Eritrea kent drie religies: het christendom, de islam en wielrennen. De laatste wordt zonder twijfel het meest fanatiek beleden. Deze week is de hoogmis van de Eritrese wielersport: de Giro dEritrea.
De wereld kreeg vorig jaar voor het eerst een voorproefje van het enorme wielertalent dat het kleine land in de Hoorn van Afrika voortbrengt. Daniel Teklehaiamanot van de Zuid-Afrikaanse ploeg MTN-Qhubeka (tegenwoordig Dimension Data) verbaasde in de Tour de France vriend en vijand door vijf dagen het bergklassement aan te voeren. Hij was de eerste Afrikaan ooit in de bolletjestrui. Teklehaiamanot kreeg thuis een heldenontvangst. De renner mocht op audiëntie komen bij de president, die een bolletjestrui van hem kreeg. Daarna werd hij in een open auto rondgereden door de straten van hoofdstad Asmara, toegejuicht door duizenden mensen langs de kant van de weg. De staatstelevisie zond de hele huldiging live uit.
Onthaal
Ook mooi is het onthaal dat Mekseb Debesay afgelopen september kreeg op het WK in Richmond, Virginia. Tientallen van de ongeveer duizend fanatieke Eritrese supporters hesen hem op de schouders en klapten en zongen harder voor hem dan voor de kersverse wereldkampioen Peter Sagan. En dan te bedenken dat Debesay de wedstrijd door valpartijen niet eens uit had kunnen rijden.
De aanstichters van dit alles zijn de Italianen. Naast een hoop ellende, een neus voor goede cappuccino en een handjevol kathedralen dat over het land is uitgestrooid, heeft Eritrea ook zijn diepgewortelde liefde voor de fiets te danken aan zijn oude kolonisator. Volgens de overlevering werd de eerste racefiets in de Afrikaanse kolonie gespot in 1898 in de havenstad Massawa. Op het zadel zat, uiteraard, een Italiaan. Wielrennen was toen nog voor de elite. Ook de eerste wegwedstrijd, verreden op 21 april 1937 in Asmara, was een uitsluitend Italiaanse aangelegenheid.
Hete glassplinters inademen
Dat veranderde twee jaar later, toen de Italianen een wedstrijd tegen de Eritreeërs organiseerden. Mussolinis fascisten zagen hierin een uitgelezen kans om de suprematie van hun eigen ras te onderstrepen. Ze kregen de deksel op hun neus toen Ghebremariam Ghebru de rest van het peloton het snot voor de ogen reed. De allereerste Giro dEritrea verreden in 1946 en daarmee de oudste wielerkoers van het continent was dan wel weer prooi voor een Italiaan: Nunzio Barilà bleef over vijf etappes de overige 33 renners voor.
Dankzij de successen van Teklehaiamanot en Kudus in de Tour en Debesay tijdens het WK heeft de wielerorganisatie UCI de Giro dEritrea voor het eerst sinds 2013 weer op de kalender gezet. Wielrennen is hier volksport nummer één, zegt fotograaf Chris Keulen. Je kunt het vergelijken met hoe ze in Brazilië het voetbal aanbidden. Chris Keulen volgde voor zijn boek Hete Glassplinters vijf jaar lang de belangrijkste koersen in Afrika. Het bracht hem naar Senegal (waar het fietsen volgens oud-coureur Peter Winnen voelt alsof je hete glassplinters inademt), Burkina Faso, Kameroen en Eritrea. Hij zat er in 2004 en 2009 in de karavaan van de Giro en won er de World Press Photo mee in de categorie Sport.
