Longread | Last Action Heroes: de laatste videotheken van Nederland

Je ziet ze al bijna niet meer, maar ze bestaan nog wel: videotheken. Het is hard gegaan in de branche, waarin het illega...

Je ziet ze al bijna niet meer, maar ze bestaan nog wel: videotheken. Het is hard gegaan in de branche, waarin het illegaal downloaden zware klappen uitdeelde en Netflix vervolgens de doodssteek gaf. Een handjevol uitbaters in veelal kleine ­gemeenschappen probeert er het beste van te maken.

Fotografie Gerard Wessel

Bij Jacco d’Haene in Raamsdonksveer kun je geld overmaken naar het buitenland. Je kunt er je Totowinst verzilveren en krasloten verkopen. Hij heeft printerinkt, games en weet alles van e-sigaretten. En D’Haene verhuurt en verkoopt films en series, want feitelijk runt hij nog steeds een videotheek: Videorveer. Aan de buitenkant van zijn zaak aan de Keizerdijk zie je het er niet direct aan af. Reclame voor Western Union doet toch vooral een postagentschap vermoeden.

D’Haene komt direct vanachter zijn beveiligde loket tevoorschijn als we binnenstappen. Paardenstaart, Big Lebowski T-shirt: een echte filmfanaat. Samen lopen we langs de kasten vol dvd-doosjes, en dat voelt al bijna als een nostalgische bezigheid. De dagfilms, veel romantische komedies en actie, een verrassend groot aanbod arthouse. Hij vertelt hoe hij nog vijftig à zestig nieuwe titels per maand inkoopt. Hij toont het hoesje van Men & Chicken om te bewijzen dat hij helemaal bij is. ‘Maar als er vijf arthousefilms bijkomen, moeten er ook vijf uit. De ruimte is beperkt, hè?’

Horror is nog steeds een van de smeermiddelen van een steeds stroever lopende machine. D’Haene pakt een nieuwe aanwinst met een demon op de cover: Jeruzalem. ‘Verhuurt als een malle. Is waarschijnlijk heel slecht, maar een spannend hoesje eromheen en het is weg. Ik heb klanten die alles gezien willen hebben.’

Gunfactor

De volgende uren passeert zijn doelgroep de revue. Blue collar zouden ze in Amerika zeggen, en veel gezinnen. ‘Ik ben de enige die nog games verkoopt, dan heb je een functie in een dorp waar geen Mediamarkt is. Mensen kunnen het online bestellen, maar ik denk dat ze het wel prettig vinden om het hier op te kunnen halen. En misschien speelt de gunfactor ook wel een rol, maar het liefst wordt me niks gegund. Ik wil het gewoon op eigen kracht verdienen.’

Vanaf 2006 begon de piraterij zijn inkomen te raken. ‘Vijf jaar geleden ging het helemaal los. Downloaden zat in een schemergebied waardoor het niet echt illegaal was. Dan beweerden mensen hier doodleuk: het mag toch gewoon? Stond ik echt te koken!’

Vaste klanten die al tien jaar elke week een film huurden, kwamen plots niet meer. ‘Komt zo’n gozer op een gegeven moment binnen en vraagt: “Heb je nog wat nieuws?” Laat ik hem wat dingen zien, zegt ie: “Die heb ik al gedownload, die heb ik al gedownload.” Ik zei: “Als je het niet erg vindt, help ik jou niet. Als je me in mijn eigen winkel voor schut gaat zetten...” ’

Met een all-you-can-watch-abonnement betalen klanten nu een vast bedrag per maand en mogen dan meenemen wat ze willen, zolang ze willen. ‘Ik ben dat begonnen toen Netflix eraan zat te komen. De kunst is de klanten die hier al jaren komen binnen te houden, en dat lukt nog steeds aardig.’ De abonnementen leveren hem een basisbedrag per maand op waarmee hij zijn nieuwe titels inkoopt.

‘Ik heb twee redenen om iets in te kopen: ik kan het verhuren, of ik vind het zelf leuk. Voldoet het aan een van die twee redenen, dan is het goed. Anders is het geen hobby meer, maar geld weggooien.’

Aan het loket meldt zich een klant die met een donkerbruine stem vraagt wat hij zoal aan elektronisch roken heeft. D’Haene somt de mogelijkheden op en overhandigt een doosje met een succesmodel. ‘Wat dik joh! Ik heb nu zo’n e-smoker, maar dat is een paar keer trekken en het is klaar. Ik blijf dat ding oplaaien!’

Als een volleerd vertegenwoordiger somt D’Haene de voordelen van het apparaat op: de kleine accu, het feit dat je hem tijdens het opladen kunt gebruiken. De klant twijfelt nog: ‘Heje met niketine?’

