‘Een kind, bij z’n ouders weggerukt. Z’n jeugd vernietigd. Z’n leven verziekt’
Zou Mark Rutte weleens dromen over de slachtoffers van de toeslagenaffaire? Jerry Hormone vraagt zich af of 'Markje' weleens in de huid van die kinderen kruipt. 'Van de voetbal af moeten. Niet mee op schoolreisje kunnen. Geen kinderfeestje geven.'
Mark Rutte droomt dat hij een klein jongetje is. Met hetzelfde kapsel en dezelfde bril, diezelfde grijns op het scholierengezichtje. Hij is een pienter mannetje en de meesters en juffen zijn dol op hem en als hij op het schoolplein eens een duw uitdeelt, moet de huilende ander nablijven.
Vroeger was het bij Markje thuis heel gezellig. Nu niet meer. Papa is vaak kwaad en mama huilt veel. Papa en mama hebben zorgen. Ze hadden kinderopvangtoeslag ontvangen en toen kwam de belastingdienst ze even he-le-maal kapot neuken. Met het achteloze sadisme van Hollywood-SS’ers. Een terugvordering van tienduizenden euro’s, binnen twee weken over te maken. Blijft u in gebreke? Elke maand 1000 euro boete erbovenop. Een kafkaëske verkrachting die Markjes papa en mama niet alleen financieel, maar ook emotioneel volledig sloopt.
Ze eten al weken niks anders dan witte bonen in tomatensaus. Eerst vond Markje dat helemaal niet erg, want witte bonen in tomatensaus lustte hij graag, maar nu kan hij geen wit boontje in tomatensaus meer zien. Maar er zijn ergere dingen. Van de voetbal af moeten. Niet mee op schoolreisje kunnen. Geen kinderfeestje geven. Niet trakteren. Op te kleine schoenen lopen.
Er komt steeds meer post waar papa kwaad van wordt en mama om moet huilen. De tv wordt verkocht. Sinterklaas rijdt stilletjes aan Markjes huisje voorbij. Er bellen deurwaarders aan. Er komt iemand van de kinderbescherming langs. Papa schreeuwt aan de telefoon tegen mensen. Mama huilt. En dan lopen ze zo ver achter met het betalen van de huur, dat ze hun huis uit worden gezet. Traantjes prikken in Markjes oogjes als hij denkt aan zijn fijne slaapkamer met op de muren het door hem zelf uitgezochte raceautootjesbehang.
Ze logeren een tijdje bij een collega van papa. Met z’n drieën op een kamertje. En dan staat de kinderbescherming weer voor de deur. ‘Zo’n jongen op laten groeien in deze bittere armoede, dat grenst aan kindermishandeling.’ Nee, papa en mama zijn duidelijk niet in staat om voor Markje te zorgen. Dus ze nemen hem mee, plaatsen hem in pleeggezin na pleeggezin. Tussendoor verblijft hij in jeugdzorginstellingen. Papa en mama mag hij maar eens in de drie maanden, onder begeleiding, een uurtje zien.
Eindelijk schrikt Mark Rutte wakker. Het zweet parelt op het voorhoofd van de demissionaire minister-president. ‘Gelukkig, het was maar een nare droom,’ mompelt hij terwijl hij rechtop in bed gaat zitten. ‘Je moet er toch niet aan denken? Een kind, bij z’n ouders weggerukt. Z’n jeugd vernietigd. Z’n leven verziekt. En dan die pijn. Die pijn van het missen. Hij zijn ouders en zij hem. Hoe godverredomme veel pijn moet dat wel niet doen?’ Hij schudt de onprettige gedachten uit z’n hoofd, staat op en onmenselijk en onverschillig verneukte hij voort.
- ANP