Premium

Roadtrip langs de laatste videotheken

Twintig jaar geleden had elk gehucht een videotheek. Nederland telde er meer dan duizend, nu zijn dat er nog minder dan tien. ‘Mijn laatste fysieke klant huurde op 9 maart een film. Dat was misschien wel de allerlaatste,’ zegt een van de drie eigenaren die Nieuwe Revu wist op te sporen.

Goedlachse Ferry bestiert de Kwartet-shop in Lelystad.

In een rustige woonwijk van Heiloo, net buiten het centrum, wandelt een pubermeisje over straat, druk naar links en rechts swipend op haar smartphone. We rijden langs, doen het autoraampje omlaag en spreken het tienermeisje aan. ‘Goedemorgen, mogen wij jou wat vragen?’

Het meisje staakt haar swipen onmiddellijk. ‘Hallo. Wij zijn van Nieuwe Revu.’

Een diepe frons van verbazing nestelt zich tussen de ogen van het meisje. Vanuit mijn passagiersstoel kijk ik haar indringend aan. ‘Waar is hier ergens de videotheek?’

De verbazing op haar gezicht maakt plaats voor verbijstering en iets van interesse. ‘Sorry, wat zoekt u precies?’

‘De videotheek. Wij zoeken de videotheek. Die zou hier ergens in de buurt moeten zijn.’

‘Huh? De watte? Dat is toch gewoon een app op je telefoon?’

Diep zuchten, het meisje bedanken en verder zoeken lijkt de efficiëntste keuze. Ik kies het alternatief: een beknopt, maar broodnodig lesje in moderne geschiedenis. ‘Nou, nee. De videotheek is een gebouw. Een plek waar mensen samenkomen. En over films praten. Klassiekers, kaskrakers, cultjuweeltjes. The Godfather, The Italian Job, maar ook Sharknado en Highlander II: The Quickening. Schaamteloze kutfilms. Zonder reclame. Op een glimmend schijfje, met een prachtig hoesje eromheen. Hoesjes met schitterende afbeeldingen en tot de verbeelding sprekende screenshots, maar ook de volledige synopsis van het filmscript in maximaal vijf zinnen en natuurlijk de heel eenzijdige, positieve recensies uit de krant. ‘The definite blockbuster of ’96!’ Dat soort leuzen. En die kan je dus allemaal huren, in de videotheek. Ook de allernieuwste, fresh uit de bios. En als je er meerdere huurt, krijg je dikke korting. Je weet wel: de videotheek!’

Het meisje, zelf niet ouder dan moderne klassiekers als Sin City, The Departed en vermoedelijk zelfs No Country for Old Men, kijkt nu alsof haar TikTok-account zojuist is gehackt door Morpheus uit The Matrix. Hoe langer ik blijf ratelen, hoe dieper de frons van verbazing zich nestelt tussen de geëpileerde wenkbrauwen van mijn minderjarige gesprekspartner. ‘Meneer, ik weet echt niet waar u het over heeft. En bovendien mag ik van mijn vader niet zo lang praten met vreemde mannen van uw leeftijd. Nou, ik loop nu weer verder, hoor. Doei!’

Met een soortgelijke verslagenheid die Will Smith gedurende het volledige epos I Am Legend met zich meedraagt, zoeken wij verder naar een van de laatste videotheken van Nederland.

Een verslagen blik

Pal boven de etalage van een dameswinkel aan de Heerenweg in Heiloo, een van de drie drukste straatjes van het kleine stadscentrum, prijkt een zwart-wit naambord: Videotheek ’t Centrum. De babykleertjes, sieraden en zakjes met de ‘beste drop ooit’ in de schappen doen vermoeden dat die titel verkeerd is geplaatst. ‘Nee hoor, jullie zitten goed,’ zegt eigenaar Lisette (44) bij binnenkomst. ‘Maar zoals je ziet, ben ik eigenlijk helemaal gestopt met films verhuren. Sinds de lockdowns komt er echt helemaal niemand meer voor.’

Met enigszins verslagen blik opent de winkelhoudster een klein, houten kastje achter haar kassahoekje. Zo’n vijftig gestapelde dvd-hoesjes, veelal Amerikaanse speelfilms en enkele televisieseries, zoals het vierde seizoen van Game of Thrones, liggen roemloos stof te vangen. ‘Kijk, ik heb er wel nog een paar. Ik vertik het gewoon om mijn collectie helemaal weg te doen. Dat vind ik te moeilijk. Maar om ze zo pontificaal in het zicht uit te stallen, dat heeft geen enkele zin meer. Er zijn amper mensen die nog een filmpje komen huren. Doodzonde, maar het is gewoon niet anders.’

