De laatste woorden van zij die geen andere uitweg zagen

Wanneer is een mens eerlijk? Pas op het allerlaatst, wanneer de dood onafwendbaar is, ongeacht of die nu zelfgekozen is of niet. Een bloemlezing van passages uit afscheidsbrieven van personen die op het punt staan de grote oversteek te maken. De ene brief hartverscheurend, de andere een trap na, want ieder heeft zijn eigen versie van het verloren paradijs.

Als je dit leest, ben ik er niet meer

Niemand van jullie had iets kunnen doen

Yocheved Gourarie

NEW YORK, DECEMBER 2020. Een dinsdag. De 24-jarige Yocheved Gourarie, dochter van joods-orthodoxe ouders, neemt de metro naar Manhattan. De studente kampt sinds haar twaalfde met anorexia en depressies. Iets waarover ze sinds kort openlijk schrijft op Instagram: ‘Jarenlang verborg ik het voor de buitenwereld, het was de hel.’ Nu Yocheved open is over de demonen in haar leven, lijkt het beter met haar te gaan, want ‘het betekent dat anderen mij kunnen helpen het te dragen’. Het afgelopen jaar haalde ze twee bachelor-diploma’s, zowel in de psychologie als in de neurowetenschappen. Alleen maar mogelijk, zo schrijft ze op Instagram, ‘dankzij de steun en support van alle vrienden en familie om me heen.’

Maar toch, hoe vreemd ook, ziet Yocheved de droefenis die in haar lijf hangt, ook als een deel van haar persoonlijkheid: ‘Mijn depressies aanpakken, zou ook de kern van mijn zijn verstoren. Me van binnenuit vernietigen. Ik vraag me vaak af óf er wat te veranderen valt. En of ik kán veranderen. Maar één ding weet ik wel. Ik ervaar heel soms weer kleine momenten van vreugde.’ In de reacties onder elke postje prijzen haar volgers Yocheved voor haar moed en eerlijkheid.

Yocheved Gourarie | Fotografie ANP, Bruno Press

Aangekomen in Manhattan, koopt Yocheved een kaartje voor The Vessel, een volledig uit trappen opgebouwde toeristische attractie. Ze begint aan de klim. Even later, het is rond het middaguur, stapt ze vanaf de zestiende verdieping haar dood tegemoet. Weg van alle pijn.

Hulpdiensten vinden een briefje op haar lichaam.

Daarop staat wie zij is en met wie contact moet worden opgenomen. Opmerkelijk, volgens een hulpverlener, want maar weinig mensen die suïcide plegen doen dat.

Een dag later verschijnt haar afscheidsbrief op Instagram, bestemd voor haar 2610 volgers. Yocheved heeft de post ingepland, vlak voordat ze sprong. Ze schrijft: ‘Hé, als je het nu nog niet weet, dan moet je misschien even gaan zitten. Als je dit leest, ben ik er niet meer.’ En daarna, refererend aan de Netflix-serie 13 Reasons Why: ‘Ik ga niet in op alle redenen, maar het zijn er zeker meer dan dertien. Ik heb een mailtje ingepland om postuum aan mijn ouders te sturen. Dat ga ik niet met jullie delen, want ik wil mijn ouders op geen enkele wijze pijn doen.’ Dan bedankt ze haar volgers: ‘Jullie hebben mijn leven zoveel voller, vrolijker en gelukkiger gemaakt dan het zonder jullie geweest zou zijn. Jullie steun, jullie aanmoediging, jullie knuffels, jullie uitnodigingen, jullie glimlach, jullie sms’jes.’

Ze besluit: ‘Niemand van jullie had iets kunnen doen – of meer kunnen doen – om te voorkomen dat dit zou gebeuren. Jullie hebben allemaal je uiterste best gedaan en daar ben ik jullie eeuwig dankbaar voor. Ik hoop dat jullie troost kunnen vinden in de wetenschap dat ik geen pijn meer heb. Ik hou van jullie.’

De tekst gaat vergezeld van een foto van Yocheved zelf, genomen vanuit kikkerperspectief. Ogen gesloten, armen in de zij en met het gezicht naar de zon gekeerd.

Ik verwacht op geen enkele manier begrip

Bernd K.B.

SEPTEMBER 2013. Bernd K.B. woont in een vakantiehuisje in het Drentse Schoonloo. Sinds enige tijd verkeert hij in een slepende echtscheiding, een gevecht om de kinderen. Zijn vrouw zou al enige tijd een relatie hebben met een andere man. Daarnaast heeft Bernd zakelijke problemen en ook zijn nieuwe relatie is gestrand.

Het is weekend en zijn drie zoontjes – Jasper (10), Marijn (10) en Seth (2) – zijn bij hem op het vakantiepark. Een buurman ziet de tweeling nog samen voetballen. Maar die maandag verschijnen ze niet op school. In plaats daarvan ontvangen vierhonderd ouders van schoolgenootjes een afscheidsmail van Bernd, om half acht in de ochtend. Het onderwerp van de mail: Afscheid Jasper, Marijn en Seth.

