‘Wooha, hebben jullie dat gezien?’ Een grote zwarte man, die zichzelf later zal voorstellen als Mat Baroudi, komt enthousiast met zijn armen zwaaiend naar ons toe vanaf zijn pick-uptruck. Hij wijst naar de sterrenhemel. ‘Daar, daarzo. Een traag knipperend licht,’ zegt hij, ‘dan weet je het eigenlijk al. En het volgende moment: zoef, schoot het zo weg tot achter de bergen.’
We zijn net aangekomen op een parkeerplaats in de woestijn buiten Las Vegas. In het noordoosten hangt een bel van licht om de stad, maar hier op deze parkeerplaats langs de snelweg, ver weg van de neonlichten en de stripclubs, de nagebouwde Eiffeltoren en de vele gokautomaten, is een stuk of twintig man samengekomen voor hun maandelijkse ufo-meeting.
Een nacht waarin ze vanuit kampeerstoeltjes urenlang naar de hemel kijken of er onverklaarbare dingen te zien zijn. ‘Wat een snelheid, dat is toch onvoorstelbaar!’ roept de 58-jarige Baroudi uit, die nog steeds extatisch is over de ufo die wij blijkbaar net gemist hebben. ‘Hebben jullie nog nooit van je leven zoiets gezien? Als je het eenmaal gezien hebt, is niets meer hetzelfde. De gigantische indruk die het maakt om geconfronteerd te worden met hun superieure technologie, wow!’
Tijdens de nacht met Mat Baroudi en zijn vrienden leren we veel over buitenaardse wezens. Niet alleen zijn ze in staat om via een zwaartekrachtaandrijving sneller dan het licht te gaan, maar mogelijk reizen ze ook multidimensionaal. Wij mensen zitten vast in onze beperkte vier dimensies van ruimte en tijd, maar zodra je accepteert dat er daaromheen nog veel meer dimensies zijn waar je in en uit kan stappen, is het ook logisch dat wezens zomaar kunnen verdwijnen.
Onze technologische vooruitgang van de afgelopen decennia hebben wij mensen blijkbaar ook voornamelijk aan aliens te danken, door het onderzoeken van ufo’s van de Roswell-crash uit 1947 in een loods in het beruchte Area 51, hier in de woestijn van Nevada. Daar zouden we de kennis hebben opgedaan voor de smartphone, de microchip, of neem de transistor, uitgevonden in 1947, het jaar van de crash. Als dat geen duidelijk teken is?
Dat in de jaren 20 en 30 al patenten waren aangevraagd voor vergelijkbare ideeën, doet er blijkbaar niet toe. ‘Denk erover na hoe enorm het universum is,’ zegt Mat, terwijl hij in de laadbak van zijn pick-up naar de hemel ligt te turen. ‘Er zijn zoveel sterrenstelsels dat het ridicuul is om te denken dat we alleen zijn. Het universum broeit van het leven, dat kan niet anders.’
Nu we hier op deze zaterdagnacht in augustus op een parkeerplaats staan met Baroudi en zijn handjevol vrienden, lijkt het of we te maken hebben met een fringe-geloof, een grappige hobby van een paar mensen in de afgelegen staat Nevada. Maar op 20 september zou je hier weleens een heel ander idee kunnen krijgen. Dan is er namelijk een Facebook-event gepland, waarvoor ruim twee miljoen mensen zich al hebben aangemeld en nog eens anderhalf miljoen overwegen om te komen: Storm Area 51, met als ondertitel: They can’t stop all of us.
Het idee is dat het nu voor eens en altijd duidelijk moet zijn wat er nu precies gaande is daar op die geheimzinnige luchtmachtbasis. Een klein groepje mensen wordt makkelijk tegengehouden, maar als je met honderdduizenden of misschien wel miljoenen tegelijk de basis op stormt, kunnen ze moeilijk iedereen aanhouden. Althans, dat is het idee.
Hoeveel van die mensen straks werkelijk komen opdagen, is natuurlijk de vraag. De luchtmacht heeft voor de zekerheid alvast een duidelijke waarschuwing naar buiten laten gaan: doe het niet, de basis bestormen is gevaarlijk. Matty Roberts, die de grap op het internet begon, heeft ook al aangegeven dat dit achteraf gezien toch niet zo’n goed idee is. Het was allemaal maar een grap, een meme op internet, waarvan hij nooit had verwacht dat het zoveel aandacht zou krijgen.
- Eline van Nes