Tweede Kamer reageert op column Özcan Akyol; 'Er bestaat geen recht op beledigen'

Nieuwe Revu-columnist Özcan Akyol riep vorige week in dit blad Den Haag op om ‘digitale racisten, lasteraars en stalkers...

Nieuwe Revu-columnist Özcan Akyol riep vorige week in dit blad Den Haag op om ‘digitale racisten, lasteraars en stalkers’ keihard aan te pakken. Deze week reageren politieke partijen op zijn noodkreet.

Tekst: Jonathan Ursem

In zijn column in Nieuwe Revu van vorige week vraagt Özcan Akyol aandacht voor wat hij ‘digitale racisten, lasteraars en stalkers die momenteel het internet kapen met hun chronische frustraties die ze dagelijks ongehinderd mogen botvieren’ noemt. Akyol, schrijver van de bestsellers Eus en Turis, wordt op social media al jarenlang lastiggevallen, gestalkt en zelfs met de dood bedreigd.

De column, die je hier leest, deed veel stof opwaaien, zelfs in Tweede Kamer.

Foort van Oosten (VVD)

Hoe is de stemming op het Binnenhof? Vindt de politiek dat het tijd is voor een georganiseerde aanpak van het bestraffen van online wangedrag? In een reactie op de column van Akyol stelt Tweede Kamerlid Foort van Oosten, woordvoerder Veiligheid en Justitie van de VVD: ‘Om te beginnen moeten we een onderscheid maken tussen vrijheid van meningsuiting – hoe verwerpelijk die mening soms ook is – en gevallen waarin mensen daadwerkelijk met de dood worden bedreigd of wordt opgeroepen tot haatzaaien.

De vrijheid van meningsuiting willen wij niet beperken, die vrijheid is een groot goed. Maar als er daadwerkelijk bedreigingen plaatsvinden, moet natuurlijk kunnen worden opgetreden. Dat kan en gebeurt ook. Het probleem met de digitale wereld is dat mensen zich kunnen verschuilen achter nep-accounts. Dat betekent dat de overheid de bevoegdheid moet hebben om op het internet naar dit soort mensen te zoeken. De VVD wil dat graag. Op die manier kunnen we niet alleen de mensen opsporen die Akyol in zijn column beschrijft, maar ook bijvoorbeeld digitale kinderlokkers of mensen die op internet strijders ronselen voor IS.’

Pieter Heerma (CDA)

Ook het CDA wil een rem op online wangedrag. ‘Akyol spreekt in zijn column terecht zijn zorg uit over het ontsporen van beledigingen en bedreigingen, vooral online,’ zegt Pieter Heerma, woordvoerder sociale zaken en werkgelegenheid van zijn partij in de Tweede Kamer.

‘Dit is een groeiend en vaak onderschat probleem. Het lijkt wel alsof onder het mom van vrijheid van meningsuiting alle remmen los worden gegooid en schelden, beledigen en bedreigen steeds acceptabeler wordt geacht, ongeacht de gevolgen voor de ontvanger of omgeving. Maar dat kan natuurlijk niet. Je kunt niet zomaar dreigen met geweld. En er bestaat geen recht op beledigen. Als CDA willen we de spiraal naar beneden stoppen, bijvoorbeeld door de verheerlijking van terrorisme strafbaar te stellen. Veel partijen willen de grenzen juist verder oprekken. Een paar jaar geleden stelde premier Rutte zelf nog voor om beledigen en haatzaaien nog uit het Wetboek van Strafrecht te halen, maar dat is totaal de verkeerde weg. Onder de noemer van liberalisme wordt gescheld vergoelijkt. Maar we krijgen echt geen beter Nederland als we nog meer verbaal geweld gaan faciliteren.’

Sadet Karabulut (SP)

Steun voor mensen als Akyol, die structureel worden geteisterd door idioten die vinden dat ze op social media al dan niet anoniem maar alles mogen roepen, lijkt in het parlement breed gedragen. Maar dan? Wordt er ook echt iets aan gedaan? De SP heeft het initiatief genomen om het onderwerp op de agenda te zetten, in Den Haag en daarbuiten, bij platforms die op social media haatzaaierij faciliteren. SP-Kamerlid Sadet Karabulut, woordvoerder van integratievraagstukken van de partij:

‘We hebben aan minister Asscher van Sociale Zaken en aan Kamerleden van andere partijen verschillende keren voorgesteld om met Facebook en Twitter in gesprek te gaan om te zorgen dat discriminatie op deze platforms wordt tegengegaan. Discriminatie en racisme moeten altijd en overal bestreden worden. Op straat, op het werk, in buurten en zeker ook online. Social media zijn laagdrempelig en hebben een grote impact. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar mag niet misbruikt worden voor racisme en discriminatie. Mensen die strafbare uitingen plaatsen, moeten strafrechtelijk vervolgd worden.’

Wroeten

Dat strafrechtelijk vervolgen lijkt makkelijker gezegd dan gedaan, want er moet altijd een belangenafweging gemaakt worden tussen handhaving en privacy. Ook is het de vraag welke bevoegdheden de overheid heeft of moet krijgen om dit probleem te tackelen. Voor de ene partij gaat privacy boven alles, een andere partij zal harder willen handhaven, zoals de VVD.

‘Helaas zijn niet alle partijen in de Tweede Kamer overtuigd van nut en noodzaak van dit soort bevoegdheden,’ zegt VVD’er Van Oosten. ‘Zij zijn bang dat inlichtingendiensten of politie in het internetverkeer van alle Nederlanders gaan zitten wroeten. Nog los van het feit dat deze professionals echt geen tijd en noodzaak hebben om te kijken wat de gemiddelde Nederlander bij Bol.com bestelt, kunnen we natuurlijk waarborgen aanbrengen om te zorgen dat alleen daar wordt gekeken waar iets aan de hand is. Privacy is voor ons belangrijk, maar de privacy van criminelen kan ons gestolen worden.’