Diederik Gommers: 'Iedereen is helemaal klaar met covid'

Begin februari stopt Diederik Gommers (57) als lid van het Outbreak Management Team (OMT), de functie die hem de afgelopen twee jaar tot een van de meest herkenbare gezichten van de huidige coronacrisis maakte. Zijn laatste termijn als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) eindigt en dus gaat hij plaatsmaken voor een ander. ‘Ik denk dat ik in de geschiedenisboekjes kom.’

Diederik Gommers

Bent u klaar voor uw OMT-afscheid?
‘Het voelt gek, terwijl ik ook wel weer blij ben met de extra tijd die ik daardoor krijg in mijn agenda. Ik kan weer meer op mijn eigen afdeling zijn, waar ik me wil richten op vernieuwingen in de zorg en het toekomstbestendig maken van de ic. Verpleegkundigen moeten weer meer plezier krijgen in het werk dat ze doen, onder meer door, via innovatie en big data, capaciteit op te schalen.’

Covid is nog dagelijks gespreksonderwerp nummer één. Voelt uw moment van vertrek niet een beetje als een politicus die midden in de formatie wegloopt van de onderhandelingstafel?
‘Ik zit graag aan de knoppen. Dat is altijd al zo geweest. Ik heb dit echter zien aankomen, dus dan is het ook prima om een stap opzij te doen. Een collega mag het straks op zijn eigen manier gaan invullen. Had zich de situatie voorgedaan dat ik nog even door had gemoeten als OMT-lid, dan had ik dat ook prima gevonden. Het gaat ook wat makkelijker worden nu. Door het werk dat ik doe, werd ik soms een speelbal tussen allerlei partijen. Mijn verschillende rollen en verschillende petten die ik de hele week door draag, maken dat soms lastig manoeuvreren. Wanneer ik bijvoorbeeld vanuit het OMT de Tweede Kamerleden te woord sta en vragen beantwoord, dan doe ik dat vanuit mijn functie als voorzitter van de NVIC. Dat hoeft dan niet per definitie ook de mening van het gehele OMT met al haar leden te zijn.'

Gevolg: verschillende partijen die elkaar tegenspreken.
‘De buitenwacht beseft niet altijd dat ik voortdurend een andere pet draag en in die hoedanigheid ook mijn antwoorden formuleer. Men kan dan denken: hoe staat Hugo de Jonge ten opzichte van bijvoorbeeld Ernst Kuipers (voorzitter van de raad van bestuur binnen het Erasmus MC, red.) en mijzelf wanneer ze stuk voor stuk iets anders roepen? Dat dit verwarrend kan zijn, begrijp ik best. Ik weiger me echter door Den Haag te laten vertellen wat en wanneer ik iets mag verkondigen. Tuurlijk wil ik het land niet in paniek brengen, maar op dat moment dat de intensivisten het idee hebben dat het niet goed gaat, dan ben ik wat feller en daag ik de politiek een beetje uit.’

Worden ‘ruzietjes’ tussen u en minister De Jonge daardoor schromelijk overdreven?
‘Ja. Het heeft er gewoon mee te maken dat, wanneer er meer onzekerheid is, het volk behoefte heeft aan één geluid, gedeeld door alle bekende gezichten die over dit onderwerp gaan. Die wens is sterker zodra de angst toeneemt. Dat zag ik tijdens de eerste golf en nu ook weer. Kuipers en Gommers mogen elkaar in de media niet tegenspreken, zo was de gedachte binnen ons ziekenhuis. Ik ben het daar niet mee eens. We kunnen namelijk niet altijd dezelfde lijn volgen, gezien de hoek waar vanuit we iets zeggen. Toen ik bijvoorbeeld zei dat het niet goed ging in Nederland en we langzaam richting code zwart gingen, reageerde De Jonge daar weer op dat we er nog ver vanaf zaten. Ernst Kuipers legde ten slotte uit welke fases we eerst nog door moeten voordat we daadwerkelijk op dat punt zijn aanbeland. Het zijn belangrijke nuances die verdwijnen op het moment dat er veel onzekerheid is.’

Tot voor kort liep u visite langs uw patiënten met tegelijkertijd airpods in om te kunnen vergaderen met het OMT. Heeft u daarin een betere modus gevonden?
‘Dat soort dingen kan echt niet en doe ik dus ook niet meer. Ik heb absoluut een betere modus gevonden. Ik merk dat iedereen in z’n eigen wereld leeft. Die van mij is er gelukkig nog één waar ik in ieder geval nog half in de praktijk sta. Ik loop nog gewoon zaal en heb veel contact met verpleegkundigen. Ik krijg daardoor heel andere en actuelere informatie dan een bestuurder die een ziekenhuis moet aansturen of een politicus die beleid voert. Wanneer ik de noodzaak van onze zorg wil uitleggen binnen het OMT, dan merk ik dat dit lastig gaat, omdat daar vooral infectiologen en microbiologen in zitten. Zij zijn geen doktoren, begeven zich enkel achter hun bureau en voelen niet de spanning van mijn werkvloer. Bestuurders reageren weer anders omdat zij financiële belangen hebben en in de politiek overdrijft men graag. Aan dat soort mensen vertellen hoe nijpend een situatie is, vraagt daarom om een andere aanpak dan wanneer ik overleg voer met mijn directe collega’s in Rotterdam. Hun wereld steekt gewoon heel anders in elkaar. Je kunt allemaal wel Nederlands praten en dezelfde boodschap vertellen, maar we hebben afzonderlijk allemaal een andere achtergrond en meetlat om de waarde van die boodschap af te wegen.’