Lisette, eigenaar van Kado&Zo, voorheen Movie Max ’t Centrum in Heiloo.

De vijftig dvd-hoesjes in het kleine, houten kastje van Lisettes cadeauwinkel zijn het laatste stukje bewijsmateriaal van een videotheek die niet zo gek lang geleden nog bruiste van de klanten en goed was voor jaaromzetten van dik een half miljoen euro. Vorig jaar, vlak voor de corona-uitbraak, trok Lisette na 21 jaar definitief de stekker uit haar Movie Max ’t Centrum. Nu heet haar winkel Kado&Zo en leeft ze van de verkoop van kleding, kaarsjes en andere ‘weggeefspulletjes’. Van de tijd van toen is weinig tot niks over. Zelfs het ooit zo duistere en weggestopte pornohoekje werd getransformeerd tot een drietal sfeervol ingerichte paskamertjes. Lisette: ‘In de jaren 90 was dat hoekje goed voor 40 procent van mijn omzet. Eén keer per maand kwam er hier een wit bestelbusje voorrijden, met een mannetje dat porno’s voor 2 of 3 gulden per stuk verkocht. Die verkocht ik in no time weer door voor 44,95. Die dingen waren niet aan te slepen. Tsja, leven zonder internet, hé?’

Onvermijdelijke ondergang

In 1998 nam Lisette als zelfbenoemde filmfreak de goedlopende videotheek over van haar toenmalige werkgevers. In die eerste jaren kwamen er op drukke dagen driehonderd klanten over de vloer in Movie Max ’t Centrum. ‘Ik verhuurde veel, maar ik verkocht ook veel. Blu-ray, alles van PlayStation, dvd’s. Alles deed het goed. Achter in de winkel stond een terugspoelapparaat voor klanten die hun VHS niet hadden teruggespoeld. Daar stond een gulden boete op.’

Het grote succes uit die beginjaren dankt ze voor een groot deel aan haar eigen filmkennis, denkt ze. ‘Mensen kwamen hier geregeld voor mijn advies. Ik keek dan ook twee of drie films per dag. Ik wilde weten wat ik verhuurde.’ Vijf jaar lang verdiende Lisette bakken met geld met haar videotheek. Eventjes kreeg ze concurrentie van Videoland, die zich verderop in de straat vestigde. ‘Een grote, kale vent,’ blikt Lisette terug op die onvergetelijke ontmoeting. ‘“Jij blijft niet zo lang meer bestaan,” was het allereerste wat hij tegen me zei. Nou, lekker dan, dacht ik. Was ik net een half jaar bezig en dan zo’n vent in je straat, van Videoland nog wel. Helemaal klote. Maar na een jaar was hij alweer failliet. Hij maakte geen schijn van kans. Ik bediende half Heiloo al van films.’

In de jaren 90 was het pornohoekje goed voor 40 procent van mijn omzet. Porno was niet aan te slepen

Maar toen kreeg ook Lisette het moeilijk. Met de onvermijdelijke ondergang van de dvd zag ze in 2003 de bui al hangen. ‘Ineens was iedereen bezig met cd’tjes en filmpjes branden. Hier om de hoek zat toen een zonnestudio, waar de eigenaren illegale, gekopieerde films verkochten. Na een poosje liepen ze tegen de lamp en werden ze opgepakt, maar na een poosje deed iedereen hetzelfde. Iedereen had ineens een kennis die iedere film voor je kon regelen. Toen werd het ineens een stuk rustiger in mijn zaak. Een paar jaar later, rond 2007, begon ik het keihard in mijn omzet te voelen. Films gratis downloaden van internet werd steeds makkelijker en normaler. Toen moest ik de beslissing maken: ga ik hiermee verder of ga ik er andere dingen naast doen? Ik begon ernaast maar kleding te verkopen.’

Om de filmverhuur overeind te houden, schakelde Lisette in 2011 over van losse huurprijzen op een aantrekkelijker systeem met abonnementen. Met succes, want daarmee beleefde haar videotheek een heuse renaissance. ‘Klanten betaalden tussen de 7,50 en 25 euro en daarvoor konden ze bij mij onbeperkt films kijken. Dat liep storm. Ik had al snel zo’n vijfhonderd abonnees, waarvan de meeste 15 euro per maand betaalden. Reken maar uit.’

