Premium

The Prophet: ‘Het is voor mij altijd erop of eronder’

De Tiktok-filmpjes waar zijn muziek onder staat, zijn niet aan te slepen. Dj The Prophet mag dan inmiddels de vijftig gepasseerd zijn, de oud-Hollandse hardcoremuziek van de gabberveteraan slaat nog steeds aan. ‘Vijf-honderd-miljoen views. Tweehonderdvijftigduizend filmpjes. Dat is echt bizar.’

The Prophet: ‘Het is voor mij altijd erop of eronder’

Het moet ergens begin dit jaar geweest zijn. In de staart van de eerste lockdown, of misschien halverwege de tweede; het einde van 2020 en de start van 2021 voelen als volkomen inwisselbaar. Maar ergens in die zes maanden schalde er een oorverwoestende hardcoredreun door ons kleine, drie-hoog-achter-appartementje. Nu is dat geen unicum. Zelf was ik in de hoogtijjaren van de hardcore, midden jaren 90, een tiener die niets liever wilde dan met een halfkale kop en een glimmende Australian tussen duizenden gabbers verwoestend hakken in immense sporthallen. Alleen was ik op de leeftijd dat ik van de kapper nog toestemming aan mijn moeder moest vragen om mijn kop half kaal te scheren – toestemming die ik overigens niet kreeg. Daarnaast was zowel mijn leeftijd als mijn bedtijd niet toereikend om de nachtelijke raves te bezoeken. Na de eeuwwisseling haalde ik al die verloren jaren met een haast maniakaal enthousiasme overigens ruimschoots in. Je kunt gerust zeggen dat de hardcordreun in mijn dna zit. Duistere hardcoredreunen zijn ons appartement dus niet vreemd, alleen kwamen ze deze keer niet uit onze op stevige dreunen ingestelde soundbar, maar uit de mobiele telefoon van mijn vriendin. Verwarring alom dus.

Op iedere donkere dreun die ik hoor, sla ik als sinds jaar en dag aan, als een hond die zijn baas het erf op hoort komen. Of het nu vanuit een langsrijdende auto, of als achtergrondmuziek in een serie is. Direct sta ik aan. Zo geschiedde dus ook ergens halverwege de eerste of tweede lockdown. ‘One for the night, two for the day. Let, let them know that we don’t play’ gevolgd door een hysterische lach en een overstuurde hardcoredreun en nog één en nog één knalde door het huis. Ik keek mijn vriendin ietwat in verwarring aan. ‘Wat is dat?’ vroeg ik haar beduusd. ‘Dat is The Prophet.’ Dat wist ik natuurlijk al. ‘Maar wat doe jij daarmee dan?’Ze schudde haar hoofd.‘Het is een TikTok-viral,’ en achteloos scrolde ze door op haar telefoon alsof het de normaalste zaak van de wereld was, mij in een complete mentale kortsluiting achterlatend.

Niet veel later, inmiddels had ik zelf maar een TikTok-account aangemaakt, zie ik duizenden en duizenden tieners wereldwijd TikTok-filmpjes maken met een hardcoretrack van een Nederlandse gabberveteraan uit de jongste jaren van de hardcore. Een man die nu, de vijftig gepasseerd, miljoenen views op TikTok scoort met een oud-Hollandsche hardcoreplaat. Mijn interesse is gewekt, en niet zo’n klein beetje ook.

Rollerdisco

Voor mijn Ekte Verhalen-serie ontmoet ik een paar maanden later The Prophet – echte naam Dov Elkabas – op het kantoor waar zijn hardstylelabel Scantraxx en managementbureau DVTD huist. In mijn tocht langs de succesvolle cowboys, zwarte schapen, nozems, paradijsvogels, buitenbeentjes en vrijdenkers ga ik deze keer in gesprek met een van de houseveteranen van de Lage Landen. Geboren in 1968, opgegroeid in Amsterdam-Zuid. Een jongen met weinig fiducie in studeren, maar met een diepe liefde voor muziek. Hij draaide als tiener, hoog weggestopt in de nok van de kelder onder de Bijenkorf, bij de wekelijkse Amsterdamse rollerdisco al zijn eerste plaatjes. House bestond toen nog niet eens.

