Jerry Hormone

‘Het welzijn van de levende mens, dat interesseert God toch geen fluit’

Onze Jerry Hormone werd vanuit de hemel gebeld door zijn dode oma. Ze vertelde hem onder andere dat God zich niet zo bekommert om de levende mens. 'Als Hem dat wél had geïnteresseerd, dan had kinderkanker niet bestaan.'

Jerry Hormone

Tring! Trrring! Een anoniem nummer. Spannend. Trrr... ‘Hallo, met Sjerrie.’ ‘Hallo.’ ‘Ja, hallo, met wie spreek ik?’ ‘Drie keer raden.’ ‘Eh, Angelina Jolie?’ ‘Nee.’ ‘Karel de Grote?’ ‘Warmer.’ ‘M’n dode oma?’ ‘Bingo!’ ‘Hé, wat gezellig, oma! Hoe gaat het aan gene zijde?’ ‘Z’n gangetje, jongen, z’n gangetje. Beetje tokkelen op m’n harp, bananenmilkshakes drinken, op zondag pasjansen met God.’ ‘Pasjansen? Maar dat speel je toch in je eentje?’ ‘Ja, God pasjanst en wij, de engelen, kijken. Gezelschapsspellen zijn niet zo z’n ding. God kan verschrikkelijk slecht tegen z’n verlies en een teamspeler is Hij al helemaal niet. Tussen jou en mij gezegd en gezwegen: God is een tikkie egocentrisch. Ikke, Ikke, Ikke en de rest, nou ja, je kent het wel.’

‘Ik vind het wel een beetje gek dat u in de hemel bent, oma. U geloofde toch helemaal niet?’ ‘Ja, dat viel mij ook alles mee. Ik heb het bij de hemelpoort nog eerlijk tegen Petrus gezegd, hoor. Ik zei: “Ik geloof het nu pas.” Maar dat gaf niks, zei hij. Zolang je maar niet al te verschrikkelijk hebt lopen moorden of verkrachten, mag je erin. En dat is maar goed ook, want in de hel wil je niet dood gevonden worden. Mensenkinderen, wat een ellende. Laatst was er hier een pakje verkeerd bezorgd. Was voor een heel andere oma. Eentje die al een tijdje voor eeuwig in de hel aan het branden was. Ben ik dat pakje maar even bij haar gaan brengen. Nou, die had het zo druk met het uitgillen van de eindeloze pijn, ze had niet eens tijd om dankjewel te zeggen.’

‘Als bijna iedereen de hemel in mag, dan zal het daar wel druk zijn, oma.’ ‘Ja, het is een gezellige boel hier. We hebben de laatste tijd ook flink wat aanloop door die corona.’ ‘Veel ongevaccineerden nu zeker?’ ‘Precies! God kan ze niet uitstaan!’ ‘Niet? Grappig, er zijn mensen die die prik niet nemen júíst omdat ze in God geloven.’ ‘Nou, die hebben het dan mooi mis. God houdt er he-le-maal niet van als mensen zich niet in laten enten.’ ‘Omdat je je medemens er mogelijk mee schaadt? Door schaarse Iic-bedden bezet te houden en zo?’ ‘Nee joh! Het welzijn van de levende mens, dat interesseert God toch geen fluit. Als Hem dat wél had geïnteresseerd, dan had kinderkanker niet bestaan. Nee, God heeft aandelen in Big Pharma. Ja, kan je lachen, maar Hem groeit het geld ook niet op de rug, hè? Dat moet hier allemaal wel betaald worden! Kijk, anti-vaxxers die het loodje leggen, die komen uiteindelijk ook heus wel in de hemel, maar pas nadat ze eerst een poosje hebben liggen roosteren en braden in het vagevuur. Maar luister, m’n koorrepetitie begint zo, dus ik moet ophangen.’ ‘Oké, veel plezier en leuk u weer eens gesproken te hebben, oma.’ ‘Vond ik ook. Dag, jongen, dag!’