Ook Hollywood op z’n gat

Maar ook haar tweede leven als videotheekhouder mocht niet lang duren. Vijf jaar geleden leed Lisette een forse terugloop van betalende abonnees. ‘Ik had toen nog maar tweehonderd leden en zelfs dat aantal bleef teruglopen. Vorig jaar, vlak voor corona, had ik nog zo’n honderddertig leden. Ik moet films inkopen en dat kostte me inmiddels meer dan dat ik met de verhuur verdiende. Godzijdank liep mijn kledingverkoop inmiddels goed, dus lag de overstap voor de hand. Maar pijnlijk was en blijft het wel. Films zijn nu eenmaal mijn grote passie. Ik had dolgraag mijn hele leven een videotheek willen runnen. Ik denk vaak terug aan de gloriejaren.’ Sinds Lisette haar gigantische rijen kasten vol horrors, thrillers en comedy’s opdoekte en uitdunde tot de huidige, bescheiden stapel achter de kassa, ontving ze vorig jaar nog altijd zo’n veertig klanten die af en toe een film huurden. De laatste maanden bleven ze weg. Voor de allerlaatste puristen, ‘een mannetje of twaalf ’, maakte Lisette een besloten appgroepje. ‘Dat zijn voornamelijk oudere mensen. Zij hebben heus wel Netflix, maar daarop vind je niet eens de allernieuwste films.’

Met sporadische updates in de groep houdt Lisette haar meest loyale fans op de hoogte van de laatste blockbusters. Haar laatste bericht dateert alweer van december. De laatste fysieke klant – ‘even zoeken in de kassaregistratie’ – huurde op 9 maart een film in Movie Max ’t Centrum. ‘Dat was misschien wel de allerlaatste. Er is gewoon geen vraag meer naar.’

Door de pandemie bleven niet alleen de klanten weg. Ook de filmindustrie bracht weinig nieuwe dingen uit, stelt de onderneemster. ‘Er zijn in het afgelopen jaar schandalig weinig films uitgebracht. Ook Hollywood ligt op z’n gat. Die nieuwe James Bond is al tig keer uitgesteld. Als ie dan eenmaal uitkomt, kan ik ’m pas twee à drie maanden later inkopen. Dat helpt allemaal niet mee. Maar wie weet, misschien komen mensen wel weer bij mij vragen naar de nieuwste films zodra het aanbod weer begint te lopen. Ik hoop het echt.’

Mijn laatste fysieke klant huurde op 9 maart een film. Dat was misschien wel de allerlaatste. Er is gewoon geen vraag meer

Toen Lisette vorig jaar besloot om te stoppen, kreeg ze een mediastorm over zich heen. ‘Ik was lange tijd de laatste videotheek van de regio Alkmaar én volgens mij zelfs een van de laatste van Nederland. Dat ik ging sluiten, was nationaal nieuws. Na de uitzending van Hart van Nederland belden mensen me vanuit het hele land op. Of ze nog één keertje een film bij mij mochten huren.’ Dat Lisette het zo lang heeft volgehouden in een snel stervende afzetmarkt, heeft niet eens te maken met doorzettingsvermogen, stelt zij. ‘Dit is pure liefhebberij. Ik heb het gewoon langer kunnen rekken dan de meesten, omdat ik er van alles naast ging verkopen.’

Fat & Old Squirting Sluts

Wie de Kwartetshop in Lelystad van de goedlachse winkeleigenaar Ferry binnenstapt, waant zich in een tijdscapsule. Honderden, zo niet duizenden glimmende dvd-hoesjes liggen keurig uitgestald in eindeloze rekken. Onder nostalgische filmposters van gespierde actiehelden en knappe Hollywoodactrices maken navigerende filmcategoriebordjes als ‘speelfilms’ en ‘romantische komedies’ de klanten wegwijs in een oase van entertainment. Wie niet beter weet, ziet hier de laatste, volwaardige videotheek van Nederland in al zijn glorie. ‘Mooi he?’ lacht de winkelhouder. ‘Zonde dat er nog maar een mannetje of twintig gebruik van maken.’

