Sjoerd Mossou: 'Topclubs als Ajax en Feyenoord doen maar wat'

Algemeen Dagblad-voetbaljournalist Sjoerd Mossou (44) werd onlangs verkozen tot sportjournalist van het jaar 2022. In de nieuwste Revu vertelt de Bredanaar meer over zijn werk als columnist en verslaggever. Lees hieronder alvast een voorproefje:

Sjoerd Mossou

Eigenlijk had Mossou voor het interview in De Bommel willen afspreken: een authentiek Bredaas café met veel bruin, een begrip in de binnenstad, waar ook regelmatig het mede door hem georganiseerde Bier & Ballen plaatsvindt. Met verhalen, muziek en film van (oud-)voetballers, supporters en voetbalverslaggevers zijn die avondjes een festijn voor de liefhebber, doordenkt van voetbalromantiek, ouwe-jongens-krentenbrood, liters bier en natuurlijk NAC Breda, de club waar Mossou als jongetje verzot op raakte.

De keuze voor De Bommel typeert de hang van Mossou naar authenticiteit en ouderwetse gezelligheid. Maar omdat hij later die dag nog op reportage naar Alkmaar moet en het café pas wat later zijn deuren opent, vindt de ontmoeting plaats in een moderne koffietent met uit de kluiten gewassen croissants op de menukaart.

In je columns en verslaggeving spaar je de voetballerij bepaald niet, maar er zijn ook romantische noten in te bespeuren. Is het moeilijk balanceren tussen voetballiefhebber en voetbaljournalist?

‘Het mooie en het lelijke van voetbal vind ik even interessant en ik hou ervan om beide kanten te beschouwen. De uitwassen, de verloedering én de charme. Om een uitgekauwde metafoor te gebruiken: als journalist sta je op de zijlijn, doe je soms een stapje naar voren om dichter bij de hoofdrolspelers te komen en doe je soms een stapje naar achteren om wat meer afstand te nemen en te bekijken wat er eigenlijk gebeurt. De ene keer betrokken, dan weer met een kritische blik, mede daarom vind ik het ook nog steeds leuk om over voetbal te schrijven.

Soms is die stap naar achteren belangrijk om te zien wat voor krankzinnige wereld de voetballerij is, andersom is het ook fijn en belangrijk om dicht op de waarde van voetbal te zitten. Je hoort vaak dat voetbal de belangrijkste bijzaak in het leven is en daarom in de kern onbelangrijk zou zijn, maar omdat zo ongelofelijk veel mensen het belangrijk vinden is de waarde van voetbal ergens tegelijk toch heel groot. Voetbal is sociale smeerolie door alle lagen van de maatschappij heen. Of je nu in Brazilië, Nederland of Zuid-Afrika bent: voetbal is overal een rode draad in het leven.

De Britse sportschrijver David Goldblatt heeft weleens gezegd dat voetbal eigenlijk de meest universele culturele uiting is die er bestaat. Ik denk dat dat inderdaad zo is. Muziek en film heb je in allerlei verschijningsvormen, maar voetbal is over de hele wereld in de kern hetzelfde.’

Maar soms is voetbal dus ook gewoon een spelletje?

‘Dat geluid is af en toen inderdaad hard nodig. Een mooi recent voorbeeld is de bekerwedstrijd die FC Utrecht met 4-1 van Spakenburg verloor. De supporters van Utrecht waren ontzettend boos en daarop kwam trainer Michael Silberbauer met een excuusboodschap. Hij ging daarin nog net niet op zijn knieën, bij Utrecht deden ze alsof de wereld verging – heel raar gedrag. Op dat soort momenten laat een club zich gek maken door de schreeuwers op sociale media en is alle relativering weg. Ik snap dat Utrecht een hele slechte wedstrijd speelde en iedereen boos is, maar het leven gaat door en van het weekend kun je weer winnen. Als je midden in de emotie van het voetbal zit, verlies je dat soort dingen uit het oog.’

In je stukken komen regelmatig zinsneden voorbij waarin er ergens verderop ‘een hond zit te schijten’ of er iemand ‘aan zijn zak krabt’. Doe je dat om grappig te doen of is het een poging het banale van voetbal te benadrukken?

‘Vooral het laatste. Het is belangrijk dat je het voetbal soms relativeert, anders wordt het een hele rare wereld. De voetbalwereld hangt van lulligheid aan elkaar, zeker in Nederland, dat maakt het zo grappig om te volgen. Er gaat veel geld in om, de topspelers kunnen veel verdienen en krijgen veel aandacht, maar in de kern zijn voetbalclubs gewoon klein mkb.

Ook clubs als Ajax en Feyenoord, die van de buitenkant heel groot lijken, zijn op kantoor eigenlijk maar kleine organisaties waar veel mensen gewoon maar wat doen. Als mensen dat zouden zien, begrijpen ze ook waarom er zoveel misgaat. Neem de transfer van Hakim Ziyech naar Paris Saint-Germain vlak voor de transferdeadline: die ging uiteindelijk niet door omdat twee keer de verkeerde bijlage aan de e-mail was toegevoegd.’

Die lulligheid zie je ook binnen de lijnen terug. Ook dikverdienende spelers maaien weleens over de bal heen en er zijn elk weekend wel momenten waarop je denkt: die bal had ik er wel in gerost. 

‘Een deel van de voetbalwereld is de afgelopen decennia extreem commercieel geworden, maar toeval speelt desondanks nog altijd een grote rol. Dat maakt het aantrekkelijk en daardoor heb je altijd wel de hoop dat er nog iets raars kan gebeuren waar je echt bij moet zijn. Dat is bij veel mensen waar het voetbal op drijft.’

Heeft de commercialisering van het voetbal ervoor gezorgd dat de romantiek uit het voetbal is verdwenen?

‘Er is zeker een deel weg, dat valt niet te ontkennen. Maar ik probeer er toch voor te waken om te vervallen in het against modern football-sentiment dat vroeger alles beter was. Veel dingen in het voetbal zijn nog steeds heel leuk en sommige dingen zijn simpelweg verbeterd. Er zijn de laatste tijd veel excessen geweest, maar het is best veilig in Nederlandse stadions, je kunt er prima met je kinderen naartoe. Ik ging in de jaren negentig met mijn vader ook naar het stadion, maar wij hebben het ook meegemaakt dat de stenen door de lucht vlogen.

Af en toe probeer ik met de blik van mijn zoon naar het voetbal te kijken. Hij is veertien, zit op voetbal en heeft een seizoenkaart bij NAC, waar hij samen met zijn vriendjes op de B-Side zit. Het voetbal is bij NAC niet om aan te zien, maar toch vindt hij het leuk. Daarnaast vindt hij het ook prachtig om op de spelcomputer FIFA te spelen, waar het juist gaat om die wereld van topvoetballers en commercie. Die oude, romantische wereld en die flitsende nieuwe wereld kunnen dus naast elkaar bestaan.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu. Nu verkrijgbaar!