We staan op de Vierhavenstraat 71, een lange straat in de oudste wijk van Rotterdam, aan de oevers van de Nieuwe Maas. Een kolossaal betonblok van commerciële winkelketens, de bekendere supermarkten en elektronicagiganten voorzien een constante stroom consumenten in hun dagelijkse behoeften. Dat het straatbeeld van dit stukje Maasstad drastisch is veranderd ten opzichte van twintig jaar geleden, zal de jongste bewoners worst wezen. Voor de oudere generatie ligt dat heel anders. Ooit stond dit exacte adres bekend als dé place to be voor vrachtwagenchauffeurs, havenarbeiders en fabriekswerkers, maar ook vastgoedhandelaren en miljonairs.
Alles kwam samen in de Willems Kantine, een bruine kroeg voor rijk en arm. Van de buitenkant oogde het kleine havencafé weinig bijzonder, maar aan de binnenkant lagen de verhaallijnen er voor filmmaker Roy Dames jarenlang voor het oprapen. ‘Ik belandde er op een avond bij toeval, toen ik hier de buurt filmde voor Meiden van de Keileweg, over Rotterdamse straatprostitutie,’ herinnert de regisseur zich. ‘Ik dronk hier dan weleens een biertje en leerde al snel de vaste gasten kennen. Vanaf het eerste bezoek wist ik direct: hier ga ik een film maken. Het café was een ongekende verzameling van kleurrijke types.’
Wie de filmografie van Dames erbij pakt – kleinschalige draaideurcriminelen, sekstoeristen, een homofiele legerofficier – herkent een patroon van buitenbeentjes, maar ook veelal gewone mensen in benarde situaties. ‘Iedereen heeft een verhaal. Iedereen. We maken allemaal shit mee in het leven. In Willems Kantine deelden mensen die ellende met elkaar. Met het hart op de tong vertelden ze mij ook alles. Die plek had alles: gezelligheid, humor, drama. Dat leverde prachtige beelden op.’
Alles kwijt
In de zesdelige documentaire uit 2006, destijds uitgezonden op SBS6, gaven stamgasten, barvrouwen en eigenaren van Willems Kantine een intiem kijkje in hun moeizame levens. Allemaal liepen zij tegen grote problemen aan. Zo was er Simon, een voormalig miljonair. Na een succesvolle carrière als havenbaron stortte eind jaren negentig alles in voor Simon. In een van zijn transportbedrijven zouden zijn werknemers hebben ‘gerommeld’ met de boekhouding. Als directeur werd Simon verantwoordelijk gesteld en veroordeeld tot een jaar celstraf. ‘Ik heb pech gehad. Alles kwijtgeraakt.’ Op bezoek bij een oude collega op diens peperdure kantoor, werd Simon lichtzinnigheid verweten. ‘Daardoor ben je voor het bedrijf niet een paar honderd euro, maar tientallen miljoenen kwijtgeraakt.’ Het leven opnieuw oppakken, met geen cent op zak, bleek voor Simon niet zo eenvoudig. In een treurige scène, waarin hij op zijn nieuwe werkplaats zit, heeft hij de grootste moeite zich te concentreren. Dus grijpt hij maar weer naar zijn f lesje bier.
Het verhaal van stamgast Jan was minstens zo wrang. Wegens ‘allerlei valse trucjes van de overheid’ zag hij al vijf jaar zijn dochter niet meer. Dat begon met het overlijden van zijn vrouw, waarna diens zus en de Kinderbescherming ervoor zorgden dat Jan geen contact meer mocht leggen met hun kind. ‘Die zus van mijn vrouw heeft allemaal valse beschuldigingen gedaan. Dat ik mijn vrouw zou hebben uitgemaakt voor snol en hoer. Dat ik dronken achter het stuur heb lopen schreeuwen en gillen en dat ik mijn vrouw heb bedreigd. Nu mag ik mijn eigen dochter nooit meer zien.’
Voor de camera van Roy streed Jan onuitputtelijk om zijn gelijk te halen. Op de basisschool van zijn dochter en voor de deur van haar woning deelt de verbitterde Rotterdammer papieren dossiers, met daarin de vermeende beschuldigingen, uit aan eenieder die hij tegenkomt. ‘Moet u dit nou eens lezen: “Hij greep haar beet en riep dat hij een pistool had om haar dood te schieten,” Gelooft u dit? Heeft u mij zoiets ooit horen roepen?’