Meer dan 90 procent van zijn omzet haalt Ferry uit het kleinste hoekje van zijn imposante videotheek. Daar liggen de rookwaren, de bakjes met snoep, de koelkast met blikjes fris en, het belangrijkst, de kaartmachine van de Nederlandse Loterij. Maar toch, zijn gigantische filmcollectie verwijderen om die grote winkelruimte te benutten voor iets lucratievers? ‘Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt. Dit is toch veel te mooi om weg te doen? Ja, er komen nog maar vijf mensen per week een pakketje weekfilms huren, maar zolang ik het op deze manier kan rooien, blijf ik het lekker zo doen.’

Ook Ferry’s oude hardcore-hoek, afgeschermd door een extra hoog rek, is keurig bewaard gebleven. De schappen zijn er opvallend leeg, op enkele niets onthullende titels na. Trashy Blonde Bathroom Fucks, Black Chicks with Small Tits en Fat & Old Squirting Sluts lijken de laatst overgebleven huurtitels uit het vunzigste hoekje van Lelystad. Ferry: ‘De porno verkoop ik alleen nog maar.

Verhuren doe ik het toch niet meer. Vanochtend nog. Mooi stapeltje verkocht aan een oude meneer. Ik krijg nog steeds klanten van het eerste uur over de vloer. Die mensen hebben een aardig huurtegoed opgebouwd.’

Twintig jaar geleden stapte Ferry in de lucratieve videotheekbranche. ‘Ik was consultant en had zin in iets anders. Werken in een videotheek leek mij prachtig. Het audiovisuele, beeld en geluid, trok mij altijd enorm aan. Ik had niks te verliezen, dus nam ik deze zaak in 2001 over. Inclusief het grote klantenbestand.’

Het waren gouden tijden, vertelt Ferry met gevoel voor nostalgie. ‘Actie deed het altijd het best. De nieuwste van Bruce Willis, Steven Seagal en Arnie. Werd allemaal gevreten. De tent stond dagelijks helemaal vol. Ik draaide jaaromzetten van meerdere tonnen.’

Toch merkte ook Ferry vanaf dag één een naderende omslag. ‘Het grote downloaden heeft het voor ons natuurlijk verneukt. Kijk, videobanden kopiëren gebeurde voor mijn tijd al. Het verschil is: de kwaliteit van die dingen liet zwaar te wensen over. Met de dvd was dat anders. Dus had iedereen ineens illegale kopietjes in de kast staan. Toen werden er bij mij ineens heel veel hoesjes gestolen. De illegale collectie thuis in de kast moest er natuurlijk wel een beetje officieel uitzien.’

Ondanks razendsnelle ontwikkelingen – supersnel internet, piraterij, streamingdiensten – was de neergang van de videotheek voor Ferry een geleidelijk proces. ‘Ik merkte dat veel klanten me een warm hart toedroegen en hoopten dat ik open zou blijven. Veel mensen bleven bij mij huren, ondanks de snelle opkomst van illegaal downloaden en daarna de streamingdiensten. Sommige klanten zijn liefhebber of purist, sommigen weigeren hun privégegevens in te vullen op het internet bij zo’n streamingdienst. Maar ik hoor mensen ook klagen over het aanbod op Netflix en Videoland. Als je dezelfde toegang wil hebben die ik nog steeds aanbied, de allernieuwste films op één plek dus, dan moet je lid worden van wel heel veel verschillende streamingdiensten. Gelukkig zit niet iedereen daarop te wachten. En dan komt de enkeling die nog wil huren puur voor de charme van de videotheek. Rondkijken en niet weten wat er op je pad komt. Naar huis gaan met een film die je anders nooit had gevonden of gekeken.’

Snoep en loterijkaartjes

Met een mooie winkel, die meer wegheeft van een jaren 90-museum dan een functionele videotheek, en een goedlopende handel in snoep en loterijkaartjes maakt Ferry er het beste van. Zich druk maken over de ondergang van de videotheek doet hij wel nog. ‘Ik verwijt onze regering dat ze geen impopulaire maatregelen durft te nemen. Het massale gratis downloaden van films gaat hand in hand met het schenden van auteursrechten. Dat is lange tijd gedoogd door onze overheid. Ik heb jarenlang gewacht totdat ze de belangen van de filmindustrie zouden beschermen. Dat is nooit gebeurd. Ook de filmmaatschappijen hadden destijds hun krachten moeten bundelen om dat downloaden direct aan te pakken. Dat is niet gebeurd en nu hebben we een samenleving waarin mensen het normaal vinden om ergens niet voor te betalen. Dat valt mij echt op: de jeugd heeft nog maar weinig moeite met criminaliteit. “Waarom maak je geen valse toto-briefjes?” vragen ze mij soms. Daar sta ik echt van te kijken.’

