Premium

Frits Barend over Johan Derksen: 'Heb je dan echt geen hersens?'

Frits Barend (77) maakt zich zorgen. Over het oplaaiende antisemitisme in Nederland, de stuitende opstelling van linkse partijen, de toekomst van zijn favoriete club Ajax en de gevaarlijke kroegpraat op televisie. ‘Ik ben vooral verbaasd over de domheid van zogenaamde opiniemakers.’

Frits Barend

Nieuwe Revu ontmoet Frits Barend
Waar?
In café Anno 1890, een horeca-etablissement in Amsterdam waar het elke dag een heerlijk samenzijn is van authentieke Amsterdammers, zakenlui, yuppen en studentikoze hockeyers. Nog iets genuttigd? Jazeker, beiden een aspergesoep. Barend vervolgens kroketten op bruin brood, Nieuwe Revu een uitsmijter ham/kaas. Qua vocht: Barend een cola, Nieuwe Revu een cappuccino. Verder nog iets? Voor Barend is café Anno 1890 bekend terrein. Elke zaterdagochtend wordt daar het NH Radio Sportcafé gepresenteerd door journalist Leo Driessen, waar Barend regelmatig bij aanschuift. ‘Dat is zo leuk om te doen,’ straalt Barend. ‘Na afloop zeg ik vaak tegen Leo: ik heb geen idee meer waar we het over hebben gehad, maar het was hartstikke gezellig.’

Hoe is dit jaar het gevoel waarmee je toeleefde naar 4 en 5 mei?
‘Dat was wel anders, ja. Alleen al het feit dat je moest oppassen voor mogelijke ongeregeldheden rond Dodenherdenking. Dat was ongekend. 4 mei is toch een heilige dag in Nederland – dacht ik. Maar blijkbaar is dat niet meer zo. Ik had niet gedacht dat Nederland en Europa er zo aan toe waren na 7 oktober. Ik ben echt verrast. “De Joden hebben het er ook wel naar gemaakt,” hoor ik gewoon op de Nederlandse televisie. Hoezo? Wat heb ik misdaan? Hoezo hebben mijn kinderen en kleinkinderen het ernaar gemaakt?’

Je dochter Barbara zegt je niet meer te herkennen na 7 oktober, omdat je altijd positief was en dat nu niet meer bent.
‘Ja, ik kan mij best voorstellen dat zij dat zegt. Ik was altijd ontzettend onbezorgd, vrolijk en stond open in het leven – en nóg hoor. Ik heb nooit gedacht in groepen, maar in mensen. En nu word je veroordeeld om wat je bent en wordt er in groepen gedacht, met dé Joden. Ik heb nooit gedacht: dé moslims, dé christenen of dé homo’s.’

De vraag is natuurlijk: waar komt dit oplaaiende antisemitisme vandaan?
‘Ik denk dat het er latent altijd wel in heeft gezeten. Ik ben naïef geweest. Natuurlijk heb ik eerder gezien dat er racisme en uitsluiting is in Nederland, maar ik had toch ook het gevoel dat we in een samenleving leefden waarin we met en náást elkaar konden leven. Ik heb dat ook altijd uitgedragen in mijn programma’s met Henk van Dorp. Als kind van de jaren zestig dacht ik: er is straks geen racisme meer, er komt meer gelijkheid en we gaan naar een samenleving toe waarin mensen die in armoede leven worden geholpen. Mijn moeder heeft altijd tegen mij gezegd, met name als het ging over racisme en antisemitisme: “Frits, je wordt nog wel wakker.” Nou, ik ben intussen wel wakker geworden, ja.’

‘Hamas heeft ervoor gezorgd dat bevolkingsgroepen nu weer lijnrecht tegenover elkaar staan. Schoften zijn het, criminelen’