Mijn verlegenheid komt waarschijnlijk door mijn stotteren. Vroeger wilde ik niet graag praten, want dan werd ik uitgelachen of kreeg ik een klap voor mijn kop van een leraar

Een paar jaar later maakte Elkabas de eerste golf van de house mee. Niet in de extravagante en elitaire hoofdstedelijke clubs als de iT en de Roxy, maar bij de workingclass-tegenhangers van ISP en Multigroove die in gekraakte loodsen vol boefjes, cowboys en rouwdouwers hardere en ruwere illegale no-nonsenserave organiseerden. Het waren raves voor jongens en mannen die met hun staartjes en hun sneakers niet langs de portiers van de iT en de Roxy kwamen en dus zelf maar iets gingen organiseren. Iets wat er begin jaren 90 nog niet was, maar in de jaren erna zou uitgroeien tot een van Nederlands grootste en meest succesvolle exportproducten.

Dov Elkabas, alias The Prophet.

In de gekraakte loodsen ontstond een nieuwe housegolf. Een golf waarvan Elkabas mede aan de basis stond. Onder zijn dj-naam The Prophet stond hij op de flyer van de eerste edities van legendarische feesten als Multigroove en Thunderdome. Feesten die klein begonnen, maar in de daaropvolgende jaren een legendarische status zouden krijgen. Net als The Prophet zelf overigens. Midden jaren 90 groeide hij als onderdeel van het hardcoreviertal The Dreamteam uit tot een van de rocksterren van zijn generatie. De housegolf die begin jaren 90 in gekraakte loodsen ontstond, was vijf jaar later uitgegroeid tot de heersende jeugdcultuur van het land. Honderdduizenden jongeren identificeerden zich midden jaren 90 als gabber, tot op de dag van vandaag de grootste en enige in Nederland ontstane jeugdcultuur. Met eigen muziek, raves, labels, radiostations, dans, kleding, gebruiken en zelfs een eigen tv-programma. Maar ook met Elkabas midden in het oog van de storm. Toen de gabberhype een aantal jaren later aan haar eigen succes ten onder ging, stond Elkabas aan de basis van alweer een nieuwe golf. Als tegenhanger van de hardere, duistere en meer vierkante hardcore ontstond begin jaren 00 de rondere hardstyle-sound. Een rustiger, vriendelijker en vooral ronder geluid dat na de hardcore als tweede golf over Nederland en de wereld raasde. Wederom met Elkabas, nog steeds onder zijn dj-naam The Prophet, in het oog van de storm. De jongen, inmiddels man geworden, die meer interesse had in plaatjes draaien dan schoolboeken, vindt zichzelf opnieuw uit en bouwt met zowel zijn dj-carrière als met zijn Scantraxx-label opnieuw succesvol aan een nieuwe sound die de wereld verovert.

Genoeg te bespreken dus, met een man die meer dan eens zijn eigen pad kiest en daarmee keer op keer succesvol is buiten de gebaande paden.

Je was misschien wel de laatste die ik op TikTok had verwacht.

‘Vijfhonderdmiljoen views. Tweehonderdvijftigduizend filmpjes. Dat is echt bizar. Dat zijn gewoon tweehonderdvijftigduizend mensen die een filmpje maken met jouw track, ongekend.’

Een vijftiger op TikTok met succes. Dat zie je niet snel.

‘Ik vind het ook verschrikkelijk allemaal. Ik weet er ook weinig van. Maar het werkt als een trein. Het is een track die we geüpload hebben, waar ineens tweehonderdvijftigduizend mensen in meegaan. Het is ook een beetje mazzel dat iemand met een groot aantal volgers het oppikt en ermee aan de gang gaat. Waarna die volgers het ook weer oppikken en zo verspreidt de vlek zich langzaam over de tiktokkende wereld. Dat is ongekend. En dat voor een ouwe lul.’