‘Dag achterblijvers,’ begint Bernd het laatste schrijven uit zijn leven. ‘Ik heb er lang over nagedacht of ik een afscheidsbrief zou achterlaten. Ik vind wel dat ik jullie een verklaring schuldig ben.’ Bernd loopt helemaal leeg. ‘Er is heel veel kapot gemaakt. En heeft bakken met geld gekost.’ Over zijn ex: ‘Haar motto is dan ook: ik rust niet eerder dan dat ik jou ten gronde heb gericht. Dat is dan nu gelukt.’ Daarna verhaalt hij over alle zakelijke problemen. ‘Als ik bij een baas had gewerkt had ik mij een jaar geleden allang ziek gemeld. Mijn eigen diagnose is dat ik zwaar depressief ben.’ En dan, die ene even onbegrijpelijke als bijna ijzingwekkende zin: ‘Waarom de kinderen meenemen.’ Bernd rept over ‘losse handen’ en dat hij de drie jongetjes niet kan beschermen. Vervolgens schrijft hij: ‘We hebben dit laatste weekend overigens een heerlijk weekend gehad met z’n vieren. Heerlijk geknuffeld en plezier gehad!’ Dan volgt het afscheid: ‘Ik verwacht op geen enkele manier begrip van jullie. Weet dat ik heel veel hou en gehouden heb van mijn drie geweldige mannen en ze heel graag wat anders gegund had. Geen ruziënde ouders en gesleep meer met de kinderen. Wij hebben nu eindelijk rust! Meer wil ik er niet over zeggen.’ Getekend: Bernd.

In het vakantiehuisje worden de stoffelijke overschotten van Bernd en zijn drie zoontjes aangetroffen. Politie probeert de kinderen nog te reanimeren, maar tevergeefs.

Maanden later doet de moeder van de vermoorde tweeling haar verhaal in de Volkskrant: ‘Hij vond zichzelf de geweldigste persoon ter wereld – en tegelijkertijd natuurlijk helemaal niet. Het kwam voort uit grote onzekerheid. In elk geval neem ik het mezelf nu verschrikkelijk kwalijk dat ik daar nooit het gevaar van heb ingezien.’ Dat laatste blijkt een understatement. Een jaar na de door haar ex gepleegde drievoudige moord stapt ook zij uit het leven.

De aanblik van je allerliefste gezicht te moeten missen

Robert Scott

MAART 1912. De Britse ontdekkingsreiziger kapitein Scott – type stiff-upper-lip – wil als allereerste mens de geografische Zuidpool bereiken, het laatste grote onbekende gebied op aarde. In 1904 ondernam hij al een poging, maar moest toen vroegtijdig afhaken. Dit keer lukt het wel. Maar Scott en zijn team van vier expeditieleden zijn niet de eersten. Na een tocht van tweeëneenhalve maand zien ze in de verte een vlag wapperen. De Noor Amundsen is hem voor. Alles tevergeefs. In zijn dagboek noteert Scott: ‘Mijn God! En wij hebben ons afgebeuld om deze weerzinwekkende plek te bereiken en het resultaat is dat wij hier niet als eersten aankomen!’

Scott en zijn team rest niets anders dan de 1200 kilometer lange voettocht terug. De barre tocht terug door het eindeloze, barre wit is een marteling door alle sneeuwstormen. De pony’s sterven waardoor de mannen zelf de sledes moeten trekken. De ontberingen zijn groter dan ooit tevoren. Op 20 maart zetten Robert en zijn mannen voor het laatst hun tentjes op. Buiten raast de storm. Robert schrijft een brief aan zijn vrouw Kathleen, die thuis op hem wacht, met hun 3-jarig zoontje.

Robert Scott in 1911 | Fotografie ANP, Bruno Press

‘Aan: Mijn weduwe,’ begint de brief. ‘Allerliefste schat, we zitten in een heel lastig parket en ik betwijfel of we ons daaruit kunnen redden. (...)

We hebben besloten ons niet van het leven te beroven, maar tot het laatst toe te blijven vechten tot we dat depot bereiken. Maar in dat vechten wacht ons een pijnloos einde, dus maak je geen zorgen. (…) Je ziet dat ik me bezorgd maak om jou en de toekomst van de jongen. Wek als je kunt zijn belangstelling voor natuurhistorie, dat is beter dan spelen – dat stimuleren ze op sommige scholen. Ik weet dat je hem veel in de buitenlucht zult laten. Probeer hem in een God te laten geloven, dat geeft troost. (...) Wat zou ik je veel over deze reis kunnen vertellen. Dat het zoveel beter is geweest dan comfortabel thuis rondhangen. Wat een verhalen zou je dan voor de jongen hebben, maar o wat een hoge prijs moet ik betalen – de aanblik van je allerliefste gezicht te moeten missen.’

De brief wordt acht maanden later op Roberts bevroren lichaam gevonden. Op zo’n 20 kilometer afstand van depot One Ton Camp, waar warmte en voedsel genoeg was.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het op Blendle.

In het artikel vind je onder andere de brief die Jürgen Conings achterliet in het Dilserbos in Vlaanderen en de laatste woorden van Nirvana-frontman Kurt Cobain, die hij in een tijdsbestek van drie sigaretten schreef in de garage van zijn huis in Lake Washington.

Mens & Maatschappij
  • ANP, Bruno Press