Denk je vaak terug aan de woorden van je moeder?
‘Ja, mijn moeder was geen vrouw met een hoge opleiding, maar daarin had zij wel gelijk. Begin jaren tachtig kreeg ze een hakenkruis op haar deur gekrast. Onbegrijpelijk. Ik was vorig jaar juli nog in Israël met mijn oudste kleinzoon, een cadeau na zijn eindexamen. Als ik daar rondloop, dan denk ik aan mijn grootouders die vermoord zijn en ben ik dankbaar dat we er nog zijn. ’s Avonds laat ging mijn kleinzoon nog naar het strand in Tel Aviv, omdat het daar toen lekker koel was. Iedereen, ook moslimmeisjes en -vrouwen, was hartstikke vrolijk bij de zee. Alles liep door elkaar. Op vrijdag gingen we met mijn neef naar Jeruzalem. Hij zei tegen mijn kleinzoon en mij: “Vinden jullie het goed dat we alleen maar gaan eten en drinken bij Arabische stalletjes?” Waarom zei hij dat? Om te laten zien dat we met elkaar leven. In vrede. Ik ben ervan overtuigd dat het Hamas-front vond dat het veel te goed ging. Dat ze dachten: dit gaat fout, als dit zo doorgaat, dan zijn wij straks niet meer nodig, we moeten leren dat je Joden moet haten, want Joden zijn geen mensen. Nou, dat is ze gelukt. Hamas heeft ervoor gezorgd dat bevolkingsgroepen nu weer lijnrecht tegenover elkaar staan. Schoften zijn het, criminelen.’

In Rotterdam, waar ik woon, zie je steeds meer Palestijnse vlaggen voor ramen van huizen en in auto’s. Vaak zijn dat mensen met een moslimachtergrond.
‘Dat is wel erg, ja. Want dat was niet zo. Ik probeer mij ook niet te verlagen tot dit niveau. Ik kom bijvoorbeeld nog regelmatig bij de familie van Abdelhak Nouri, voor wie in Israël nog voor elke wedstrijd van Ajax gebeden wordt. En als ik Khalid Boulahrouz zie, dan wil ik hem kunnen omhelzen. Laatst, bij een sportfeest voor moslims in het Concertgebouw in Amsterdam, was ik uitgenodigd als gast. “We zijn broeders van elkaar,” zei ik in mijn speech, waarna ik een overweldigend applaus kreeg. Ik wil niet dat we tegenover elkaar komen te staan. In godsnaam. We moeten met elkaar samenleven.’

Voel je je onveiliger in het dagelijks leven?
‘Nee, ik voel me niet onveiliger. Ik doe nog alles wat ik wil doen. Maar ik merk wel dat mensen om mij heen zich onveiliger voelen. Ik heb de laatste maanden ook een aantal tv-programma’s afgezegd. Ik had er even geen zin in. Ik heb ook kinderen en kleinkinderen. Ik wil dat zij een veilige toekomst hebben.’

Barbara was onlangs te gast bij BNR Nieuwsradio waar ze erg emotioneel werd toen het over Israël ging. Hoe beluisterde jij dat?
‘Ik was zeer geëmotioneerd toen ik dat hoorde. Ik weet hoe ze erover denkt. Het kwam diep uit haar ziel wat ze daar zei.’

Ze had haar oma beloofd nooit bang te zijn, zei ze op de radio.
‘Ja, dat is ook zo. Dat hebben we mijn moeder ook beloofd. Je mag nooit bang zijn, moet altijd van je laten horen.’

Wat wel een beangstigend beeld was, is dat ze zei dat ze voor haar gevoel altijd haar koffers klaar moet hebben staan.
‘Dat is ook een beeld wat Joden door de oorlog hadden. Na de oorlog heeft dat heel sterk doorgeleefd. En Israël is dan onze veilige haven. Ik heb er ook weleens over nagedacht, hoor, en heb het er ook met mijn familie over gehad, maar het is ook belangrijk dat we hier onze stem laten horen.’

Hoe concreet waren de plannen voor een verhuizing?
‘Nou nee, dat is nooit echt concreet geworden. Ik heb mij hier altijd thuis gevoeld. Ik voel mij Nederlander, Amsterdammer, en ik heb hier op een leuke manier mijn werk kunnen doen. Ik was hier gelukkig – en nog steeds. En ik heb natuurlijk de zegen gehad dat ik jarenlang met Henk van Dorp mooie programma’s heb mogen maken bij RTL.’

Johan Derksen bagatelliseerde de emoties van je dochter later op de avond bij Vandaag Inside. Hij zette Barbara neer als een hysterica die niet voor reden vatbaar is als het over Israël gaat. Wat vind je daarvan?
‘Gelukkig kijk ik niet naar dat programma, dus ik kan mij er ook niet aan ergeren.’

