Jan Heemskerk

‘2021 was een onversneden kutjaar’

Het was een 'onversneden kutjaar', aldus Jan Heemskerk. Toch had hij in ieder geval één ding voor geen goud willen missen. 'Ik wens jullie allemaal ook zo’n herinnering aan 2021, en een véél beter nieuwjaar.'

Jan Heemskerk

2021 was een onversneden kutjaar. Waarin we bijvoorbeeld hebben ontdekt dat onze regering niet bijzonder stressbestendig en doortastend opereert in tijden van crisis. Waarin we te weten zijn gekomen dat er niet veel voor nodig is om bevolkingsgroepen tegen elkaar op te hitsen en dat er van gezond verstand in brede kring allang geen spoor meer te bekennen valt. En waarin we als mensheid nog altijd lelijk te kijk worden gezet door een soort kwal met zuignappen, die zich keer op keer met speels gemak onder onze vaccins uit muteert.

Tevens is er woningnood, is het vijf over twaalf met het klimaat, en krijgen we na een eeuwigheid formeren een kopie van het vorige kabinet, maar dan met minder draagvlak, wat ook weinig goeds belooft voor de nieuwe bestuurscultuur. Dat is het wel zo’n beetje.

Het lijkt wel of 2021 nooit heeft bestaan. Dat zegt mijn vrouw, en ik begrijp wel wat ze bedoelt. De corona-dominantie in het nieuws is zo overweldigend, de impact op ons leven zo totaal, dat het voor individuele gebeurtenissen vrijwel onmogelijk is zich aan dat zwarte gat te ontworstelen en een stempel te drukken op 2021. Een stempel dat zegt: 2021 mocht er wezen. Zoals het er nu voorstaat zit 2021 straks onzichtbaar ingeklemd tussen het coronajaar 2020 en het coronajaar 2022. Een jaar om snel te vergeten. En dat zou zonde zijn.

Bijvoorbeeld voor mijn oudste zoon, die uitgerekend in 2021 wilde trouwen, en ook nog op Texel, zodat zijn opa het kon meemaken – wat met een beetje kunst- en vliegwerk ongeveer is gelukt.

Maar ook voor mijn vader, die 2021 heeft uitgekozen om dood te gaan. Zonde van de herinnering aan de dagen, uren die ik met hem heb doorgebracht, vlak voor zijn dood, samen, dus, met mijn pasgetrouwde zoon, zijn oudste kleinzoon. Momenten waarvan ik ten diepste hoop dat ze hem hebben geholpen het laatste stapje naar het hiernamaals te wagen. Mijn vader verdient het om gezien en gememoreerd te worden als de bijzondere man die hij was, en niet als voetnoot van het coronajaar 2021.

2021 mag, moet, er wezen. Vandaar dat ik hier één heel persoonlijk moment wil herdenken dat 2021 helemaal in zijn eentje al bestaansrecht geeft, en de moeite waard maakt, wat mij betreft. Het moment dat ik op 10 september, direct nadat mijn lieve zoon een luid en helder jawoord had gesproken, zijn belachelijk grote lichaam in mijn armen nam en hem minstens twee minuten stevig vasthield, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden – van geluk, ontroering, liefde, weet ik veel – en de wereld even helemaal in orde was. Ik wens jullie allemaal ook zo’n herinnering aan 2021, en een véél beter nieuwjaar.

Column
  • iStock