‘Ik heb zware shag-gehalte, gewone sigaret, light of nul. En allerlei smaakjes. Vloeistof is drie euro voor een flesje, en dat staat gelijk aan vier pakjes Marlboro negentien stuks. De vloeistof is waar je op gaat verdienen.’ De klant is overtuigd en rekent de e-sigaret af. ‘Doe maar met de zware shag-vloeistof. Ken ik een beetje afbouwen.’

Net als de meeste overgebleven videotheken van Nederland wordt Jacco d’Haene bevoorraad door I.E.S., een samenvoeging van de Vlaamse groothandel Elite Video en de Nederlandse franchise Filmclub. Leverde de organisatie in 2010 nog aan 380 winkels in Nederland en België, inmiddels zijn dat er nog een stuk of negentig.

Jeroen Geurtsen wordt als manager van I.E.S. wel de laatste der Mohikanen genoemd. Hij kan erom lachen, maar de achterliggende reden is natuurlijk treurigstemmend. ‘Het is de neergang van een markt waarin tot vijftien jaar geleden alles kon – ik heb dankzij de branche drie keer Concorde gevlogen – en nu helemaal niets meer. Natuurlijk is de melkboer ook verdwenen, maar hoor je ooit iemand over de duizenden arbeidsplaatsen die verloren zijn gegaan aan illegaliteit? Studio’s, distributeurs, verzending, ondertitelaars; al die bedrijven leefden van de markt zoals die was. Die markt is nagenoeg verdwenen.’

Kapotgemaakt

Hij snapt het wel als ik vertel dat veel huidige videotheekbezitters geen zin hebben om te praten over hun broodwinning. Geurtsen: ‘Het enige wat ze tegen je zullen zeggen is dat het vroeger leuk was en nu niet meer. Sommige ondernemers hadden twee jaar geleden al dicht gemoeten, en waarom ze dat niet doen weet ik niet. Misschien omdat velen hun reserves in die winkels gepompt hebben. Ik ken videotheekhouders die compleet kapotgemaakt zijn door hun huurbazen. Ach, het zijn over het algemeen trieste verhalen. De industrie had aan een toptitel als Armageddon een half miljoen omzet, en de videotheken wisten dat bedrag minimaal te verdrievoudigen. Ik denk dat daar nog geen tienduizend van over is.’

Waar dat geld gebleven is? Geurtsen weet het wel: grotendeels verdampt. ‘Omdat de video-on-demand nog niet optimaal functioneert. Natuurlijk hebben illegaliteit en Netflix veel weggenomen. En uitgesteld kijken is ook een fenomeen geworden. Maar de grote groei van on demand-kijken is uitgebleven omdat er geen kennis zit bij aanbieders als Ziggo.’

Hij vertelt dat toen in 2014 zijn winkel in IJsselstein sloot er wekelijks twaalfhonderd nieuwsbrieven uitgingen. Twee jaar later worden die nog steeds door duizend mensen in dat gebied gelezen, puur omdat er geen informatie is. ‘Dat is waar wij altijd goed in zijn geweest; de verborgen toppers promoten. Vraag maar eens op straat wat mensen van Sicario weten en bijna niemand zal die kennen. Zo zijn er elke maand wel drie of vier. Die zakken nu allemaal door het ijs.’

Persoonlijk advies, dat is ook waar Jacco d’Haene zich met Videorveer mee onderscheidt. Als hij een huurklant spot, komt hij uit zijn hokje, klaar voor eventueel advies. Dat beveiligde loket is geen overbodige luxe. In februari vielen twee gemaskerde mannen de zaak binnen en eisten geld. Toen een van hen zijn pistool door het luikje stak, kon Jacco nog net wegduiken. De beelden werden uitgezonden door Opsporing Verzocht, maar leverden geen arrestatie op.

Bij D’Haene zit de schrik er goed in. Een van de overvallers droeg nota bene een doodshoofdmasker. ‘Het heeft wel zijn sporen nagelaten. Ik maak het niet groter dan het is, maar ik wil het nu wel voor zijn.’ Al twee jaar eerder kreeg hij een waarschuwing van iemand die iets had opgevangen in de kroeg. ‘Dus heb ik dit laten bouwen. En toen kwam die overval er ook. Mijn vader is ook beroofd, toen stonden ze met vier man in de zaak met knuppels en messen. Een stak hem meteen in zijn hand, zonder waarschuwing. “Geld!” Hij heeft van mij nu ook zo’n muurtje gekregen. Ach, bij een tankstation weten ze niet beter.’