Maar wat doet het met je? Word je boos? Ben je teleurgesteld?
‘Ik was vooral verbaasd over de zelfingenomenheid. Heb je dan echt helemaal geen hersens? Dat is het enige wat ik denk. Wilfred Genee wilde het fragment graag laten zien, mede omdat hij zelf zo onder de indruk was. Hoe dom kun je zijn dat je zo reageert op dat prachtige statement van Barbara, dat je ook dat weer volledig op jezelf moet gaan betrekken? Want daar komt het op neer. Het heet kroegpraat, maar het is wel heel gevaarlijke kroegpraat.’

Heb je de neiging om zo iemand, toch een prominent figuur op de Nederlandse televisie, te bellen na afloop van een uitzending?
‘Nee, geen seconde. Dat vind ik echt zonde van mijn tijd. Als het iemand is met wie ik het gesprek wil aangaan, dan doe ik dat, maar ik ga met een boomstam ook het gesprek niet aan. Dat heeft geen nut. Ik heb er ook geen enkele behoefte aan. En hij ook niet, denk ik.’

Intussen wordt het van kwaad tot erger. De opening van het Holocaust-museum werd ontsierd door een demonstratie, rabbijnen worden aangevallen en een concert van Lenny Kuhr werd verstoord door pro-Palestijnse activisten.
‘Tja... En dan heb je ook nog zo’n columnist van de Volkskrant, die een verschrikkelijke column schreef.’

Asha ten Broeke, die schreef dat er geen grondrecht op een ongestoord concert bestaat.
‘Dat is toch duidelijk een verkapte vorm van antisemitisme? Niet zeggen dat je antisemiet bent, maar je bent het wel.’

Wat opvalt is dat vooral links worstelt met het oplaaiende antisemitisme in Nederland.
‘Worstelt? Ze omarmen het! Ze worstelen er helemaal niet mee. Ze kunnen toch zeggen: ben je nou helemaal besodemieterd, wij veroordelen elke vorm van antisemitisme. Maar dat doen ze niet. Wat er bij de opening van het Holocaust-museum in Amsterdam is gebeurd, is echt te gênant voor woorden, met je “recht op demonstreren”. Dat heb je altijd, maar één dag had je even je bek kunnen houden. Er is een directe lijn tussen de Holocaust en de oprichting van Israël. Dat hoef ik niet uit te leggen, toch? En dan ga je zeggen dat de Israëlische president Isaac Herzog daar niet bij mag zijn? Waarmee je de opening dus politiek gaat maken. Een schande. Gelukkig heeft Frans Timmermans zich onlangs in Vrij Nederland wel uitgelaten over het belang van 4 mei.’

Doet de actualiteit iets met je politieke kleur?
‘Ja-ha, zeker. Mijn broer doet het al langer, maar ik kijk vanaf nu ook naar: hoe is je standpunt over Israël?’

Bij welke partij voel je je op dit moment senang?
‘Mijn broer heeft de laatste keer ChristenUnie gestemd, maar in hun programma staan ook weer veel dingen waar ik het niet mee eens ben. Maar goed, het zijn wel ontzettend lieve mensen. Mijn ouders waren ook ondergedoken bij overtuigde christenen. In feite hebben wij ons leven te danken aan hen. Dilan Yesilgöz uit zich ook vrij sterk, net als Caroline van der Plas. Maar om nou BBB te gaan stemmen? Haha!’

Wat mis je vanuit politieke partijen over dit thema?
‘Een heel duidelijke steun aan een groep mensen die hier al vier eeuwen in vrede leeft, al eens massaal is uitgemoord en nog steeds onderdeel is van de maatschappij. Heel veel mensen met hun from the river to the sea weten bij God niet waar ze het over hebben. Gelukkig gaat dat een verboden kreet worden. Want daarmee zeg je eigenlijk: dood aan alle Joden in Israël.’

Klopt het dat je onlangs als vrijwilliger naar Israël bent gegaan?
‘Ja, dat klopt. Ik voelde mij zo machteloos, dus ik wilde wat doen. Maar ja, wat kun je doen? Iedereen had voor 7 oktober werk in Israël, ook heel veel Gazanen. Ongeveer dertigduizend van hen gingen elke dag vanuit Gaza naar Israël om te werken. Net zoals wij veel aspergeplukkers uit Polen hebben, heeft Israël ook nog veel buitenlanders aan het werk. Dat was in één keer voorbij. Ik las dat ze in het zuiden van Israël handen tekortkwamen, dus daar heb ik mij toen als vrijwilliger voor aangemeld. Ik ben daar tien dagen geweest.’

