tafel staan.’ De Explosieven Opruimingsdienst deelde die mening. Ze onderzochten het ding nader en er bleek gelukkig geen ontsteking of springstof meer in te zitten. Evenzogoed zal Renate er nooit meer een kaars in steken. Maar als robuuste parasolvoet of stoere deurstopper is zo’n landmijn ook keimooi.