Heimwee naar eibak-vloggers

Beste Enzo Knol, Kom terug, alles is vergeven en vergeten! Ik wil weer een vlogger die gewoon zijn ontbijt filmt of v...

Beste Enzo Knol,

Kom terug, alles is vergeven en vergeten! Ik wil weer een vlogger die gewoon zijn ontbijt filmt of vertelt over haar make-up.

Goed, ik heb me lang afgevraagd wat nu precies de reden van je populariteit is. Waarom zo ongelooflijk veel jongeren zo graag kijken naar jouw vlogs, waarin goed beschouwd niks gebeurt. Je loopt eens door je huis, je bakt een eitje, je lult wat tegen de camera. Dat was het.

Het is niet dat je extreem grappig bent en al helemaal niet dat je zinnen formuleert die van je geouwehoer een spoken word performance maken. Je bent de boy next door, maar dan beroemd door zijn eigen camera.

Ik zat een tijd geleden samen met je in RLT Late Night, en keek mijn ogen uit. De hele studio zat vol met fans van jou, want dat waren het echt, fáns. Je filmde alles. Jezelf in de kleedkamer, jezelf en de andere gasten in de wachtruimte, jezelf en presentator Humberto Tan.

De camera ging mee aan tafel. Zo gauw er een commercial break kwam, pakte je de camera op en filmde je, en vertelde je eigen kijkers dat je nu bij RLT Late Night zat, en dat het commercial break-tijd was.

Ik vond het een fascinerend beeld, vooral in combinatie met de wetenschap dat minstens zoveel mensen naar jouw filmpje kijken als naar het tv-programma. Sterker nog: je legde je eigen kijkers zelfs uit in wat voor programma je eigenlijk zat, en dat was vast niet overbodig.

Lees hier meer columns van Leon Verdonschot

Je legde nog net niet uit wat dat eigenlijk is, een televisieprogramma. Ik keek om me heen, en zag dat al die jongens en vooral meisjes op de eerste rijen ondertussen jou aan het filmen waren, voor hun eigen vlog of Instagram. En dat filmde jij dan weer.

Ik heb veel artikels gelezen over mediaconsumptie anno 2016, maar eigenlijk maakte dat beeld van een vlogger die tijdens een tv-programma de mensen filmt die hem filmen in een studio vol camera’s eigenlijk meer duidelijk dan al die artikels samen. Als ik dacht aan een vlogger, dacht ik altijd daaraan, en aan al die hilarische filmpjes van meisjes die in zinnen vol Engelse leenwoorden over hun work-outs of mascara vertellen.

Inmiddels denk ik bij vloggers aan een Wajong-rapper die zichzelf Boef noemt en aan een wandelend minderwaardigheidscomplex in Zaandam, samen met zijn matties in de SUV van hun papa. Ik mag aannemen dat dat frustrerend is voor de vlogger-gemeenschap, dat de publieke perceptie van je werk ineens wordt gekaapt door het afvoerputje van je sector.

Er zijn inmiddels ontelbare vloggers, van domme gasten die meisjes voor een tientje in hun borsten knijpen en tot mijn verbijstering niet de knietjes krijgen waar ze recht op hebben, tot jongeren die werkelijk engagement tonen met hun buurt of de hele wereld. En wie worden nu beroemd? De fietstrappers en de sukkels die willen knokken in Tilburg-Noord, maar wel natuurlijk alleen met honderd vrienden erbij.

Sommige journalisten van de oude media (schreef hij in het oude medium ‘weekblad’) hebben ineens de neiging de tuigvloggers dan maar te beschouwen als slachtoffers van onze hardvochtige samenleving, bang als ze zijn het geluid van de straat te missen. En zo worden de freaks ineens woordvoerders. Niet omdat ze iets te melden hebben, of talent (test: noem eens een nummer van Boef), maar omdat ze kijkers trekken, dus kennelijk een achterban hebben.

Van moslims verwachten we altijd dat ze zich distantiëren van hun extremistische geloofsgenoten. Misschien moeten we datzelfde vragen van vloggers. En gaan we net als in het multiculturele debat soms terugverlangen naar de jaren van overzichtelijkheid en brave rust. De jaren van Enzo die gewoon in vrede zijn eitje bakte.

Leon Verdonschot