Wat heb je precies gedaan?
‘We vertrokken met z’n twaalven vanaf Schiphol en werden ondergebracht in het zuidelijk gelegen Nitzana, waar we elke ochtend om zes uur wakker werden gemaakt. Om zeven uur gingen we naar de landerijen, waar de oogst moest worden binnengehaald. Voor het eerst in mijn leven heb ik uienvelden schoongemaakt. Dan moet je op je knieën en met de hand onkruid rond de uien uit de grond halen. Daarna wachtte rond één uur een fantastische lunch in een grote eetzaal met vlees, vis en lekkere soep. Als ik in mijn huisje terugkwam, ging ik douchen en viel meteen in slaap.’

Een behoorlijke inspanning voor een 77-jarige.
‘Ja, ik was wel een van de oudsten, ja.’

Waarom wilde je dat doen?
‘Ik had veel contact met mijn familie in Israël en ik merkte dat ik veel pessimistischer was dan zij. Zij zeiden: “Frits, we hebben al zo veel overwonnen, dit overleven we ook wel. Zorg jij nou maar dat je je in Nederland laat horen, dat is ook belangrijk voor ons.” Maar ik wilde wat doen. En ik ben gelukkig nog redelijk fit en was blij dat ik kon helpen met het binnenhalen van de uien. Ik heb ook nog veel familie gezien in de dagen dat ik vrij was.’

‘Het nieuws uit Israël gaf een enorme klap aan een verder mooie reis. Toen ik thuiskwam, ben ik ziek geworden. Allerlei emoties gierden door mijn lichaam’ 

Op 7 oktober was je in Buenos Aires, waar je werd onderscheiden vanwege je inzet voor de Argentijnse mensenrechtengroep Dwaze Moeders. Hoe dubbel was het gevoel die dagen?
‘Dat was heel dubbel. Ik heb me nooit gerealiseerd dat onze verhalen in Vrij Nederland destijds rond het WK voetbal in 1978 zoveel impact hebben gehad. Ik werd van de ene naar de andere huldiging geloodst en gaf het ene na het andere interview. Tot de ochtend van 7 oktober. Omdat het zes uur tijdsverschil was, was er al veel gebeurd in het nieuws. Ik ging rond een uur of zes, zeven even naar de wc, keek op mijn telefoon en zag dat ik zestig, zeventig berichten gemist had. Wat is hier aan de hand, dacht ik. Het nieuws uit Israël gaf een enorme klap aan een verder mooie reis. Toen ik thuiskwam, ben ik ziek geworden. Ik was oververmoeid, had nauwelijks geslapen. Allerlei emoties gierden door mijn lichaam.’

Biedt voetbal nog enige troost op dit moment?
‘O, zeker. Ik kan mij echt verheugen op wedstrijden in de Champions League. Ik ben blij dat dat er is. Ik vind het alleen jammer dat ik zelf heb moeten stoppen met voetballen. Door corona viel ons elftal uit elkaar bij SC Buitenveldert. Ik zit er over te denken om weer ergens mee te gaan trainen.’

Ajax biedt dit seizoen geen troost, hè?
‘Nee, ik zei laatst tegen Henk van Dorp: als wij nog actief journalist waren geweest, dan waren we er meteen in gedoken en hadden de waarheid boven tafel gekregen. Wat is er precies gebeurd? Waarom moest Alex Kroes ineens weg? Er speelt veel meer dan wij weten, denk ik. Daar ben ik van overtuigd. Voor journalisten zijn het gouden tijden bij Ajax.’

Hoe moet het nu verder met Ajax?
‘Allereerst moet de structuur veranderen. Er zijn veel te veel partijen. Louis van Gaal zie ik wel als technisch directeur, maar die zal er geen zin in hebben. Jordi Cruijff zou het natuurlijk ook kunnen, maar die zal het onder geen voorwaarde willen doen. Of ik het zou kunnen?’ Lachend: ‘Ja hoor, zo moeilijk is dat toch niet?’

