'Mijn vader is een verrot exemplaar van een mens'

Zijn nieuwe roman Turis verschijnt, hij wordt vader en zijn eigen vader ligt op sterven. De man met wie hij in Turis har...

Zijn nieuwe roman Turis verschijnt, hij wordt vader en zijn eigen vader ligt op sterven. De man met wie hij in Turis hard afrekent. Özcan Akyol (31) over voorplanting, de grenzen van familieloyaliteit, en over ‘die gek’, zijn vader. ‘Het is een mythe dat iederéén een talent heeft of van nature deugt.’

We gaan het hebben over het belangrijkste onderwerp in je leven: je nieuwe roman. En elk moment kan je vriendin bevallen en gaat een baby die roman in één klap volledig in de schaduw stellen.

‘Ik heb daar natuurlijk al maanden over kunnen nadenken: wat als ze tegelijk komen? Wat is dan belangrijker? Ik weet bijna zeker: het kind. Dat is best raar; ik heb drie jaar naar die roman toegeleefd, heb er veel voor gedaan en gelaten, zelfs mijn vriendin die nua gaat bevallen er soms voor verwaarloosd, en dan is het vervolgens precies zo ongelukkig gepland dat hij ongeveer tegelijkertijd met de baby komt.’

Voor beide planningen ben je toch echt zelf verantwoordelijk.

‘Haha. Ja, dat klopt. Ik had lang geen idee wanneer de roman zou uitkomen; ik heb me helemaal niet laten opjagen bij het schrijven van dit boek, hoogstens laten afleiden. En wanneer je als man precies raak gaat schieten, weet je natuurlijk ook niet. Het is ook wel fijn: als je hebt ervaren hoe heftig een zwangerschap kan zijn, denk ik dat een recensie of tweet over je boek vervolgens iets futieler zal aanvoelen. Maar ik kan niet ontkennen dat ik hoop dat mijn vriendin twee weken over datum zal bevallen.’

Vind je dat je bij de bevalling aanwezig moet zijn?

‘Heel eerlijk gezegd hoeft dat voor mijzelf niet per se, maar mijn vriendin heeft me nodig: dus dan wel. Laten we wel zijn: die baby heeft in het begin helemaal niks aan mij. Een baby is alleen gefocust op slapen en op de tepel van zijn moeder, meer is er niet. Je moet als man ook niet je rol overschatten. Ik zie bij de cursussen voor aanstaande ouders mannen dat soms wel doen. Het zijn ook de mannen die tijdens de oefeningen helemaal meegaan in dat ogen sluiten en denken aan een regenboog, maar dat zijn altijd slapjanussen. Ik laat mijn vriendin het niet merken, maar ik zit dan gewoon aan mijn volgende column te denken.’

Er is nog een andere reden die de planning van je roman precair maakt. Een inhoudelijke. Turis gaat namelijk voor een groot deel over de verhouding tussen twee ouders en een kind. En die is in het boek zeer problematisch. Met de vader als hoofdverantwoordelijke. Met andere woorden: tijdens de volledige aanloop naar je eigen vaderschap was je bezig met het beschrijven van een mislukte vader.

‘Het is in die zin een heel ongezond project geweest, het schrijven van dit boek, omdat ik elke dag een voorbeeld kreeg voorgeschoteld van hoe het niét moet. Dan ga je, denk ik, overcompenseren. Jij hebt zojuist onze babykamer gezien; volgens mij ben ik dat nu al aan het doen. Ik heb er veel over nagedacht en ik vrees dat de manier waarop ik de relatie met mijn aanstaande dochter benader niet gezond is. Het komt niet uit een slecht hart, maar wordt aangejaagd door de wens het beter te doen dan die gek die mij heeft opgevoed. Precies dit is de reden dat ik heel lang geen kinderen wilde en ik vrees dat ik relaties daardoor ook altijd na maximaal twee jaar afkapte.’

Wat is er nu veranderd dan?

‘Het is niet dat ik meer balans heb gevonden, zoals dat dan heet, want ik ben nog steeds heel onrustig en flirt nog steeds graag met dingen die niet mogen. Maar het meeste daarvan is wel al ontdekt, dus niet meer zo spannend. Ik ben wel getekend door mijn jeugd. Ik weet niet of dat ook betekent: beschadigd. Ik vrees van wel, omdat ik de neiging heb alles te spiegelen aan mijn eigen jeugd. Als mijn vriendin vertelt over haar vakanties vroeger, dat ze naar Frankrijk gingen en op de achterbank zaten en om het half uur iets lekkers kregen, moet ik wel denken aan ónze vakanties, waarin we achterin het busje naar Turkije om het half uur klappen kregen. De tegenstelling tot onze jeugdjaren is enorm. Aan de andere kant vind ik dat ze té beschermd is opgevoed, en daardoor soms te goedgelovig of naïef is. Juist omdat er zich niemand om mij bekommerde en ik de hele dag op straat hing, ben ik streetwise geworden. Ik hoop dat onze eigen opvoeding het beste samenraapsel van beide opvoedingen kan worden.’

Lees het complete interview op Blendle of in de huidige Nieuwe Revu

Tekst: Leon Verdonschot