De onduidelijkheid zorgt ook voor steeds meer rellen en protesten, waarbij met enige regelmaat een stadscentrum het moet ontgelden.
‘Het geweld en de vernielingen die tot dusver hebben plaatsgevonden, zijn niet goed te praten, maar ik begrijp wel waar het vandaan komt. Spanningen lopen op, mensen zitten er helemaal doorheen en dan worden de lontjes korter. Iedereen is helemaal klaar met covid, maar ja, daar ga ik, de politie of wie dan ook niet over. Over het tijdig ingrijpen en maatregelen nemen hebben we wel wat te zeggen. Daarom vind ik het ook zo belangrijk om steeds maar weer aan de bel te trekken. Als we onverhoopt een keer daadwerkelijk in code zwart terechtkomen, dan zijn die relletjes die we nu gehad hebben nog peanuts vergeleken bij wat we dan gaan zien. Doet die situatie zich voor, dan wil ik mezelf recht in de spiegel kunnen aankijken en mensen het gevoel hebben gegeven dat ik er alles aan gedaan heb om de ontstane situatie te voorkomen. Je kunt namelijk niet meer zeggen dat je “er nog mee bezig was” als het al te laat is. Dat bestaat niet.’

Zoals geplande operaties en behandelingen van niet covid-gerelateerde patiënten uitstellen?
‘Dat soort gesprekken voer ik al. We zitten nu al in de fase waarin we niet meer dezelfde kwaliteit van zorg leveren als mensen van ons mogen verwachten. Ik moet nu soms al zeggen: “Normaal gesproken hadden we u opgenomen, maar gezien de drukte gaan we dat niet doen.” De ene dokter heeft daar meer moeite mee dan de ander. Ik probeer daar minder bij stil te staan, aangezien ik echt alles heb gedaan wat er in mijn macht ligt om deze situatie te voorkomen. Als je er dan eenmaal toch in zit, dan kun je er niets meer aan doen. Het is overmacht. Daarom kan ik het. Maar het voelt niet goed, laat ik daar duidelijk over zijn.’

Uw prominentere rol van de afgelopen jaren heeft ook een schaduwkant: bedreigingen.
‘Ze liegen er niet om. Dat ik moet branden in de hel. Of dat mijn kinderen via social media bestookt worden met vragen als: “Begrijpen jullie wel wat voor vader jullie hebben en wat voor moordenaar het is?” In het begin had ik daar wel wat last van en deed het me zeer, maar inmiddels heeft de politie het mogelijk gemaakt om deze bedreigingen direct naar hen door te sturen. Af en toe doe ik ook aangifte. De politie zoekt de persoon in kwestie dan op en daarmee is het afgesloten. Ik heb veel vertrouwen in hen.’

Wat hebben de afgelopen twee jaar u geleerd?
‘Dat je mogelijkheden die je geboden worden met beide handen moet aangrijpen. Ik ben heel erg iemand die zijn verantwoordelijkheid pakt en het klusje wil klaren. Vanuit de NVIC ben ik verantwoordelijk voor voldoende ic-bedden. Als ik daarin voorbereidend werk kan verrichten of wat makkelijker bij het ministerie op de deur kan kloppen, dan doe ik dat. De randzaken, zoals het bekender zijn en deuren die wat makkelijker opengaan, is iets wat me overkomt en waar ik van geniet. Als je je bedenkt welke nieuwe mensen ik heb ontmoet en op welke plekken dat gebeurde. Zo heb ik een beetje inzicht gekregen in wat er in zo’n Catshuis gebeurt en hoe Mark Rutte functioneert. Die man heeft een positieve benadering, heel veel energie en neemt tijdens een bezoek echt de tijd voor je. Dat zijn van die live-events waarvan ik denk: joh, dat moet ik ook kunnen. Door zijn manier van werken op mezelf te betrekken en het in mijn eigen werk toe te passen, help ik mezelf en m’n team vooruit.’

Lees de rest van het interview in de nieuwste Revu of op Blendle.nl.

Hierin vertelt Diederik Gommers onder meer dat zijn kinderen, Sophie, Luc en Freek, het niet altijd met hem eens zijn. 'Luc is voor strengere regels, Freek wil er juist snel vanaf. Hoe langer het duurt, des te feller ze worden. Ook bij mijn eigen kinderen, die zich heus niet altijd aan de regels houden...'