‘Als kind was ik dol op tribunalen’
Toen Jerry Hormone nog een klein knaapje was, speelde hij maar al te graag 'Neurenbergje' met zijn klasgenootjes. 'Een schoolplein vol Duits, Engels, Russisch en Frans kraaiende kindertjes, wat een wonderlijk schouwspel moet dat zijn geweest.'
Als kind was ik dol op tribunalen. Op het schoolplein fijn Neurenbergje spelen. Van de kleuters tot groep 8, iedereen deed mee. Om beurten waren we Göring, Hess, Von Ribbentrop of een ander nazi-kopstuk, al was Remco Boender eigenlijk altijd Seyss-Inquart, maar die had dan ook precies zo’n zelfde brilletje met ovale glazen. Anderen speelden rechter, journalist of bewaker. Om die laatste, toch ietwat saaie rol - je stond daar tenslotte maar te staan - un petit peu beetje meer sjeu te geven, hadden we tijdens creamiddag van papier-maché witte helmen geknutseld.
We waren bloedserieus, zoals alleen kinderen dat in hun spel kunnen zijn. Toch was onze versie van het proces slechts een bondige samenvatting van het origineel. In het korte tijdsbestek van de pauze moest het stuk immers gedaan zijn. ‘Befehl ist Befehl’ voerden de terechtstaande nazi’s ter verdediging van hun monstrueuze misdaden tegen de mensheid aan, maar no, njet, non, daar trapten de Amerikaanse, Britse, Russische en Franse rechters niet in. Wat volgde was gekissebis over het legaliteitsbeginsel met veel Siegerjustiz-geroep van de gedaagden. Een schoolplein vol Duits, Engels, Russisch en Frans kraaiende kindertjes, wat een wonderlijk schouwspel moet dat zijn geweest.
Na de uitspraak van het vonnis was het tijd voor het klapstuk van onze na-spielerei: de executie. Göring ging dan vast voor dood op de grond liggen (Mevrouw Stemband-style, met de armen en benen stijf in de lucht) want die had in zijn cel zelfmoord gepleegd. Voor de overige terdoodveroordeelden hingen aan het klimrek de stroppen al klaar. Die waren van wc-papier, want we gingen ons natuurlijk niet echt verhangen. Morgen wilden we per slot van rekening weer Neurenbergje spelen. Anders hadden de meesters en juffen er nooit mee ingestemd. Wat die er verder van vonden? Aanvankelijk probeerden ze ons nog wel te stimuleren ook eens iets anders te spelen, verstoppertje, tikkertje, Annemaria koekoek, maar al snel legden ze zich erbij neer onder het mom van ‘wat zijn ze zich toch lekker bewust van de geschiedenis, dikke prima’.
En als ik er zo weer eens aan terugdenk komen er allerlei warme, nostalgische gevoelens bij me naar boven. Die onbegrensde fantasie, die eindeloze naïviteit. Tja, das war einmal. Samen met de onschuld van de jeugd zijn ze vervlogen. Het is met tribunaaltje spelen als met zoveel andere kinderspelletjes: op een gegeven moment ontgroei je het, ben je er simpelweg te oud voor. Want moet je je toch eens even voorstellen, dat je nu als volwassen vent m/v in alle ernst zou gaan dreigen met een tribunaal dat helemaal niet echt bestaat en ook nooit echt zal bestaan. Alsof er iemand bang zou zijn voor jouw wc-papieren stroppen. Nee, dat zou maar kinderachtig, belachelijk en vooral verschrikkelijk sneu zijn.