In het afgelopen coronajaar had jij je coming-out als BN’er. Hoe voelt dat?
‘Ik ben natuurlijk al twintig jaar operazangeres. Dan sta je af en toe in de krant, je krijgt recensies. In die zin was ik gewend aan aandacht, wat ik zelf opzocht door al af en toe aan tv-programma’s mee te doen. Dat begon met Knoop in je zakdoek, daarna werd ik vaste gast in Maestro en in 2019 jurylid in All Together Now. Zodra je met je harses op tv komt, verkoop je meer kaartjes in het theater, zo werkt het nu eenmaal. Maar goed, door het coronavirus hield mijn werk op het toneel helemaal op, wat niet betekent dat ik ophield met zingen. Als zanger moet je blijven trainen, net als een sporter, dus ik bleef elke dag zingen en studeren. Daar maakte ik vlogjes van, zodat ik een klein doel had. Dat werd opgepikt door de media, waardoor ik terechtkwam bij Jinek en ondertussen lag er ook een aanvraag voor De Slimste Mens. Daar kon ik nooit aan meedoen, omdat ik altijd in het theater stond. Vorig jaar lukte dat wel, omdat al mijn werk was weggevallen. Ik had na één aflevering al kunnen afvallen, maar ik hield het veel langer vol. Zo is het balletje gaan rollen.’
Je was in De Slimste Mens van meet af aan publieksfavoriet. Wat is je geheim?
‘Ik was gewoon mezelf, denk ik. Dat is wat mij typeert.’
Dat zegt iedere zichzelf respecterende BN’er.
‘Mijn beroep is operazangeres, maar ik kom een beetje volks en gewoon over. Mensen vinden dat waarschijnlijk aantrekkelijk omdat ze normaal gesproken bij opera het beeld hebben van high-brow of elitair.’ Grinnikend: ‘De operawereld houdt dat imago ook goed in stand, maar zo ben ik nooit geweest. Daar krijg ik soms op- en aanmerkingen over, dan zeggen ze tegen me dat ik me wat meer als een diva moet gedragen. Maar ik weet dat ik mijn vak goed kan uitoefenen, dus waarom zou ik? Het enige nadeel van mijn televisiebekendheid is dat veel mensen mij alleen maar zien als die geinponem in al die programma’s. Ze weten niet wat mijn beroep inhoudt en hoe goed ik daarin ben, terwijl dat natuurlijk is waar het bij mij om gaat. Ik wil bekendheid genereren voor de opera, waar in coronatijd bijkwam dat ik met het tv-werk ook nog wat centjes kan verdienen, want mijn schoorsteen moet ook roken.’
Kun je daar een beetje van leven, meedoen aan tv-programma’s?
‘Dat hangt ervan af. Als ik mezelf moet promoten, dan zit ik er voor niks. Maar als ik als artiest meedoe aan I Can See Your Voice, dan word ik gewoon netjes betaald. Veel mensen vinden het gek dat je geld krijgt om ergens te zingen. Dat komt door onze regering die doet alsof kunst en cultuur een linkse hobby is. Daar ageer ik heel sterk tegen, omdat ik die houding gewoonweg schandalig vind. Als ik ergens op camera kan zeggen dat ik cultuur belangrijk vind, dan zal ik dat niet laten.’
Je was ongeveer óveral te zien: Het beste van... Jinek, Beau, Humberto, Op1, We Want More, Op zoek naar Maria, De Verraders. Ben je niet bang voor overkill?
‘Nu ik mijn echte werk weer kan doen, zal dat vanzelf uitbalanceren. Maar ik zeg je eerlijk: ik vind het ook leuk en heb niet het idee dat ik slecht overkom. Dus als ik tijd heb om iets te doen, en als tv-programma’s me blijven vragen, waarom zou ik het dan niet doen?’
Op1 vraagt vaak of ik kom, maar dat doe ik zelden omdat zij een heel rare manier van uitnodigen hebben
Zijn er dingen waarvan je principieel zegt: dat doe ik niet?