Intussen werden zijn verzoeken en hogere beroepen om zijn dochter weer te ontmoeten steevast afgewezen. ‘Mijn leven is kapot en die van mijn dochter ook. Ik kan wel begrijpen dat mensen doordraaien.’
In de andere afleveringen van Willems Kantine portretteerde Roy de levens van Geert, een groente- en fruithandelaar in de schuldsanering, barvrouwen die swingen met stamgasten of hun echtgenoot uit de gevangenis proberen te houden en eigenaren Ben en Yolanda in hun eindeloze strijd tegen de sloop van hun geliefde café. De man die van de serie echter een kijkcijferkanon maakte, is Cowboy Jos. Ooit een welvarend paardenhandelaar in het Spaanse Andalusië, tegenwoordig een berooide culthit in Delfshaven.
Toen Roy zijn camera op Willems Kantine losliet rondom de eeuwwisseling, zat Jos al enkele jaren volledig aan de grond. Zijn ooit zo succesvolle paardenimperium was hem op brute wijze ontnomen en dat mag iedereen in zijn vaste kroeg weten. Onderweg naar Spanje werden zijn dertien paarden gestolen. ‘Dertien keer acht rooitjes, reken maar uit.’ Daarna ging het mis. Jos raakte alles kwijt. Gevolgd door Roy en zijn camera zwerft de gevallen cowboy door de straten van Delfshaven, met onder zijn arm zijn laatste bezitting: een oud zadel. De wanhoop nabij huurt Jos een kamer van 2 bij 2 meter bij huisbaas Bob, die dankzij zijn rijke vocabulaire en opmerkelijke toon een bijkans nog grotere culticoon werd dan Jos. De scène waarin de lijvige huisbaas in onnavolgbaar dialect de vloer aanveegt met de armoedige cowboy –‘5 euro? Op je muil! Gauw!’ – wordt vijftien jaar later nog steeds veelvuldig nagespeeld in Rotterdamse kringen, én ver daarbuiten. Op bobdehuisbaas.nl maakten enkele diehard fans zelfs een digitaal soundboard, met de mooiste uitspraken. ‘Allemaal loze putten’, ‘Jij hebt nooit geen geld, kankerboef!’ en ‘Jij moet gewoon kijke hoe de baas het doet héééé’, brengen huisbaas Bob met één muisklik weer tot leven.
Bij rijke cafébezoekers, foute vrienden en Turkse geldschieters deed Jos in de jaren na die noodlottige beroving vele verwoede pogingen investeerders te vinden voor zijn nieuwe plan: Toro Piscine. ‘Dan bouw ik een kleine arena op een stuk zand en zet ik een klein zwembadje in het midden. Op de bodem gooi ik 500 gulden aan muntjes. Als ik dan “ja” roep, mogen al die gasten eromheen het geld eruit vissen. Maar op dat moment laat ik ook een klein stiertje los. Ik zit op een paard, dat stiertje op te jutten.’
Bij het UWV vroeg Jos om een grote zak geld voor zijn exotische idee. In Roys documentaire herhaalt Jos de pitch tot driemaal toe. Zonder succes. Jaren later kwam het alsnog tot een serieuze poging. Jos bouwde een arena met tribune en was klaar om Toro Piscine in Nederland te lanceren. Totdat de Dierenbescherming op de stoep stond. ‘Ik zei dat ik een kindercircus aan het bouwen was. Even geloofden ze mij, dus ik dacht: daar kom ik mooi vanaf. Maar ik was even vergeten dat ik het hele verhaal in 2007 al uitgebreid had verteld op televisie.’
Pensioen
De droom om op een dag weer rijk te worden, heeft Jos allang laten varen. We ontmoeten Jos in Café Aan Zet, een van zijn vaste adresjes in de Rotterdamse wijk Delfshaven. Heel soms verkiest de oude cowboy een andere kroeg, maar het gros van zijn dagen slijt hij hier. Aan een klein tafeltje neemt Jos een grote slok van zijn vijfde flesje bier van de dag. Deze maand wordt hij 70 jaar. ‘Ik ben al vijf jaar met pensioen.’ Enigszins verrast vraag ik of hij na de docu, ruim vijftien jaar geleden alweer, dan toch werk heeft gevonden. ‘Nee joh, ben je gek. Ik ben gepensioneerd van niks doen. Ik heb al jaren niet meer gewerkt, man.’
