‘Nu is alles anders. Dankzij Sébastien Haller’
Vroeger zorgden Portugese tegenstanders voor gefronste wenkbrauwen na lotingen, herinnert Edwin Struis zich. Maar dankzij Sébastien Haller is alles nu anders. 'Wesley Sneijder vond als nieuwbakken analyticus bij RTL 7 dat Ajax veel beter Tadic in de spits kon opstellen dan Haller. Juist ja.'
Ik vroeg het ’m nog even na het niemendalletje tegen PEC Zwolle, waarin hij ook al twee keer scoorde. Of hij voor de zekerheid zijn inschrijving had gecheckt voor de Champions League. Hij antwoordde wat lacherig, maar de serieuze ondertoon was onmiskenbaar. ‘Natuurlijk heb ik dat gedaan. Dat zal me geen tweede keer overkomen.’
Even brak de lach door op het gezicht van Sébastien Haller, spits te Amsterdam. Een niet-alledaags beeld, want emoties tonen is nu eenmaal niet zijn hobby. Zo hield hij zich opzichtig kalm na de treffers tegen PEC, al kon dat ook te maken hebben met de ondermaatse tegenstand, in het geval van Zwolle-keeper Kostas Lamprou zelfs letterlijk. Tja, dan misstaat uitbundig gejuich ook wel een tikkeltje. ‘Ik houd het graag rustig, loop niet zo met mijn emoties te koop,’ vertelde de goalgetter, nu met een wat meer serieuze blik. ‘Maar dat betekent niet dat ik niet blij ben. Ik ben dol op het maken van goals.’
Nou, dat kwam goed uit, tijdens de eerste speelronde van de Champions League in de wedstrijd tegen Sporting Clube de Portugal. Ik kom nog uit een tijd dat Portugese tegenstanders voor gefronste wenkbrauwen zorgden na lotingen. Negatief ingesteld, afwachtend, vaak toeslaand als je zelf een minuut of 85 minuten tevergeefs op zo’n Portugese veste hebt staan beuken. Om dan machteloos toe te kijken hoe zo’n ingegraven gezelschap toch nog luizig met de winst aan de haal gaat, zoals Sporting ooit deed in de Alkmaarderhout in de allerlaatste seconden van de verlenging tegen AZ. Of neem die afgrijselijke interland in Neurenberg op het WK van 2006, met meer gele en rode kaarten dan doelpogingen. Het hoogtepunt van die dag was de bezichtiging van het immense Zeppelin-veld waar Hitler in de oorlog zijn troepen inspecteerde, kun je nagaan.
Maar nu is alles anders. Dankzij Sébastien Haller, die met zijn vier bijna achteloos gemaakte goals in de voetsporen trad van ene Marco van Basten, de man die hij bijna niet herkende toen hij laatst tijdens tv-opnamen wat foto’s van illustere Ajax-spitsen voorgeschoteld kreeg. ‘Van Basten, toch?’ vroeg hij met de nodige aarzeling, daar waar hij bij de kiekjes van Kluivert en Ibrahimovic veel resoluter uit de hoek kwam. En dat hij Wesley Sonck niet herkende, pleitte weer voor hem.
Na het gala-optreden tegen Sporting heeft de goalgetter het nodige krediet opgebouwd. Misschien ook bij een andere Wesley, Sneijder geheten, die als nieuwbakken analyticus bij RTL 7 vond dat Ajax veel beter Dusan Tadic in de spits kon opstellen dan Haller, juist ja. Sneijder vond de Ivoriaan gewoon niet goed genoeg en kreeg bijval van Dirk Kuijt. Deze ondermaatse analyse, versterkt door het feit dat Sneijder van Sporting enkel wist dat het in Portugal voetbalt, kreeg de juiste repliek in de vorm van vier goals.
Nou ja, gelukkig zet Sneijder een heel overtuigende Koning Toto neer, zo heeft iedereen z’n specialiteit. Die van Haller heet trouwens scoren.
- Pro Shots/Marcel van Dorst