‘Het gaat over familie,’ zegt de 30-jarige regisseur Francis Ford Coppola, gespeeld door Dan Fogler. Hij staat bij een fornuis en helpt schrijver Mario Puzo (Patrick Gallo) Italiaans te koken. Om zijn nek hangt een handdoek met ‘bon appetit’ erop en hij draagt een bril, een volle baard en is iets te dik. Coppola maakt pasta, de nog dikkere Puzo roert in een pan. De filmregisseur grijpt hem bij zijn vlezige wang en legt uit dat de film The Godfather behalve een metafoor voor Amerika ook een Shakespeariaanse familietragedie zal worden.
De scène komt uit de miniserie The Offer, in de trailer aangekondigd als The Epic Story of the Greatest Movie Almost Never Made. De voormalige baas van Paramount Bob Evans noemt de ontstaansgeschiedenis van The Godfather in een pas verschenen boek ‘vreemder dan fictie’ en ‘met geen film te vergelijken’. De casting verliep al desastreus en er ontstonden daarna levensgevaarlijke situaties met echte gangsters. Het is eigenlijk een wonder dat er geen doden zijn gevallen.
Een van de hoofdrollen wordt gespeeld door Miles Teller, bekend van de remake van Footloose en het over een maand verschijnende Top Gun: Maverick. Hij maakt indruk als Alfonse ‘Al’ Ruddy, producer van The Godfather. Paramount-baas Robert ‘Bob’ Evans (Matthew Goode) vraagt hem op een middag: ‘Je hebt The Godfather gelezen toch?’ Hij heeft een boek in zijn handen met een hardcover. Op de zwarte omslag staat de naam van auteur Mario Puzo en een tekening van een puppetmaster, een verwijzing naar de fictieve godfather Don Vito Corleone. De roman The Godfather is net een bestseller geworden. Niemand had dat aanvankelijk verwacht, ook niet in het echt, zelfs schrijver Mario Puzo niet. In de serie zegt hij: ‘I was going downhill fast.’
Geheim genootschap
Mario Gianluigi Puzo groeide op in Hell’s Kitchen, de gevaarlijkste wijk van New York. Zijn moeder Maria kwam uit de heuvels bij Napels, zijn vader Antonio was een arme havenarbeider met zuidelijke wortels. Mario Puzo’s ouders konden niet lezen en schrijven, maar wel vertellen: over de mannen van eer bijvoorbeeld die in Napels en Sicilië woonden. Ze hadden politici en zakenmensen onder controle en waren machtiger en rijker dan welke Italiaan ook.
Hun geheime genootschap heette Mafia. Die naam mocht niet worden uitgesproken. Er leefden in het diepste geheim ook mannen van eer in Hell’s Kitchen. Een Italiaans-Amerikaanse buurman belde eens bij de Puzo’s aan, Mario’s moeder Maria deed open, de man gaf haar een deken vol geweren, wilde ze die voor hem verbergen? Dat deed Maria en ze had niets gezien en gehoord toen er agenten voor de deur stonden om de maffioso op te sporen.
Mario Puzo meldde zich in 1943 aan om tegen de nazi’s te vechten. Na zijn terugkeer besloot hij de Amerikaanse Dostojevski te worden. Hij schreef rauwe romans over zijn avonturen aan het front, maar geen enkel boek werd een succes en niemand wilde hem meer uitgeven. Hij vond een nieuwe baan als schrijver voor B-tijdschriften als For Men Only, Male, Man’s World, True Action en Stag. Er kwamen zombies in voor en heel veel seks, verhalen kregen titels als Girls of The Pleasure Penthouse en The Battle Angels: Broads-and-Booze GI Hell-Cyclists Who Smashed Hitler’s Panzer Highway. Hij verdiende 100 dollar per dag, maar vergokte het dubbele en moest nog sneller schrijver dan normaal. In het vorig jaar verschenen boek Leave the Gun, Take The Cannoli – The Epic Story of the Making of The Godfather wordt Mario Puzo een ‘ace pulp writer’ genoemd.
Mario Puzo was 1,80 meter en woog 125 kilo. In de serie heeft hij halflang vettig haar, bakkebaarden en hij draagt een dikke bril met een zwaar donker montuur. Hij had tijdens de oorlog een Duitse vrouw ontmoet en trouwde in 1947 in Bremen. Hij rookte dikke sigaren en weigerde sokken te dragen in zijn sandalen. Hij haalde Chinees nadat hij net pasta had gegeten en vrat laat op de avond nog een pak koekjes op. Volgens een Puzo-kenner had hij ‘een buik zo groot als zijn gokschuld’.
Puzo pokerde en gokte op paarden en honkbalmatches. Hij ritselde dollars bij woekeraars, maar dat geld moest worden terugbetaald tegen een extreem hoge rente, deed hij dat niet dan zou uit een raam worden gehouden of zijn enkels zouden kapot worden geslagen met ijzeren staven. Hij leende van vrienden, familie en buren en nam zo snel mogelijk een lucratieve klus aan als pulpschrijver. Daarna vloog hij naar Vegas en was hij weer blut.