‘Heel veel zelfs. Ik was bijvoorbeeld gevraagd voor Showcolade, waarvan ik inschatte dat het niet mijn programma was. Met oud & nieuw heb ik aan één aflevering van Ranking the Stars meegedaan, maar op de serie heb ik al drie keer “nee” gezegd. Op1 vraagt ook vaak of ik kom, maar dat doe ik zelden, omdat zij een heel rare manier van uitnodigen hebben. Ze gaan ervan uit dat je het gewéldig vindt om aan tafel te zitten, maar dan schatten ze mij verkeerd in. Zo vroegen ze mij bijvoorbeeld om het Songfestival te bespreken, waarvoor ik drie avonden moest aanschuiven. Ik zei dat ik dat best een inbreuk vond, omdat ik in die periode ook moest repeteren en studeren voor de musical The Sound of Musical, dus wat stond daar tegenover? Tijd is geld, laten we maar zeggen. Maar nee, ze betaalden me niks. Nou, dan kom ik niet. Dat moest ik heel vaak herhalen, want de redactrice bleef maar zeggen: “We vinden het zo leuk als je komt.” Uiteindelijk heb ik gevraagd of zij haar werk ook voor niks deed, dat was niet zo, maar ze verwachtte wel van mij dat ik voor niks kom praten over een onderwerp dat ik leuk vind, maar nu ook weer niet mijn grote liefhebberij is. Daarna werd ik nog drie keer door Op1 gebeld, omdat ze weten dat ik achterlijke dingen zeg op televisie en mensen daarop aanhaken. Ik vind dat ik daar gerichtere keuzes in moet maken, want ik wil niet op tv komen als de onderwerpen niet mijn hart en ziel hebben.’
Streelt het je ego wel een beetje, dat ze je zo graag willen hebben?
‘In het begin is dat een valkuil, omdat je denkt: wat leuk dat ze me vragen. Maar ik probeer er wel een soort lijn in te brengen. De rode draad is zingen, maar ik doe ook alles met Lourdes en pesten.’
Je werd als kind vreselijk gepest met je uiterlijk.
‘Ik wil niet de hele tijd zielig doen door mezelf als pestslachtoffer neer te zetten, maar ik merk dat het mensen raakt. Toen ik er in het programma van Art Rooijakkers over vertelde, kreeg ik duizenden berichten met soortgelijke verhalen. Ik kan mensen blijkbaar helpen door er open en eerlijk over te zijn, al is het niet nodig dat mensen aanbieden om me te helpen. Tijdens het gesprek met Art raakte ik geëmotioneerd, omdat het pesten een pijnpunt in mijn leven blijft. Mensen denken daardoor dat ik er nog steeds mee worstel, maar zo erg is het niet met me gesteld. Ik lijd er nu niet meer onder en vind dat ik een gelukkig leven leid.’
Gepeste mensen hebben soms de neiging om zich te gedragen als grijze muisjes. Bij jou lijkt het tegenovergestelde aan de hand. Hoe komt dat?
‘Ik ben een performer in hart en nieren. Van kleins af aan wilde ik het toneel op. Toen ook nog bleek dat ik een groot zangtalent heb – dat klinkt lullig of arrogant, maar ik kan echt heel goed zingen – is dat uiteindelijk ook gebeurd, in een vak dat ik het allermooiste van de hele wereld vind: de opera. Bij opera is alles groots en meeslepend, dus als ik mezelf grijzer voordeed dan ik in feite ben, dan kreeg iemand anders de rol. Was ik mijn eigen kleurrijke, drukke en flamboyante zelf, dan werd ik wél uitgekozen. Mijn voordeel is dat ik veel kanten heb, waarmee ik verschillende groepen aanspreek. Ik ben operazangeres, maar ik ben ook hysterisch van Feyenoord, dus de hardwerkende havenarbeider uit Rotterdam-Zuid loopt ook met me weg.’
Is je platte accent bedoeld om ook connectie te houden met die doelgroep?
‘Ik kom uit een Haagse familie en ben opgegroeid in Wassenaar, maar mijn vader heeft altijd in Rotterdam gewoond en gewerkt. Daardoor praat ik in een mix van Haags en Rotterdams door elkaar. Ik kán chic spreken (zet geaffecteerde stem op), maar dat kost me te veel moeite. Mijn zangpedagoog verbeterde mijn platte praat altijd, dan zei ik “zow” en corrigeerde zij me met: “zeau”. Ik had vakmatig veel respect voor haar, maar ik ben een dwars type en was anders dan andere leerlingen niet bang voor haar. Als zij uit de hoogte of vervelend deed, dan zei ik gewoon: “Waar komt dit nou vandaan, Cora?” Mijn ouders hebben mij een brede interesse meegegeven, ze kijken nergens op neer, ze staan open voor alle kanten. Eén waarheid bestaat niet en er is niet zoiets als: zo hoort het. Dat heb ik altijd geleerd.’