Het geeft je rillingen over je lijf als je met zon karavaan Asmara binnenrijdt en die deinende mensenmassa ziet, zegt hij. Er was amper een doorkomen aan. Tijdens plaatselijke koersen staan er al tienduizenden mensen langs de weg. Volgens officiële cijfers waren dat er tijdens de Giro dEritrea van 2009 rond de anderhalf miljoen. En dat op een bevolking van vijf miljoen mensen. De Eritreeërs beleven het wielrennen ongelooflijk intens. De sport is waarschijnlijk ook een uitlaatklep voor dit land dat lijdt onder de repressies van het militaire regime. Dertig bloederige jaren kostte Eritreas zwaarbevochten onafhankelijkheid van Ethiopië. Goede vrienden zullen het nooit worden; door Eritreas ligging heeft de grote buur geen directe toegang meer tot de Rode Zee. Bij de onafhankelijkheid in 1993 werd rebellenleider Isaias Afewerki door het volk verkozen tot president. Dat is hij tot de dag van vandaag. In de loop der jaren veranderde Afewerki zijn land in een totalitaire staat waar volgens de VN en Amnesty International mensenrechten op systematische schaal worden geschonden.
Militair regime
Toen we in de karavaan zaten, zagen we in de weilanden langs de kant van de weg de tanks uit de burgeroorlog nog staan, zegt Chris Keulen. Maar ook in het dagelijks leven is de invloed van het militaire regime voelbaar. Mensen praten nauwelijks over gevoelige kwesties, zeker niet in het openbaar. In 2009 was ik er samen met een Duitse journaliste. Zij had van een Eritreeër een telefoonkaart geleend, want die kun je daar als buitenlander niet kopen. Die man werd dezelfde avond opgepakt en vastgezet, omdat de autoriteiten wilden weten waarom er met zijn simkaart drie keer naar Duitsland was gebeld.
De ijzeren hand van het regime is de reden dat Eritreeërs na Syriërs de grootste groep vluchtelingen in en naar Europa vormen. Elke maand ontvluchten vierduizend mensen het land. De meesten zijn jonge mannen die geen trek hebben in de loodzware dienstplicht, waar formeel geen einde aan zit.
Ook sporters nemen vaak de benen. Regelmatig weigert de complete selectie van het nationale voetbalteam na een interland in het vliegtuig terug naar huis te stappen. Opmerkelijk genoeg keren de Eritrese profrenners, ondanks de legio kansen die ze hebben om in het buitenland asiel aan te vragen, bijna zonder uitzondering wel terug naar hun geboorteland. Dat komt deels omdat het regime hen in de watten legt. Wielrenners verdienen in Eritrea zon 115 euro per maand.
Een schijntje voor profsporters, een godsvermogen voor de gemiddelde Eritreeër. De bevolking aanbidt de renners, aldus Chris Keulen. Ze zijn goed in hun sport en tegelijk laten ze hun land niet in de steek. En in het buitenland brengen ze Eritrea positief in het nieuws. Voor het regime zijn ze dus een mooi visitekaartje. Daarom voorziet de staat hen van dure Trek-fietsen, ze krijgen een beetje extra geld en ze hoeven het leger niet in. Dat zijn privileges die jonge sporters zich graag laten aanleunen. Maar ik weet niet of dit blijft voortduren.
Afrikaanse tourwinnaar
Volgens vijfvoudig tourwinnaar Bernard Hinault is het een kwestie van tijd voordat een renner uit Eritrea de Ronde van Frankrijk gaat winnen. De Dimension Data-ploeg start dit wielerseizoen met vier renners uit Eritrea in de gelederen. Met de 22-jarige Merhawi Kudus hoopt ploegleider Douglas Ryder de witte trui te veroveren. Veel verwacht hij ook van Mekseb Debesay. Al moet de 24-jarige renner nog wel een beetje aan zijn richtingsgevoel schaven.
Vorige maand raakte hij verdwaald tijdens de E3 Harelbeke, zijn allereerste Belgische koers. Op een gegeven moment had hij al 206 kilometer op de teller staan, terwijl de koers toch echt maar tweehonderd kilometer telt. Ten einde raad klampte de verdwaalde Debesay een man op straat aan: Please, waar ligt Harelbeke? Samen reden ze naar het huis van de man in Lierde, waar de renner een warme douche, schone kleren en een bord eten kreeg. Die avond wandelde hij om 21 uur eindelijk zijn hotel binnen. Een paar dagen later had zijn ploeg voor de koers Gent-Wevelgem toch maar een GPS op zijn stuur geschroefd.
Zaterdag 23 april is de laatste etappe van de Giro dEritrea 2016