Voor mij waren drugs simpelweg geen optie. Mijn vader was drugsgebruiker, zwaar. Iedere zondag dat ik met hem afsprak, liet hij me staan

Door de jaren heen heb je weinig interviews gegeven.

‘Eigenlijk vind ik het helemaal niet zo leuk om interviews te geven. Om de simpele reden dat ik nogal vals bescheiden ben. Ik weet dat mensen het leuk en goed vinden wat ik doe. Maar af en toe word ik nog steeds wel ongemakkelijk van hoe mensen dat aan mij kenbaar maken. Ik denk dat er in iedereen wel iets schuilt wat goed is, maar waarom moet dat bij mij zo groot worden uitgemeten? Dat stukje snap ik wel, maar ik wil er eigenlijk niet aan toegeven en meedoen. Dat is wel een continue strijd, want ik weet dat ik er goed in ben. Mijn broer is al dertig jaar hulpverlener, maar daar hoor je niemand over. Terwijl hij veel meer goede dingen doet dan ik. Waarom gaat de spotlight niet een keer op hem?’

Waar zit de valsheid in je bescheidenheid dan?

‘Ik weet dat wat ik doe goed is voor een bepaald aantal mensen. En ik weet dat ik die mensen goed laat voelen door wat ik doe. Door muziek te maken, hun een gevoel en een herinnering te geven. Maar ondertussen haalde mijn broer meisjes van 11, 12 jaar achter het Centraal Station vandaan om ze een beter leven te geven. Dat kan je toch niet meten aan wat ik doe? Maar daar hoor je niemand over. Dat schuurt bij mij.’

Iedereen die ik spreek hou ik tegen de Elitepauper-meetlat: ben je een misfit, een cowboy, een zwart schaap, een nozem, een paradijsvogel, een buitenbeentje of een vrijdenker?

‘Dat ben ik allemaal wel. Ik ben altijd wel het zwarte schaap van de familie geweest, omdat ik dingen deed die niemand anders bij ons in de familie deed. Mijn familie is heel muzikaal. Iedereen zat in het klassieke onderwijs, mijn opa speelde viool. Maar ondertussen kan ik nog geen noot lezen of spelen. Als ik dan eindelijk iets met noten te maken had, dan ging ik ermee scratchen. Alles wat ik doe, dat druist in tegen alles wat voor hun muziek was. Waarop een aantal familieleden riep: “Stop daar alsjeblieft mee, dit is niet hoe wij muziek zien.” Ondertussen liep ik in gekraakte loodsen rond met alleen maar herrie en drugs. Dat was voor mijn familie natuurlijk totaal niet te verteren. Iedereen wilde dat ik daar wegbleef en iets van mijn leven ging maken. Maar ondertussen was ik daar juist mee bezig. Ik was aan het leven in het nu.’

The Prophet in 1986

Uit wat voor nest kom je?

‘Ik kom uit een mooi, warm, multicultureel, gebroken, liefdevol nest uit Amsterdam-Zuid. Mijn ouders zijn op vroege leeftijd gescheiden. Mijn vader en moeder, dus ook ik, zijn Joods. Mijn moeder had al een kind van een Surinaamse man die ’m gepeerd is, dat is de broer waarmee ik opgegroeid ben. Vijf jaar later is mijn moeder met mijn vader getrouwd, waar ze niet al te lang bij gebleven is. Twaalf jaar later heeft ze met mijn stiefvader Vernie, een verbannen Zuid-Afrikaanse antiapartheidsstrijder, mijn zus gekregen. Hoe multiculti wil je het hebben in een gezin?’

Je rolt als jonge jongen uit Amsterdam-Zuid de wereld van de raves en de gekraakte loodsen vol nozems, buitenbeentjes en hele en halve boeven in. Hoe hield je je daar staande?

‘Door mijn multiculturele achtergrond heb ik altijd geleerd dat iedereen hetzelfde is. Iedereen moethetzelfdebehandeldworden.Ofjenurijk, dik of lelijk bent of stottert. Het maakt niet uit, als het gevoel bij die mensen maar goed is, dan is het goed. Daardoor wist ik me eigenlijk overal wel te manoeuvreren. Dat heb ik nog steeds wel, ik ga gewoon op mijn gevoel af.’

