‘Leg nooit het lot van je club in handen van een machtswellusteling’
Hij was een tijdje uit beeld, maar na de promotie naar de eredivisie stond suikeroompje Marcel Boekhoorn bij ‘zijn’ NEC weer lallend in de kleedkamer met miljoenen te strooien. Edwin Struis: ‘Deze wandelende pinautomaat staat altijd vooraan als er wat te vieren valt.’
Trots liet hij me zijn gouden seizoenskaart zien. Het was een half uur voor de mini-klassieker NAC-NEC, de uitsmijter van het seizoen 2020/2021 die de beslissing zou brengen in de play-offs voor promotie. Nee, een matchticket had hij niet, maar hij had voor de zekerheid wel een sneltest gedaan, want ja, je weet het nooit. Misschien dat er iemand een kaartje overhad, hoewel hij zelf ook wel wist dat die kans klein was. Heel Breda wilde vanavond wel op de tribune zitten en er was maar plaats voor 2500 man.
Toch was hij speciaal hierheen gekomen, want ook voor de wedstrijd was er al het nodige te zien. Neem alleen al de aankomst van de spelersbus, gelardeerd met hels vuurwerkkabaal en geëscorteerd door leden van een heuse brommerclub. Duizenden fans waren op de been, hoewel de meeste van hen dus geen kaartje hadden, net als deze meneer de Bruijn uit Rucphen.
Maar het maakte hem allemaal niks uit. De NAC-sjaal zat stevig om de hals, daaronder het geel-zwarte shirt met de handtekeningen van alle spelers erop. Hij liep al tegen de zeventig, kon zich de tijd aan de Beatrixstraat nog goed herinneren en de legendarische avondjes-NAC. ‘Toen ik supporter werd, stond Jan de Jong nog op goal,’ blikte hij terug. ‘Dan heb je het over eind jaren 70.’ Met gelukzalige blik somde hij wat hoogtepunten op. Verschillende promoties, Europees voetbal, het linkerrijtje van de eredivisie; het kon niet op. Ja, de laatste seizoenen waren een ware kwelling, ‘want zeg nou zelf, meneer: NAC hoort toch in de eredivisie?’ Ik knikte maar van ja. Bij NEC zouden ze er net zo over denken.
En laat die club nou een paar uur later dansend, hossend en springend door de catacomben gaan. Aangevoerd door Marcel Boekhoorn, het wandelende pinapparaat uit Bennekom, die altijd vooraan staat als er wat te vieren valt. Bij NEC, dat tot voor kort een vrij inactief reuzenpandabestaan leed in de eerste divisie, was hij dus een tijdje uit beeld, maar bij het eerste greintje succes is hij er weer. In het heiligdom van de kleedkamer springt hij op de tafel, lalt iets over het ‘wonder van Nijmegen’ en eist ‘dat iedereen dronken moet worden vanavond’. Een type dus dat het midden houdt tussen proleet en blaaskaak. Nu NEC gepromoveerd is, zegde hij de club meteen weer wat miljoeneninvesteringen toe om zo gelijk de sprong naar het linkerrijtje van de eredivisie te maken.
Vanaf deze plek dus gelijk maar even een waarschuwing richting NEC, indachtig de harde leerschool die clubs als AZ (Scheringa), Vitesse (Aalbers), FC Twente (Munsterman) en ADO Den Haag (Wang Hui) ooit hebben ondergaan. Leg nooit het lot van je club in handen van megalomane machtswellustelingen. Het voetbal is van de De Bruijnen van deze wereld, niet van de Boekhoorns.
- BP