Mafia Novel
Hij had 20.000 dollar schuld toen Joseph Valachi in 1963 als eerste ex-maffioso geheimen over de Amerikaanse maffia openbaarde in het congres. Puzo volgde alle sessies en kwam op het idee een boek over dit onderwerp te schrijven. De werktitel werd: Mafia Novel. Het zou het verhaal worden van Vito Corleone en zijn drie zoons Sonny, Fredo en Michael. Sonny Corleone is sterk, maar veel te temperamentvol, Fredo is zwak en ongeschikt als gangster, Michael lijkt het juiste karakter te hebben, maar wil geen maffioso worden. De achternaam is een verwijzing naar het Siciliaanse stadje waar de meeste maffiosi woonden: Corleone. De baas en patriarch van de familie Don Vito Corleone was volgens de synopsis ‘een man die door iedereen wordt gevraagd om hulp’.
Puzo zette een formule op een A4’tje om een bestseller te schrijven en hij verzon over-the-top-personages en meerdere plotlijnen. Er moest veel seks en geweld in, dat lokte de mensen naar de boekwinkels en hij wilde rijk worden om altijd te kunnen gokken. Hij scheurde kranten- en tijdschriftartikelen uit over maffiosi uit New York zoals Joseph Colombo, Godfather van de Colombo-misdaadfamilie. Hij vroeg transcripten op van het Kefauver-comité, dat als eerste onderzoek deed naar de infiltratie van de Italiaanse maffia in de Amerikaanse maatschappij. Hij verzamelde de mooiste feiten en maakte er fictie van. Op zijn bureau lagen zes dikke mappen. Puzo plakte er een briefje op met Mafia Novel.
Hij propte papier in de typemachine en ging aan het werk in de kelder. Soms schreeuwde hij naar zijn kinderen: ‘Keep it down, ik ben een bestseller aan het schrijven!’ Zijn moeder Maria vertelde hem eens over een lokale gangster uit haar dorpje die zijn hoed bij de keel van zijn slachtoffer hield om het bloed op te vangen. Die scène zou in Mafia Novel/The Godfather belanden. Puzo verzon ook een zanger met maffiaconnecties. Het personage heet John Fontain, maar is gemodelleerd naar Frank Sinatra. Puzo probeerde de gelijkenissen niet te groot te maken, Sinatra zou hem ongetwijfeld voor miljoenen dollars aanklagen of een paar bevriende gangsters op hem afsturen. Na een paar maanden research veranderde Puzo de titel van zijn maffiaboek in The Godfather. Zijn uitgever was tegen, maar Puzo overtuigde hem.
Hij stuurde een eerste versie naar uitgevers. Niemand reageerde. Hij overwoog het manuscript en de mappen in de papierversnipperaar te stoppen, maar de baas van Putnam Publishing gaf hem na lang aandringen een voorschot van 5000 dollar. Puzo ging niet naar zijn kelder om The Godfather te schrijven, maar vloog naar Las Vegas en was na twee dagen alweer blut. Hij nam het vliegtuig naar LA en ging in maart 1967 langs bij studio Paramount. In een koffer zaten honderd pagina’s van The Godfather. Puzo had een afspraak met de nieuwe baas Bob Evans. Paramount stond aan de rand van een faillissement, Bob Evans zou later zeggen: ‘Er waren dat jaar acht grote filmstudio’s in Hollywood, Paramount was de negende studio.’ Puzo zei volgens de legende: ‘Bob, I need a gig.’ Daarmee bedoelde hij: Bob, ik heb dringend geld nodig om mijn schulden te betalen, er zitten bookmakers, belastinginspecteurs en woekeraars achter me aan.
Bob Evans had eigenlijk geen interesse. Zijn vorige film The Brotherhood ging over de maffia en werd een flop. De Paramount-baas besloot toch een bod te doen: veel lager dan normaal, 10.000 dollar vooruit en nog eens 50.000 in het uitzonderlijke geval dat de film zou worden gemaakt. Puzo smeekte er 2500 bij en verliet de studio. Hij vloog via Las Vegas naar New York en had nog wat geld over ook. Hij ging aan het werk om die 50.000 binnen te halen en maakte zijn boek af. Het nooit verwachte gebeurde: er werden meer dan een miljoen exemplaren van The Godfather verkocht en Mario Puzo was ineens een grote naam.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest het op Blendle.
In het artikel lees je meer over de bemoeienis van de maffia bij de maak van The Godfather. ‘Joe Colombo was nog niet overtuigd en Al Ruddy moest zich verantwoorden op een bijeenkomst van de Italian American Civil Rights League, opgericht door Joe Colombo om op te komen voor de rechten van Italiaanse Amerikanen. In de zaal zaten honderden Teamsters, capo’s, consiglieri, maffiasoldaten en huurmoordenaars. Tientallen aanwezigen waren net vrij uit de gevangenis.’
- CapitalPictures / BrunoPress