Jan Heemskerk

‘Karma is a bitch. Kraken ook’

Woningnood is niet alleen een probleem van nu, maar ook van vroeger. Dat merkte Jan Heemskerk wel toen hij in de jaren 80 aanpapte met punkgodin Josje. 'Mijn vriendin flikkerde me zonder veel omhaal op straat, en maakte mij dus effectief dakloos.'

Jan Heemskerk

Gezien in de krant: tijdens het grote woonprotest had een groepje mensen geprobeerd een pand te kraken. Het bericht maakte warme herinneringen bij me los. Ik heb namelijk vroeger ook een tijdje last gehad van woningnood. Begin jaren 80 of daaromtrent toen ook niemand een huis kon vinden.

Het was de liefde die me in de armen dreef van Jossine, Josje voor intimi, een vlekkeloos getoupeerd tartanrokje met gescheurde netkousen, Dexys Midnight Runners-baretje, leren jas en Dr. Adams-kistjes. En het mooiste meisje van de klas. Ik ging onverbiddelijk voor de bijl en geloof het of niet, ze wilde mij ook, wat niet in goede aarde viel bij mijn toenmalige vriendin, die me zonder veel omhaal op straat flikkerde, en mij dus effectief dakloos maakte.

Josje stond er min of meer hetzelfde voor. Geen verkering, geen woning, maar ze was inmiddels wel op het lumineuze idee gekomen om dan maar met een oude schoolkameraad een pand te gaan kraken in Rotterdam Noord. Daar was veel leegstand in de wijk in afwachting van De Grote Renovatie, die was beloofd, maar onaanvaardbaar lang op zich liet wachten, aldus mijn activistische punkgodin. Ik was van harte welkom om mee te kraken. Daar had ik wel oren naar, met haar.

Kraken was die dagen niet zo moeilijk in het Oude Noorden van Rotterdam. Het lastigste was nog door de ballotage te komen van een soort communistisch wijkcomité, dat panden toewees aan armlastige woningzoekenden en dus eigenlijk fungeerde als alternatieve woningbouwvereniging, maar dan zonder huur. ‘Laat mij het woord maar doen en blijf een beetje in het donker zitten,’ zei Josje. Het was in een mum van tijd gepiept en we ‘hadden’ een huis aan de Zoomstraat, nummer lang en breed vergeten.

Hoe je je toegang tot de woning moest verschaffen, moest je maar zelf uitzoeken. Een koevoet wilde weleens helpen. Als je maar als de sodemieter maakte dat je een nieuw slot in de deur had geschroefd, en nooit opendeed of je echte naam prijsgaf als er een ambtenaar der gemeente aan de deur stond. En zo waren er nog wat omgangsregels met het gezag, en als je je daaraan hield, kon je weinig gebeuren en werden zelfs gas en licht zonder mokken weer aangesloten. Uiteindelijk konden we het zonder koevoet af, want we werden binnengelaten door een joviale buurjongen, die ons best even van zijn balkon op de eerste naar het ‘onze’ wilde laten klimmen. Waar ook nog eens de deur openstond.

Ik zou graag vertellen dat we de woning destijds piekfijn hebben opgeknapt, daar nog lang en gelukkig hebben geleefd, het pand voor een schijntje van de gemeente hebben gekocht en nu de overwaarde zitten te verbrassen op Barbados, maar het was een krot. We zijn er na drie maanden vertrokken en in een legaal, piepklein-veel-te-duur appartementje gaan wonen tot het uitging op oudejaarsavond en zij er vandoor ging met een oudere heer met een nette koopwoning in Amsterdam. Karma is a bitch. Kraken ook.

Column
  • iStock