Toch vond je het moeilijk om aan jezelf toe te geven dat je meisjes leuker vond dan jongens.
‘Als de norm in de wereld heteroseksueel is, dan valt de rest onder het kopje “anders”. Dat is lastig, zeker als je iemand bent die zwaar is gepest. Alles waarmee je jezelf onderscheidt, kan weer een reden zijn om je te bespugen of in elkaar te slaan, dus je bent altijd op je hoede. En hetgebeurt nog steeds, hè. Als ik in de Biblebelt vertel dat ik lesbisch ben, dan kijken mensen me vol walging aan. Ik weet nog dat ik een keer in een kerk, waar ik zou gaan zingen tijdens een uitvaart, in gesprek raakte met een organist. Het was een aardige vent, die mij overduidelijk leuk vond, en op een gegeven moment aan me vroeg of ik na afloop zin had om een Bossche bol met hem te eten. Ik antwoordde naar waarheid dat ik op tijd weg wilde, omdat ik de volgende dag vroeg bij de Pride moest zijn. Toen zei hij: “Gatverdamme, wat moet je bij die gore homo’s?” Ik reageerde heel droog met: “Je praat nu met zo’n gore homo,” waarop er een soort kortsluiting in zijn hoofd ontstond, dat zag ik gebeuren. Op zo’n moment word ik niet boos, maar ik wil wel begrijpen wat er aan de hand is, dus ik vroeg aan hem: “Waarom zeg je dit zo heftig, wat heb je meegemaakt dat je zo heftig reageert op homo’s? Ben je misschien verkracht door de pastoor hier?” Dat was niet zo, maar zijn zus was getrouwd geweest met een man die op latere leeftijd had ontdekt dat hij homo was, wat veel ellende had gegeven voor zijn zus en de familie. Daarna hebben we een heel mooi gesprek gehad, waarin ik zijn verdriet erkende, maar hem ook een andere kant heb laten zien: “Jij vindt me volgens mij wel aardig, vind je mij dan ook een gore homo?” Toen ik ook nog heel mooi bleek te kunnen zingen, was hij helemaal overstag.’
Ben je altijd zo redelijk?
‘Als ik thuis op de bank zit, dan wil ik heel vaak mensen doodknijpen. Ik maak me kwaad over van alles en nog wat. Maar wat heeft het voor zin om dat in het openbaar te doen? Dan krijg je dat gepolariseer wat je steeds op televisie ziet, dat zwart-witte denken. Dergelijke mensen komen nooit tot elkaar, want er wordt niet naar de ander geluisterd. Je hoeft van mij je eigen mening niet los te laten, maar je moet wel openstaan voor andermans mening. In Nederland is het vaak zo dat als het ene er is, dan mag het andere niet meer. Daar ben ik op tegen. Het mag er zijn. Naast elkaar. We hebben de slavernij gehad, het is afschuwelijk dat we daaraan mee hebben gedaan, maar dan moet ineens alles uit die tijd weg, waarom is dat zo? Laat het staan, vertel het verhaal erbij. Nuance lijkt in ons land niet mogelijk, want we willen spraakmakende televisie. Daarom laten we altijd tegenstellingen zien, want dat is geinige tv. Ik doe daar niet aan mee. Je moet mensen laten nadenken en vragen stellen.’
Je komt heel keurig over. Zit er ook een rauw randje aan jou?
‘Ik schiet langzaam in de overgang. Dat is heel onprettig, want ik ben soms niet te harden. Als mensen me dwarszitten, kan ik ineens heel kwaad worden of pinnig uit de hoek komen. Niets menselijks is mij vreemd, dat zag je ook in het programma De Verraders. Ik ben best lief, maar ik kan heel pissig worden op mensen. Tijdens het programma ben ik één keer enorm uitgevallen tegen Loek Peters, dat hebben ze er niet in gemonteerd, maar dat ging er vrij heftig aan toe.’
Ben je iemand met veel vrienden?