Voor een man die door zijn omgeving omschreven wordt als rustig, verlegen en uiterst onzeker sta je toch al een leven lang in de schijnwerper.

‘Onzekerheid heeft iedereen, ik ook. Ik heb hier niet voor gekozen, dat klinkt misschien wat stom. “Je bent toch gewoon dj geworden?” wordt vaak gezegd, maar in mijn tijd was dat niet zo. Ik vond muziek leuk, draaien was leuk, maar er waren nog geen schijnwerpers. Halverwege de jaren 80 stond ik in de rollerdisco onder de Bijenkorf in Amsterdam. Daar stond je letterlijk heel hoog weggestopt achter een pilaar waar niemand je zag. Een schijnwerper was er toen gewoon nog niet. Mijn verlegenheid komt waarschijnlijk door mijn stotteren. Vroeger wilde ik niet graag praten, want dan werd ik uitgelachen of kreeg ik een klap voor mijn kop van een leraar of zo. Eigenlijk is mijn carrière stapje voor stapje uitgegroeid tot wat het nu is.’

Midden jaren 90, tijdens de hoogtijdagen van de gabberhype, werden jullie ineens de rocksterren van jullie generatie.

‘Mensen gingen ons ineens heel anders bekijken, voor mij veranderde er eigenlijk niet zoveel. Alleen het publiek ging zich ineens heel anders gedragen, hun perceptie werd heel anders. Ik zag mezelf niet ineens als een rockster en nu nog steeds niet. Ik deed nog steeds hetzelfde en ik vond het nog steeds leuk om te doen. Pas recent tijdens de première van de Thunderdome-documentaire dacht ik: sjesus, tering, dat hebben wij gewoon gedaan. Dat was eigenlijk de allereerste keer. Niet met de feesten of de jaren. Al die dingen bij elkaar hebben niet veroorzaakt wat die documentaire in anderhalf uur wel heeft doen beseffen. Voor het eerst had ik het gevoel: dat hebben we gewoon geflikt. Toen werd ik wel even wakker geschud, hier ben ik gewoon onderdeel van geweest. Maar ik zie mezelf nog steeds niet als een rockster.’

The Prophet in 1995

Hoe ziet je leven er op zo’n moment uit als mensen jou wel als die rockster zien?

‘Er verandert niets. Misschien ben ik daar iets te nuchter voor. Wat dat betreft ben ik echt een Hollander. Je doet iets wat je leuk vindt, je bereikt daar iets mee en that’s it. Er was toen ook nog geen social media waarop je kon worden opgeblazen. Iedereen om je heen behandelde je alleen anders als ze er achter kwamen wie je was.’

Je staat ook bekend als de artiest die als een van de weinigen uit die periode geen drugs en alcohol gebruikte.

‘Voor mij waren drugs simpelweg geen optie. Mijn vader was drugsgebruiker, zwaar. Iedere zondag dat ik met hem afsprak, liet hij me staan. Als we om 10.00 uur afspraken, zat ik tot 18.00 uur voor het raam op hem te wachten in de heilige overtuiging dat hij toch nog zou komen. Daardoor was het denk ik voor mij niet moeilijk om van de drugs af te blijven. Je wordt er onberekenbaar van, ook voor jezelf.’

De andere leden van The Dreamteam, de hardcoreformatie waar je midden jaren 90 deel van uitmaakte, staan wel bekend als stevige liefhebbers van geestverruimende middelen. Hoe verhield zich dat tot elkaar?

‘Dat was moeilijk en frustrerend. We vingen elkaar altijd wel op. Het werd op een gegeven moment ook normaal. De ene is te laat, de ander staat met zijn pik in de hand in het publiek en dan kan ik het weer gaan opvangen. “Jongens, niet gebruiken!” Het werd langzaam de normale gang van zaken. Ik werd echt de opa van The Dreamteam. Bij die andere jongens waren drugs altijd leidend. En dan bedoel ik “het leidende” in alle vormen. Want het leidde hun leven, en daardoor leden zij. En nu nog steeds. Dat doet pijn, want ik wil dat niet zo. Ook niet voor hen. Alleen drie tegen één, daar red je het niet mee. “Ja, daar heb je hém weer!” Iedere keer weer. Ondertussen heb ik best wel een dikke huid, maar op een gegeven ogenblik ga je je afvragen of dit wel is wat je wil. Wil ik wel de hele tijd bezig zijn met anderen, of ga ik al die aandacht richten op mezelf ? Daarom ben ik er uiteindelijk ook uitgestapt.’