Mogen ze jou bellen?
‘Ze mogen mij zeker bellen, maar ik denk dat ik nog te jong ben, als ik zie dat Jorien van den Herik kandidaat-voorzitter voor de KNVB is, haha. Ik heb weleens eerder gezegd: als je gaat scouten, dan zie je toch binnen een minuut of iemand wel of niet kan voetballen? Dan heb je nog de Cruijffs en de Van Hanegems die het net wat eerder zien, maar zelfs ik zie binnen een minuut of iemand het wel of niet heeft.’

Deze zomer is het twintig jaar geleden dat je met Villa BVD in Olhos d’Agua zat tijdens het EK in Portugal. Beschouw je dat als een hoogtepunt?
‘Nou nee, dat waren allemaal hoogtepunten. De eerste Villa BVD was in Frankrijk tijdens het WK’98. En daar was nogal het nodige aan voorafgegaan. Dat alleen al is een boek waard. Wat we wilden kon niet, vond de NOS toen we iets dergelijks al voorstelden rond het EK van 1988. Daar heb je die twee weer, die denken dat ze het beter kunnen, zeiden de mastodonten. Henk en ik hebben altijd voor de troepen uitgelopen, nooit erachter. De NOS, díé liep altijd achter de troepen aan. Villa BVD was een beetje een droom. Dat het zo’n succes zou worden, dat hadden wij ook niet gedacht. We wilden sport en amusement samenbrengen, een beetje op een luchtige manier naar voetballen kijken en het nabeschouwen. Dat kon echt niet in Nederland, vond men. Bij RTL geloofde alleen de directie erin. We werden na RTL Nieuws geprogrammeerd en begonnen pas om zeventien minuten over elf. Na een week belde Rik Rensen, de toenmalige baas bij RTL Nieuws: “Frits, excuus, ik zat er helemaal naast, jullie hebben gelijk gehad, dus complimenten dat jullie hebben doorgezet.” Soms gingen we door tot bijna één uur en dan haalden we nog een miljoen kijkers. Bij de publieken vonden ze destijds ook dat er geen plek was voor een dagelijkse latenighttalkshow. Of we gek waren geworden? Daar meenden ze serieus dat iedereen om half elf al op bed lag.’

Hoe gaat het trouwens met Henk van Dorp?
‘Even afkloppen, maar het gaat heel goed met hem. Hij fietst volop. En hij leeft ook verschrikkelijk met mij mee.’

Hebben jullie nog vaak contact?
‘Ja. We zijn geloof ik een van de weinige duo’s die niet met ruzie uit elkaar zijn gegaan.’

Hij heeft echt volledig voor de anonimiteit gekozen, hè.
‘Henk woont nog steeds in Eemnes, de plaats waar hij ook geboren is. In zijn kleine kabouterhuis in het bos.’

Vond jij dat lastig, een leven zonder tv?
‘Nee hoor. Ik ben mede gestopt vanwege de bedreigingen. Ik zei niet lang voor het einde van het uiteindelijk laatste seizoen van Barend & Van Dorp in 2006 tegen mijn vrouw Marijke en mijn kinderen dat ik die bedreigingen een beetje zat was en overwoog te stoppen. Ze zeiden: “We hebben je nooit tegengehouden, maar je zou ons een plezier doen als je stopt, het is ook voor ons niet leuk meer.” De helft van de tijd gingen Henk en ik onder politiebegeleiding de deur uit. Er stond bewaking voor de deur. En er is geschoten op mijn huis. Gelukkig is dat allemaal voorbij, maar op dit moment heb ik er ook even voor gekozen om niet op tv te komen. Ik wil mijn kinderen en kleinkinderen niet in gevaar brengen door mijn tv-optredens. Er zijn zoveel gekken tegenwoordig.’

Nog een bemoedigende afsluiting? Wat is je hoop?
‘Mijn hoop is dat we een Nederlandse samenleving krijgen die ervoor zorgt dat we weer op een leuke manier teruggaan naar sfeer van de jaren zestig, naar provo, de drang naar vrijheid in doen en denken. Maar voorlopig vind ik de situatie in Nederland niet echt leuk. Dus laat ik dit zeggen: ik hoop dat Nederland deze zomer Europees kampioen wordt. Dat zouden we wel kunnen gebruiken in dit land.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct