Streek van de week: de roekenjager van Noordlaren

Nieuwe Revu belicht vanaf deze plek wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: hoe een Gronings villad...

Nieuwe Revu belicht vanaf deze plek wekelijks over belangwekkend nieuws uit de regio. Deze keer: hoe een Gronings villadorp schijtziek wordt van een stel pleurisvogels.

RIJK AAN KUST, groen en water voelen talrijke oog- en oorstrelende vogels zich in het Koninkrijk der Nederlanden als een vis in het water. Zoals de boomklever, de bijeneter, de brandgans, de brilduiker, de grote zaagbek, de geelgors, de klapekster, de boompieper, de duinpieper, de graspieper, de beflijster, de grote burgemeester, de glanskop, de pestvogel, de kwak, de woudaap, de wespendief, de bosruiter, de rosse franjepoot, de braamsluiper, de sprinkhaanzanger en zo kunnen we nog wel even doorgaan.

Herrie

En dan heb je nog de roek. Roeken zijn een soort kraaien. Maar dan erger. We zullen het beestje maar gewoon bij zijn naam noemen: roeken zijn pleurisbeesten. Ze bouwen nesten in de toppen van hoge bomen. Dat doen wel meer vogels, maar roeken doen het met honderden, soms zelfs duizenden tegelijk. De herrie die deze kolonies dag en nacht veroorzaken, is bijkans ondraaglijk. En dan de stront. Roeken schijten zich leeg alsof ze louter bedorven tandoori naar binnen lepelen. Kilo’s en kilo’s walmende vogelstront produceert zo’n kolonie.

Wat moeten we met die beesten? Trommel toch lekker alle jagers van het land op, knal ze één voor één af en organiseer op een mooie zomerdag de Grote Nationale Roeken Barbecue. Goed voor het saamhorigheidsgevoel en de nachtrust. Maar dat mag dus niet. De roek geniet diplomatieke onschendbaarheid sinds een of ander sadistisch ambtenaartje besloot de vogel een beschermde status te geven. Wil een gemeente iets aan de overlast doen, dan dienen ze eerst een roekenbeschermingsplan op te stellen.

Roeptoeter

Dat bewuste ambtenaartje kan zich maar beter niet in Noordlaren laten zien. De bewoners van de Zuidlaarderweg gaan al jaren gebukt onder een roekenkolonie van epische proporties. Vorig jaar hadden ze een sprankje hoop van die gevleugelde bloedhonden te worden verlost. Maar toen ze op het gemeentehuis eindelijk alle vergunningen binnen hadden om de nesten te verplaatsen, waren de roeken al aan het broeden. En dus onaanraakbaar.

Daarom stuurde de gemeente dit jaar Jan Louwes, medewerker buitendienst, op cursus naar Schiphol. De luchthaven heeft zestien bird-controllers in dienst om vogels bij de landingsbanen te verjagen. Hun advies: een roeptoeter. Sindsdien loopt Jan met zijn roeptoeter een paar keer per dag de Zuidlaarderweg op en af, om de roeken weg te jagen met voorgeprogrammeerde angstkreten van meeuwen, kauwen, spreeuwen en reigers. Omdat Jan moeilijk de hele dag kan roeptoeteren, krijgt hij hulp van Hendrik en Harmie. Twee plichtsgetrouwe ingezetenen van Noordlaren voor wie het roeken verjagen amper nog geheimen kent. En als de roeken nou schijt hebben aan die roeptoeter? Jan zal er niet voor terugdeinzen het waarschuwingsgeweer te pakken. ‘Dan gaan we lichtkogels omhoog jagen.’ Jan Louwes, de Red Priestess van Noordlaren: the night is dark and full of feather.