Beste Benjamin Netanyahu,
Ik las over de ophef over uw reisje naar New York. Geweldige stad, hè? Dure stad ook. Ik geef er altijd meer geld uit dan ik van plan was. U duidelijk ook: u was er afgelopen najaar zes dagen, en gaf er toen 600.000 dollar uit. Hoe doe je dat? Stel: je gaat op dag één naar de bios. Zelfs als je de hele rij trakteert op ál het snoep, álle nachos en alle frisdrank, zelfs als er een antisemiet achter de balie staat die jou met opzet niet vertelt dat refill betekent dat je de tweede en derde cola niet hoeft af te rekenen, dan nog kom je niet aan de ton per dag.
Een Israëlische advocaat wilde inzage in uw uitgaven op uw buitenlandse reis, en kreeg die inzage na maanden tegenwerking. Volgens de advocaat had hij recht om te weten wat uw door belastinggeld gefinancierde uitgaven waren, omdat het mijn geld is en ik wil weten wat daarmee gebeurt. Lijkt me moeilijk te weerspreken. In Nederland zijn feiten als deze ook openbaar, waardoor we weten dat zowel onze huidige premier Rutte als zijn voorgangers Balkenende en Kok niet van de buitensporige uitgaven zijn. (Daar hebben we in Nederland een ander instituut voor: het koningshuis). Onze premiers vertegenwoordigen onze volksaard, en die is nou eenmaal niet flamboyant.
Lees ook: Engelen met humor
Vicepremier Wouter Bos declareerde ooit een Ray-Ban zonnebril, en dat leverde hem een paar weken lang krantenstukjes en columns op. Een zonnebril kwam ik in uw lijstje met uitgaven niet tegen. Dat is een meevaller voor de Israëlische belastingbetaler: in de herfst schijnt de zon nauwelijks in New York. Wel gaf u in die zes dagen 1.600 dollar uit aan een kapper. Ik ben blij dat ik dankzij u nu weet dat ik al jaren onbewust heel veel geld bespaar. Een paar jaar geleden ontmoette ik in Thailand een Zuid-Afrikaanse man die de hele wereld had rondgereisd. Een beroepsavonturier, die in Cuba tot persona non grata was uitgeroepen en na allerlei omzwervingen was beland in Thailand, het land waar je onder de radar ook als vrije jongen ongestoord heel oud kunt worden. Hij had geweldige verhalen, ook over zijn jaren in Zaïre inmiddels Congo onder dictator Mobutu.
Bij ons afscheid drukte hij me een geldbriefje in mijn handen, met de woorden: Het is niet meer geldig. Helaas voor mij, want ik heb er veel van. En helaas nu ook voor jou. Het was een briefje van tien miljoen dollar. Een officieel bankbiljet, uitgegeven door de centrale bank van Zaïre, in de tijd van Mobutu, toen de jaarlijkse inflatie op een gegeven moment 24.000 procent was. De man vertelde me over de moppen die toen werden verteld in het land: over een man die naar de bank gaat om geld op te halen, een kruiwagen meeneemt om alle briefjes in kwijt te kunnen, een paar uur later onderweg terug naar huis wordt overvallen, en dan de overvaller smeekt om de kruiwagen niet mee te nemen, omdat die inmiddels meer waard is dan het geld.
De belangrijkste reden dat Zaïre zon enorme inflatie had, was het gedrag van Mobutu. De leider van het straatarme land had twintig huizen, een kasteel in België, een villa in Frankrijk en een landgoed in Portugal, met 14.000 flessen in de wijnkelder. Door het Westen werd hij overigens altijd ondersteund met noodhulp, omdat hij een anticommunist was.
Grappig, vindt u niet: uw gedrag lijkt gewoon op dat van een Afrikaanse dictator! U koos ervoor geen commentaar te geven op de rel. Lijkt me verstandig, maar ook wel weer jammer: ik had graag gelezen hoe iemand 20.000 dollar uitlegt aan kosten voor het verplaatsen en stallen van meubels. Tip: huur de volgende keer verhuizers in om uw meubels te verplaatsen, in plaats van callgirls.
Leon Verdonschot