Leon Verdonschot

‘Waarom maakte Baudet geen excuses voor zijn apps, dat waren toch ook maar grapjes?’

Open brief van Leon Verdonschot aan cabaretier Martijn Koning.

Leon Verdonschot

Beste Martijn Koning,

Terwijl op NPO1 een debat werd gevoerd tussen onze rechtse premier en de radicaal-rechtse oppositieleider over de vraag wiens schuld het nu was dat hun kabinet op 21 april 2012 viel, konden we op RTL4 een debat volgen tussen de leider van een partij die op pleinen roept dat onze premier de tering moet krijgen, en de leider van een partij die Turkse Kamerleden etnisch profileert. Soms zou je bijna vergeten dat we in een enorme klimaatcrisis zitten, of dat er een enorme tweedeling in de samenleving is ontstaan.

Het is ook niet zo dat er geen interessante, nieuwe benaderingen in partijprogramma’s staan, waar je niet over zou kunnen debatteren. Het partijprogramma van de Partij voor de Dieren voorziet in een totale omschakeling van het meest vee-dichte land ter wereld naar een kringlooplandbouw, dat van Volt in een radicale keuze voor Europese samenwerking, dat van GroenLinks over een al even radicale keuze om jongeren te laten beginnen met een kans in plaats van een schuld. Pieter Omtzigt schreef een boek over een nieuwe verhouding tussen burger en overheid, Code Oranje heeft ideeën over herkenbaardere volksvertegenwoordigers, de ideeën van Bij1 over identiteit lijkt veel jonge en creatieve mensen aan te spreken, verschillende partijen willen experimenteren met het basisinkomen. Maar nee. We laten Wilders en Rutte nog maar eens hetzelfde debat voeren over de islam dat ze al voerden vóór hun samenwerking. Over datgene dat velen van ons door alle al die quarantaines, lockdowns en avondklokken heeft gesleurd, kunst en cultuur, gaat het nooit. DENK heeft in zijn verkiezingsprogramma niks over cultuur staan. De PVV wel, bij wijze van de toelichting van ‘andere linkse hobby’s’ (naast de linkse hobby ‘het buitenland’): ‘Geen geld meer naar cultuur enz.’ Het speelt geen enkele rol in de campagne. In die zin heeft Wilders al gewonnen: cultuur wordt inderdaad als een hobby beschouwd.

Maar zie daar. In een roast mocht jij je in een van de laatste afleveringen van Jinek voor de verkiezingen richten tot gast Thierry Baudet. Die liep weg, zoals eerder ook al bij Emma Wortelboer, bij Met Het Oog op Morgen en bij zijn eigen partij, voor hij daar terugkeerde.

Vervolgens ging het maatschappelijk debat over jouw grappen over hem. Rechtse mensen vonden dat Baudet gelijk had, want dat eeuwige linkse cabaret. Linkse mensen riepen iets met kaatsen en een bal voor Baudet, die op de vraag wat typisch Nederlands was ooit antwoordde ‘dat je alles en iedereen mag bespotten en ridiculiseren’. Jawel, maar niet familie en geliefden, riepen anderen daarop weer.

De parlementair verslaggeefster aan tafel distantieerde zich van je grappen, want blijven zitten stond inmiddels gelijk aan collaboreren. De redactie van het programma moest verantwoordelijkheid nemen voor jouw grappen, vond de één. Nee, juist niet, want vrijheid, vond de ander. De redactie maakte inderdaad excuses. Waarom Baudet dan niet ook voor zijn apps, was vervolgens de vraag, dat waren toch immers ook verkeerd gevallen grapjes?

Enzovoort, enzovoort. Je zou kunnen zeggen: opnieuw ging het niet over de essentiële thema’s van onze tijd. Aan de andere kant: het was een debat over de grenzen van humor en de vrijheid van cabaret. Het was dus in zekere zin alsnog het kunstdebat van deze verkiezingen. Best knap dat je dat is gelukt.