Behalve bier drinken in zijn stamkroeg, staat er vandaag, zoals veruit de meeste dagen, eigenlijk ‘geen ene reet’ op de planning van Jos. Voor Roy is dat nooit een voorwaarde geweest om zijn favoriete personages te blijven filmen. ‘Soms gebeuren er nog wel leuke dingen. Vorige week kwam Jos op een avond zijn flat niet meer in. Het apparaatje om de voordeur te openen was niet bijgewerkt. Hij was helemaal over de rooie en heeft tot 05.00 uur op straat geslapen. Die beelden komen in de nieuwe film.’
Na een kleine onderbreking dook Roy in 2009 weer volop zijn dierbare Willems Kantine-project. ‘Iedere keer als ik in Rotterdam was, ging ik er een borrel drinken. Ieder bezoek merkte ik hoe groot de impact van de film was geweest. Bezoekers uit het hele land reisden af naar Willems Kantine. Gewoon om te zien hoe het daar echt aan toeging.
’Het langverwachte vervolg, Willems Kantine, Toen & Nu, zal dit voorjaar dan eindelijk het levenslicht zien. Een eerdere crowdfunding om de film te financieren mislukte, maar inmiddels heeft de regisseur het geld alsnog bij elkaar. Niet iedereen komt terug in de driedelige serie, vertelt hij. ‘Er is veel veranderd, veel mensen zijn dood.’ Hij somt op wie de fans niet meer gaan terugzien. ‘Simon is dood. Hartaanval, of een hersenbloeding. Die zoop als een ketter. Hij was ook nog zijn beide benen kwijtgeraakt. Geert is dood. Vind ik heel erg. Hij liet mij heel dichtbij komen, ook voor de camera. Prachtige gozer. Ik mis hem enorm. Huisbaas Bob is ook dood. Ik meen aan een hartaanval.’ Jos grijnst.
‘Goh, wat jammer nou. Slechte man. Vrouwonvriendelijk. Ik ga verder geen details vertellen. Hij zette mij aan het werk voor 10 euro per dag. Daar koop je tegenwoordig nog geen pakje shag voor. Maar als hij hier nog was, had ik ’m zelf verzopen!’ Roy lacht. ‘Nu heb je praatjes, maar je was echt wel bang voor Bob. Ik heb je nog nooit een grote bek horen geven aan hem.’ Jos haalt zijn schouders op. ‘Omdat jij filmde.’ Roy: ‘Ja, bekijk het effe!’ Jos: ‘Toen hij mij aan het werk zette in die tuin, wilde ik hem een klap verkopen. Toen maakte jij een gebaar, zo van: niet doen.’ Roy stikt bijna in zijn lachbui. ‘Het is goed met je! Dat zal ik nooit zeggen. Je had ’m juist moeten slaan! Maar je hebt gelijk, Bob was echt een boef met een grote muil. Wat weinig mensen trouwens weten: hij was hartstikke homo. Ik heb genoeg beelden van hem om dat te bewijzen. Dat hij met een komkommer zit te spelen, bijvoorbeeld. En volgens mij zat hij achter de reet van Jos aan.’ Jos schudt zijn hoofd: ‘Schei uit man!’ Roy: ‘Bob deed het wel met jongetjes. Vieze Bob noemden ze hem in Willems Kantine. Beetje pedofiel, heb ik het idee. Hij had een jong vriendje. Ik meen zijn pleegzoon. Niet minderjarig, maar laten we zeggen: min of meerderjarig. Die jongen is nu volwassen, maar hij wil niet gefilmd worden voor het vervolg. Snap ik wel.’
Benieuwd naar de rest van het artikel? Lees het op Blendle.
In de rest van het artikel lees je onder andere meer over Cowboy Jos. 'Tussen alle overleden hoofdpersonen rekent Cowboy Jos zich, heel toepasselijk, tot de laatsten der Mohikanen. ‘Ik word negentig, let maar op.’ Jos leeft een simpel bestaan. Terend op zijn aow’tje. Zonder internet.'
- Maarten Albrecht