Ook de manier waarop wij naar films kijken, is er volgens Ferry niet veel beter op geworden. ‘Films zijn wegwerpartikelen geworden. Toen beleefde je een film. Films die groot waren in de bioscoop, daar moest je weken op wachten voordat je ’m eindelijk kon huren. Als je ’m dan in je handen had, god man, dan was je blij! En nu? Nu kijk je er snel eentje tussendoor, op een laptop met slechte speakers. Mensen worden steeds gemakzuchtiger en luier. De stap van thuis op je kont zitten naar iets gaan doen, nemen mensen steeds minder. Alles gaat digitaal, tot boodschappen doen aan toe. Tijdens het uitlaten van hun hond zitten mensen nog steeds op hun telefoon. Dat is toch te krankzinnig voor woorden?’

Het was een gekkenhuis. Als ik om 13.00 uur openging, stonden ze al met zeven man voor de deur

Zo nu en dan verhuurt Ferry nog een film. ‘Als ik nieuwe films binnenkrijg, zijn er nog wel enkele geïnteresseerden. Maar ja, dat is ook anders nu. Vroeger kwamen in één week meerdere klappers van filmtitels binnen. Daar moet je nu drie maanden op wachten. Door de opkomst van series worden er veel minder goede films gemaakt. Een beetje acteur zweerde bij films. Nu zie je de allergrootsten ook meespelen in series. Logisch, zij weten ook wel dat daar meer te halen valt dan in de filmindustrie. Ik verhuur ze niet. Alle series staan toch al op Netflix.’

Voor het herbeleven van de goeie ouwe tijd is Ferry anno 2021 afhankelijk van een storing bij Ziggo of KPN. ‘Een klein deel van Lelystad hoeft maar eventjes geen internet te hebben en de mensen staan hier alweer op de stoep, hoor. Toch leuk, want dan ervaren mensen toch weer even de videotheekervaring. Samen met je zoon of dochter een filmpje uitzoeken. Prachtig toch?’

Omzet van kwart miljoen

Voor wie dat zou willen, kan ook in het zuiden van Nederland nog terecht in de videotheek. Maar dan moet je er wel heel goed naar zoeken. De laatste Filmclub van Nederland is weggestopt in een nietszeggend straatje in een nietszeggende buurt in het dorpje Sint-Michielsgestel. Een nauwe gang leidt naar de stille winkel. Tussen de duizenden dvd’s moedigt een gigantische kartonversie van de rapper Donnie, vermomd als Koning Toto, de klanten aan om eens een eentje hier en een tweetje daar te wedden. Het is veruit het spannendste element van de verlaten videotheek van eigenaar Jacques. ‘Er komen amper nog mensen. Maar dit is mijn eigen pand en ik heb geen personeel, dus de kosten zijn laag.’

Eigenaar Jacques van de Filmclub in Sint-Michielsgestel.

Als er geen klanten langskomen voor zijn kluisjes van Budbee, zijn PostNL-punt of zijn chocoladerepen, verveelt Jacques zich weleens. Dan dwalen zijn gedachten af naar betere tijden. 1984 bijvoorbeeld, toen hij in de wereld van videotheken stapte. ‘Een gekkenhuis. Als ik om 13.00 uur openging, stonden ze al met zeven man voor de deur. Rond de kerst hadden wij drie A4’tjes vol met reserveringen. Ik zette elk jaar een kwart miljoen gulden om. Maar de kosten waren ook niet mals. Eén film inkopen op dvd kostte zo’n 60 euro. Vanwege de filmrechten. Voor een videoband in de jaren 80, de echte krakers als James Bond dan, was dat zelfs 300 gulden.’

Een enkeling komt nog langs voor een film bij Jacques, die het met zijn Filmclub hoopt uit te zingen tot zijn pensioen. ‘Ik zou niet weten wat ik anders zou moeten beginnen, qua winkel. Ik heb geen zin om voor een baas te werken. En bovendien liggen hele fysieke winkelketens onder zware druk. Wat kan je nou nog beginnen om te concurreren met het internet? Over zeven jaar mag ik met pensioen. Dat moet ik wel kunnen volhouden. En dan ben ik misschien wel de laatste video- theek van Nederland.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • Maarten Albrecht