Jacco’s vader is ooit de winkel in Raamsdonksveer begonnen. Nu runt hij, inmiddels in de zeventig, een videotheek in Dongen. Jacco denkt niet dat hij er veel aan overhoudt. ‘Elke week vraag ik hem of hij nog wel wat verdient. Met een beetje van dit en een beetje van dat houdt hij er nog wat aan over. Maar ja, net als ik staat hij zeven dagen per week in de zaak. Het is ook trots. Hij heeft zulke goede tijden meegemaakt. In de jaren tachtig was er geen koopmarkt, tv had niks. Het was de bios of huren.’

Pornohoek

Een van de aanjagers van de videotheekcultuur, de seksfilm, is inmiddels volledig uit de handel verdwenen. Tien jaar terug had Jacco nog een complete pornohoek, nu kan hij ze nog net niet gratis weggeven. ‘Ik kon mijn zaak draaien op alleen seksfilms. Het was relatief lage inkoop, en de klanten waren snel tevreden, als er maar elke week wat nieuws stond.’

Met smaak vertelt hij hoe veel mensen eerst een gewone titel huurden om daarna snel de pornohoek in te duiken. Jacco rekende dan discreet af en deed er een tasje omheen. ‘Iemand zei eens: “Elke keer als ik een klant met een tasje de winkel uit zie lopen, weet ik wat hij gehuurd heeft.” ’ De anonieme dvd-automaat op de gevel was een uitkomst voor gegeneerde huurders. ‘Er was een tijd dat seks met dieren nog niet verboden was. Ik had toen een film met hondjes, zeg maar, die durfde niemand in de winkel te huren. Maar door de verhuurautomaat ging dat ding lopen, zeg! En series zoals de Handyman, mensen volgden die man ook echt. Dat zullen ze nu nog wel doen, maar ik zie dat niet meer en ze betalen er ook niet meer voor. De Handyman zal het nu ook wel moeilijk hebben.’

In grote steden als Amsterdam, Utrecht en Den Haag zul je tevergeefs naar een videotheek zoeken, maar in Leeuwarden zitten er nog twee. En het zijn buren. ‘Het was zelfs nog gekker,’ vertelt Jan Brugman, voormalig eigenaar van videotheek Filmclub Leeuwarden. ‘Tot een paar jaar geleden zat Videoland er ook nog naast.’ Drie videotheken zij aan zij, een beter bewijs van de gouden handel die verhuur ooit was, is niet te leveren. Inmiddels is Videoland verdwenen en is Filmclub Leeuwarden onderdeel geworden van de tweedehands elektronicawinkel Usedtronics van Jans zoon Dorus. Die heeft nog wat rekken dagfilms en koop-dvd’s staan, maar je ziet het in zijn zaak gemakkelijk over het hoofd.

We nemen plaats op de etage boven de winkel, een waar pakhuis vol filmherinneringen. Oude displays, veel verpakkingsmateriaal en stapels lang niet verhuurde of onverkochte dvd’s. Twee tassen vol staan klaar om vernietigd te worden. Uit een map diept Jan Brugman krantenknipsels op uit betere tijden. ‘Hier, uit 1980: “Vooral in de videotape zit een grote toekomst”. Dat bleek wel te kloppen.’

Toen hij begin jaren 80 zijn videotheek opende, schakelde de markt net over van smalfilmverhuur naar VHS. Ze waren niet aan te slepen. Brugman herinnert zich dat hij op een zondagochtend de voordeur per ongeluk open had laten staan. ‘Half negen, het was nog donker, stond er een winkel vol klanten films uit te zoeken! Nu niet meer te geloven, maar het was echt zo. Heb toen enorme omzetten gedraaid. Gouden tijden, totdat Videoland kwam. Toen moest ik de slagroomtaart delen.’

Wegens inventarisatie gesloten

Brugman houdt van film, de betere film. Dat was zijn kracht en zijn achilleshiel. In de hoogtijdagen had Filmclub Leeuwarden de grootste collectie van Noord-Nederland. De winkel had de complete IMDb-top 1000 in de verhuur, een buitengewone prestatie. ‘Daar was ik enorm trots op, maar het was ook frustrerend. Ik ontdekte tot mijn verdriet dat mensen helemaal geen goede films wilden huren, alleen maar de nieuwste.’

Illegaal kopiëren begon al in 1998, toen internet echt begon op te komen. ‘Stond ik met een T-shirt achter de toonbank: ‘piraterij is een misdrijf’. Dan zie je vervolgens dat de overheid daar niets tegen doet. Maar ja, je kunt moeilijk bij particulieren gaan binnenvallen.’