‘Ik merk dat veel mensen graag bij mij in de buurt willen zijn, maar ik heb maar een paar vrienden bij wie ik helemaal mezelf kan zijn. Een van mijn beste vrienden is vorig jaar overleden. Hij was vroeger een vriend van mijn ouders, die heb ik helemaal ingepikt, omdat we allebei helemaal waus waren van Maria Callas. We konden vreselijk lachen en eindeloos over Callas praten. Hij was ook wel 80 jaar hoor, maar hij werd ineens ziek. Daar heb ik nog elke dag last van, ik mis hem heel erg. Mijn andere echt grote vriendin is mijn pianiste Femke, die onlangs is bevallen. Ik ken haar al twintig jaar, we hebben samen heel veel meegemaakt en zitten helemaal op één lijn. Bij haar ben ik nooit bang dat ik iets verkeerds doe of zeg, onze relatie zit vol vertrouwen en wederkerigheid. Met andere mensen ben ik ook heel sociaal en menslievend, maar ik kan niet iedereen in mijn leven hebben. Als ik op Instagram een open invitatie zou zetten, dan staan er 50.000 mensen op de stoep. Dat is te veel voor mij, dat kan ik niet aan. Maar ik ben wel zo’n type dat elk berichtje probeert te beantwoorden. Steeds weer een hartje of een dingetje. Daar ben ik elke avond wel even mee bezig. Ik zag een berichtje voorbijkomen van iemand met een dood kind, dan denk ik: jezus mens, wat erg. Ze houdt zo van mijn muziek, nou, dan krijg je een cd. Als ik mensen kan helpen met die rare muziek, dan doe ik dat, ja toch?’
Hoe ziet een gemiddelde avond in huize Van Broekhuizen eruit, los van het beantwoorden van Instagram-berichten?
‘Als ik niet weg ben voor een optreden of een ander werkgerelateerd gebeuren, dan zitten mijn vrouw Jacqueline en ik vaak te diamond painten: een soort schilderen, maar dan met kleine steentjes in plaats van verf. Ik heb ook vaak m’n iPad op schoot en de tv aan, met een half oog een talkshow kijken en ondertussen een serie volgen. Tekenen doe ik ook graag en Jacqueline en ik doen aan zumba. In de coronatijd heb ik dat een beetje verzaakt, omdat ik het via de livestream minder leuk vind dan in de sportschool. Datzelfde geldt voor bodyshape, dat vinden we hartstikke fijn om te doen in de sportschool, met gezellige vrouwen van middelbare leeftijd puffen en steunen. Als het enigszins kan, ga ik ook eens per week naar mijn ouders, tussen de middag een broodje eten. Ik ben de kok thuis, dus ik sta ook vaak in de keuken. Heel burgerlijk allemaal. Hoe saaier het is, hoe prettiger ik het vind. Ik hou van gezapig, omdat de rest van mijn leven al zo druk is. Zeker nu met The Sound of Music, als je ziet wat er bij zo’n musical allemaal komt kijken. Dat is geweldig.’
Waar droom je nog van?
‘Ik wil hierna nog meer musicals doen. En ik wil Tosca van Puccini op het toneel zingen. Dat vind ik de mooiste opera ooit. Iets anders waar ik al mee bezig ben, maar het duurt lang voordat je zoiets voor elkaar krijgt, is een tv-programma over Maria Callas. Als dat lukt, dan zou dat helemaal geweldig zijn. Dat vind ik toch het leukste, dat veel mensen in aanraking komen met de muziek waar ik zo van hou. Dat is mijn goal.’
NIEUWE REVU ONTMOET FRANCIS VAN BROEKHUIZEN
Waar?
In het lieftallige Nootdorp, waar Francis en vrouw Jacqueline resideren.
Nog iets genuttigd?
Nope, het was louter praten, zonder de keel te smeren.
Verder nog iets?
Francis gooit de antwoorden, anekdotes en grapjes eruit zonder dat ze daar langer dan een milliseconde over hoeft na te denken. Ze kwalificeert zichzelf daarmee als ideale interviewkandidaat, want schroom lijkt ze ook al niet te kennen. Wil je haar live zien, dan kan dat overigens in het AFAS Circustheater Scheveningen, waar ze moeder-overste speelt in de musical The Sound of Music.
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP