De bedorven stemming

Beste Arjan van Dixhoorn, voorzitter van het Burgercomité EU, U bent de initiatiefnemer van het referendum van vandaa...

Beste Arjan van Dixhoorn, voorzitter van het Burgercomité EU,

U bent de initiatiefnemer van het referendum van vandaag. Dankzij u kunnen we vandaag naar de stembus. Dank daarvoor.

Nou goed, ik zeg ‘dankzij u’, maar dat is eigenlijk niet waar: jullie hadden zelf pas een paar duizend handtekeningen opgehaald, en toen was werkelijk elke verre vriend, aangetrouwde achterneef en oud-klasgenoot benaderd. Vervolgens organiseerde GeenStijl de volksmassa en zorgden een paar helpdesk-types ervoor dat mensen de oproep tot een referendum ook konden ondertekenen zonder achter hun laptop uit te kruipen, en was het snel rond. Sindsdien zijn met name Jan Roos en Thierry Baudet de gezichten van de nee-campagne. Het zijn twee mannen waar je veel van kunt vinden, maar campagne voeren is ze toevertrouwd.

Van u had ik zelf eerlijk gezegd nog nooit gehoord, en ik denk niet dat ik de enige was. Dus werd het tijd om zelf ook eens een interview te geven, dacht u waarschijnlijk. Dat deed u vorige week, in NRC Handelsblad, samen met u mede-initiatiefnemers, en dat was niet zo’n goed idee. Ik heb zelden in mijn leven een interview met drie politiek geëngageerde Nederlanders gelezen die ik zó onnozel vond. Sterker: als ik alle interviews die ik ooit met Rita Verdonk heb gelezen wegdenk, kun je ‘zelden’ vervangen door ‘nooit’.

In dat interview zeggen jullie letterlijk dit: “Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen, dat moet u begrijpen.” Waar gaat het referendum over? Over Oekraïne. Je dwingt dus een referendum af over een onderwerp dat je niets kan schelen. Waarom zou je dat doen? Daarover bent u in het interview helder: omdat u tegen de EU bent. En dit is een Europees verdrag. En omdat u tegen Europa bent, bent u tegen ieder Europees verdrag. En dus wilt u dat we tegen dit verdrag stemmen, om Europa te saboteren. Het is geen stembiljet, maar een opvouwbare middelvinger.

U zegt in het interview ook dat je in Nederland niets positiefs over Poetin mag zeggen. Om vervolgens iets positiefs over Poetin te zeggen. Mensen die beweren dat je in Nederland iets niet mag zeggen vervolgens altijd precies dat, waarmee ze hun eigen stelling niet veel sterker maken. Wonderlijk.

Maar écht wonderlijk is dat de initiatiefnemers ervan uitgaan dat ik bereid ben álle afwegingen die in mijn dagelijks leven een belangrijke rol spelen, vandaag te laten vallen. Een voorbeeld. Als in mijn dagelijks leven iemand me om een gunst vraagt, ben ik benieuwd naar zijn motieven. Als die motieven me niet aanstaan, is de kans groter dat ik de gunst weiger. Een dubbele agenda is doorgaans zo’n motief dat me niet aanstaat. Waarom zou ik dat vandaag opeens laten varen?

Nog een voorbeeld. GeenStijl nam de campagne over, omdat ze het “een leuk zomerdingetje” vonden. Als in mijn dagelijks leven ik iets serieus neem en een ander duidelijk totaal niet, ben ik op mijn hoede. Waarom zou dat vandaag opeens anders zijn?

Nog een voorbeeld. Ik heb zelf weinig positiefs over Poetin te melden. Een dictator die ervan wordt verdacht enkele tientallen van mijn landgenoten uit de lucht te hebben geschoten; welke vorm van bewondering of waardering zou ik daar voor moeten hebben? Een ‘nee’ vandaag komt Poetin heel goed uit. Het ‘nee’-kamp wordt woedend als mensen daar op wijzen. Bij ieder cartoon waar Jan Roos hand in hand met Poetin werd afgebeeld, vroeg het ‘nee’-kamp de afgelopen weken razend om argumenten, terwijl het argument al in de cartoon stond.

Als in mijn dagelijks leven iemand erg verkeerde vrienden heeft, maakt dat me waakzamer. Waarom zou ik dat vandaag opeens laten vallen? Ik zou dat niet weten. En op basis van uw interview schat ik in: u ook niet.

Meer columns van Leon Verdonschot lees je hier.