Leon Verdonschot

‘De legendarische woorden ‘functie elders’ hebben een overtreffende trap gekregen’ 

Open brief van Leon Verdonschot aan Pieter Omtzigt. ‘Misschien lukt dat sensibiliseren wél als we wat hitlersnorretjes op zijn posters tekenen, dachten enkele ijverige CDA-leden.’

Leon Verdonschot

Beste Pieter Omtzigt,

De inmiddels legendarische woorden ‘functie elders’ blijken dus nog een paar overtreffende trappen te hebben. ‘Focking eikel met die nazi-posters’: dat is het ware doorpakken. Of ‘psychopaat’. Of ‘teringhond’. Of ‘eikel’. ‘Gestoord’. ‘Labiel’. En ‘zieke man’. Dat laatste klopt inmiddels letterlijk, want u zit al enige tijd overspannen thuis. Dat kan ik me goed voorstellen. Als dit de kwalificaties zijn die je van je eigen partijgenoten over je heen krijgt, valt er intern nog aardig wat te ‘sensibiliseren’.

Uw vertrouwelijke memo over het verloop van de interne lijsttrekkersverkiezingen, dat uitlekte via De Limburger, is een typische Omtzigt-publicatie: alleen u kunt een verhaal van 76 pagina’s nog een ‘memo’ noemen. Ik zou weleens een voicemailbericht van u willen ontvangen: het zal langer zijn dan een gemiddelde podcast.

Na het bedankje aan uw vrouw voor haar stem op Hugo de Jonge had het deel van Nederland dat géén CDA-lid is al enige twijfels over het verloop van die verkiezingen, en het beeld dat uit uw maxi-memo opstijgt, maakt de indruk niet veel beter: het doet soms denken aan de strijd tussen Bernie Sanders en Hillary Clinton om het Democratisch leiderschap, waarbij Clinton won, vooral omdat de partijtop er wel voor zorgde dat Sanders verloor.

Je zou een bos aan bomen kunnen opzetten over de vraag wanneer loyaliteit aan een partij soepel overloopt in een Stockholm-syndroom. Maar goed, dat is aan u. Maatschappelijk relevanter, want verontrustender, is de tekst onder het kopje ‘sponsoring’ op pagina 23. Bijna 1 miljoen van het campagnebudget komt van drie sponsoren, merkt u op. ‘En die sponsoren en iemand in het campagneteam hebben belang bij pogingen om wijzigingen aan te brengen in de CDA-plannen zoals die in Wopke’s New Deal en het verkiezingsprogramma zijn uitgewerkt. Daar heb ik moeite mee.’

Met dat soort schimmigheid zou ieder CDA-lid dat níét door zijn ouders Sywert is genoemd moeite moeten hebben. U wijst erop dat de drie sponsoren ook níét zijn vermeld in het verplichte overzicht. ‘Op de sponsoring kom ik nog apart en vertrouwelijk terug.’ Hopelijk net zo vertrouwelijk als deze memo, zodat we het via De Limburger kunnen teruglezen.

De grote cynische grap blijft ondertussen natuurlijk dat we op weg zijn, of hopelijk: waren, naar een kabinet onder leiding van man met een selectief haperend geheugen die zelf vindt dat hij radicale ideeën heeft over bestuurlijke vernieuwing, maar die vooral zoveel mogelijk bij het oude lijkt te willen laten. Het oude dat ouders in de toeslagenaffaire zoveel ellende opleverde, en hemzelf een val van zijn kabinet. En dat wil hij het liefst samen met de man van de klassieker: ‘We hebben geprobeerd de heer Omtzigt te sensibiliseren, maar dat is niet gelukt.’ Misschien lukt het wél als we wat hitlersnorretjes op zijn posters tekenen, dachten enkele ijverige CDA-leden vervolgens. Wellicht maakten ze daarna ook nog even het befaamde at your service-saluut van Camiel Eurlings.

Een belangrijke reden dat Wopke Hoekstra zoveel moeite heeft met regeren met GroenLinks, is overigens dat hij twijfelt over de stabiliteit van die partij. In de psychologie heet dat niet ‘doorpakken’, maar: projectie.