Je exit uit The Dreamteam, terwijl jullie nog enorm succesvol waren, zal je niet overal in dank zijn afgenomen.

‘Absoluut en dat is nog steeds het geval. “Ga weer hardcore maken, rot op met die pussy- hardstyle.” Die berichten krijg ik nog steeds. Al die kritiek doet me best iets, maar ik wil gewoon mijn hart volgen. Als ik maar continu blijf doen wat anderen van mij verwachten, dan leef ik mijn eigen leven niet meer. Maar iedereen wil wat anders, dus je doet het toch nooit goed. Dan ben je constant in gevecht met de meningen van anderen. Ik wil gewoon mezelf blijven vernieuwen en daar heb ik de ruimte voor nodig. Die ruimte moet je dus soms nemen voor jezelf.’

Die keuze is best risicovol, want je neemt op dat moment afscheid van gegarandeerd succes.

‘Het is voor mij altijd erop of eronder. Je weet niet of wat je gaat doen wel gaat werken en zal aanslaan. En dat maakt het juist leuk. Ik hou van het ongewisse. Daarom hou ik zo van draaien en reizen. Je weet niet waar je terechtkomt. Misschien kom ik wel in een of ander donker hol terecht, word ik niet opgehaald of moet ik terug lopen naar mijn hotel vanuit een of andere vage club, tien kilometer langs de snelweg met een fles wodka onder mijn arm.’

Op welke periode in de house ben je het meest trots?

‘Op het begin. Dat was de meest pure periode die er was. Daarna gaan je hersenen het overnemen. Je wordt geboekt, je wordt betaald. Het vormpje is er al, dus daar ga je op door. Het is tegenwoordig allemaal wat makkelijker. Terwijl je aan het begin van de house nog zo onwetend, puur en kinderlijk was. Dat ik daar aan het begin van mezelf en van de scene was, daar ben je op dat moment nog helemaal niet mee bezig. Maar later wel. Daarom vind ik dat een heel intrigerend stukje in mijn leven.’

Welke offers heb je moeten maken om te komen waar je nu bent?

‘Hele normale, gezellige momenten met vrienden of familie missen, omdat ik aan het draaien ben. Neefjes, nichtjes, vrienden... Er is best wel een afstand met sommige mensen ontstaan omdat ik er op bepaalde momenten niet kon of kan zijn. Dat vind ik het grootste offer. Mensen zien dat offer vaak niet, dat begrijp ik ook wel. Wanneer ik op zaterdagavond in Amerika moet staan, dan betekent dat dat ik op donderdagavond al daarheen moet en op maandag pas terugkom. Dan is dat hele weekend al weg. Game-avonden, pokeravonden, zuipavonden. Daar heb ik er door de jaren heen heel veel van moeten missen.’

Als morgen de wereld vergaat, hoe zou je dan herinnerd willen worden?

‘Hoe je herinnerd wordt, dat bepalen anderen. Maar ik zou herinnerd willen worden als de vader die er altijd was wanneer het nodig was.’

Ik hou er wel van: de buitenbeentjes tussen de paradijsvogels, de zwarte schapen tussen de misfits. De mannen die hun eigen weg blijven kiezen, consequent. Van de rollerdisco onder de Bijenkorf in ’85, tot 500 miljoen TikTok-views in ’21. Dov Elkabas is het levende bewijs dat ‘de mindset van altijd erop of eronder’ je naast de mooiste avonturen ook een succesvol en gelukkig leven buiten de gebaande paden kan opleveren. Ook al moet je er soms een pokeravondje voor missen.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • Privéarchief