Brugman heeft daar zelf nooit moeite mee gehad. Toen hij in de gaten kreeg dat een collega in Drachten zijn hoesjes stal om illegale kopieën er legaal uit te kunnen laten zien, trommelde hij wat mannetjes op. ‘Ik had van tevoren een bordje gemaakt met ‘wegens inventarisatie gesloten’ en ben naar Drachten afgereisd. Ik ging naar binnen, hing dat bordje op de deur en zei: “Ik kom mijn films halen.” Alles waarvan ik dacht dat het van mij was, gooide ik in dozen.’

De foute verhuurder liet dat niet over zijn kant gaan. ‘Hij draaide toen de deur op slot, opende een luik achter de balie en liet zijn rottweilers op ons los. Politie kwam en ik stond natuurlijk in mijn recht, dacht ik. Hij kon in zijn administratie immers niet aantonen dat hij die films had gekocht. Maar dan zie je dat geklungel van de politie. Die vent kon niet eens barcodes printen, maar ging toch vrijuit.’

Toen de Videoland-keten een fee share-systeem introduceerde was dat de doodsteek voor Filmclub Leeuwarden. Franchisehouders kregen de films in bruikleen, terwijl Brugman gewoon moest inkopen. Binnen een paar jaar had hij een enorme schuld opgebouwd bij zijn groothandel. Een afbetalingsregeling volgde, en uiteindelijk kon zoon Dorus een doorstart maken.

Jan Brugman richt zich nu op zijn ware passie: filmgeschiedenis. Hij gaat me voor naar de zolder van het pand aan de Voorstreek. Het is de opslag van Brugmans verzamelwoede. Overal staan zeldzame camera’s en projectoren. Jan heeft onder meer de spullen liggen van Christiaan Slieker, wiens reisbioscoop rond 1900 feitelijk het allereerste filmtheater van Nederland was.

Pronkstuk

Hij showt zijn pronkstuk, de 70mm-camera van Fox waar The Big Trail (1930) van Raoul Walsh mee gedraaid is. ‘Toen ik hem net op een veiling had gekocht, werd ik gebeld of ze hem terug mochten. Er was een bekende Hollywoodregisseur die hem dolgraag wilde. Denk dat het Spielberg was.’ Nu hoopt Brugman met een reizende tentoonstelling zijn spullen te kunnen showen. Eerlijk is hij wel over de haalbaarheid. ‘Ik ga dat niet meer meemaken, maar ik hoop dat mijn dochter het overneemt.’

‘Mijn vader is een dromer,’ zegt dochter Elizabeth vertederd als Jan even weg is. Dorus is meer een doener. Hij was al een succesvol handelaar toen de videotheek van zijn vader in de problemen kwam. Maar ook Dorus had een valse start. Toen de naastgelegen Videoland-vestiging twee jaar geleden sloot, kon hij hun abonneebestand overnemen.

Dorus Brugman: ‘Ik was heel happig omdat ik wist dat het daar vrij druk was. Hij had vierhonderd abonnees, all-you-can-watch voor een tientje per maand. Dan kopen klanten wat snoep, wat drinken, en het levert vierhonderdmaal een tientje per maand op. Maar wat bleek: meer dan de helft had allang opgezegd. Het leverde uiteindelijk misschien tachtig nieuwe klanten op. Ik ben eigenlijk gewoon opgelicht. Tja, zo gaat dat.’

Dorus showt zijn tweedehands elektronicashop. Best een harde wereld, bekent hij. Niet voor niets staat de waar in stevige vitrines. ‘Laatst stond hier nog iemand met een baksteen binnen. En mijn zus is onlangs nog voor hoer uitgescholden toen ze iemand niet wilde uitbetalen.’

Achterin worden de laatste schappen met dvd’s ontruimd: niemand huurt meer oude titels. Een wandje porno staat treurig te wezen. Bij ons afscheid vindt Dorus dat ik toch even bij de buren moet binnenlopen. Hij snapt niet hoe die videotheek nog kan bestaan, zonder overduidelijke bijverdiensten. ‘Ik denk dat ze een beetje zijn blijven hangen in de tijd. Die eigenaren zijn van mijn vaders leeftijd, ze kennen niets anders. Maar ik denk niet dat daar veel geld binnenkomt.’

Ik wijs op de gleuf in zijn toonbank, ooit bedoeld voor retourcassettes. Hij knikt. ‘Die videotheek zit al zo lang in mijn leven. Maar ik heb zelf sinds kort Netflix en dat is wel een eye-opener, hoor. Dan is video plotseling geschiedenis, niet meer van deze tijd. Ik sta er eigenlijk nog steeds van te kijken als mensen huren.’