Het is 27 augustus 2015 en The Godfather van Maasmechelen rijdt rond 12.15 uur in een Renault Scénic met zijn vrouw Silvia vlakbij het Limburgse dorpje Opglabbeek. Silvio Aquino (41) heeft een kaalgeschoren kop en brede schouders en draagt een Audemars Piguet-horloge van 50.000 euro. Hij is sinds een rechtszaak uit 2014 tegen hem en drie familieleden een lokaal bekende Vlaming, zijn Italiaans-Vlaamse clan wordt De Bende van de Kletskoppen en ‘de Maaslandse versie van de Soprano’s’ genoemd.
Silvio Aquino is net terug van vakantie en ziet er gebruind en uitgerust uit. Hij heeft zijn zus Antonetta bezocht en ging een paar dagen eerder op kraambezoek bij zijn nichtje. Silvio is de peetvader van het kind en reed midden in de nacht nog even snel naar het ziekenhuis. Hij ging naar de spoedafdeling en gaf de moeder en haar kind kusjes op hun hoofd. Ze spraken over zijn zoon en dochter, de prinses die volgens het nichtje ‘niets verkeerd kon doen’. Volgens familieleden is dat tekenend voor Silvio. Zijn nichtje noemt hem ‘rebels, stoer, maar o zo kwetsbaar’.
Er rijden vijf mannen achter Silvio en zijn vrouw. De Renault wordt gepasseerd door een grijze Opel Astra en klemgereden. Er stappen mannen uit met rode politie-armbanden en bivakmutsen. Ze gaan naar Silvio en roepen: ‘Anti-drugs! Anti-drugs!’ Achter de Renault stopt een beige Jaguar. Ook daar stappen mannen met rode politiearmbanden uit. Ze lopen in Silvio’s richting. Silvio kijkt naar de mannen en schreeuwt: ‘Lopen, Silvia, lopen! Dit is geen echte politie!’
Ze rent weg, maar wordt gegrepen door een belager. Ze trapt hem in zijn buik en rent richting het bos. Ze blijft rennen en hoort hoe er achter haar wordt geschoten. Silvio wordt beschoten, maar hij pakt een pistool af en schiet terug. Een van de mannen wordt geraakt en lijkt zwaargewond. De nepagenten slepen hem in de Jaguar en rijden met 200 kilometer per uur over de A73 richting Roermond. Ze snijden een ambulance af. Achterin ligt een vrouw met een pasgeboren baby. Naast de moeder en het meisje zit een 54-jarige Limburger. De ambulancier kijkt naar buiten en ziet de Jaguar. Op de achterbank ligt een jonge man. Hij wordt gereanimeerd. Drie andere mannen lijken in paniek. Hun bivakmutsen zijn half opgerold en ze spreken een taal die de ziekenbroeders niet begrijpen. De Limburger belt de politie, op het proces zal hij zeggen: ‘Het was voor ons snel duidelijk dat er in die wagen iets aan de hand was.’
De gewonde is op de vluchtstrook gelegd, de bestuurder van de Jaguar zit bij hem en roept: ‘My baby! My baby!’ De Limburger stapt uit en ziet ‘een levenloos iemand met een bleek gezicht’. De ambulancechauffeur stapt ook uit en ze lopen naar het slachtoffer. Ze buigen zich over hem heen en doen of ze hem nog kunnen redden. Dat is een strategie om de gevaarlijk uitziende mannen nog een beetje kalm te houden.
In de verte klinken politiesirenes. De 54-jarige Limburger zit nog steeds bij de levenloze man. Vanuit zijn ooghoek ziet hij de vier mannen richting de Jaguar lopen. Ze lijken weg te willen als de Limburger in het Nederlands vraagt: ‘Waar gaan we naartoe?’ De mannen geven geen antwoord. De Limburger staat op en rent naar de Jaguar. Hij probeert de passagiersdeur open te trekken, maar dat lukt niet en de mannen rijden met hoge snelheid weg.
‘Agenten rijden naar de plaats delict. Ze herkennen de drugsbaas. Zijn horloge is van zijn pols geroofd. Hij heeft kogels in zijn hoofd en lichaam’
Neergeschoten gangster
Een Nederlandse agent met een vrije dag ziet de Jaguar richting de Roermondtunnel gaan. De chauffeur rijdt hard en gevaarlijk, hij heeft duidelijk haast. Wat is er aan de hand, wat heeft hij te verbergen? Hij noteert het kenteken en stelt een rapport op. Het nummerbord wordt gecontroleerd. Geen verrassing: de Jaguar is gestolen.
De Nederlandse agent weet dan nog niet wat er bij het Vlaams-Limburgse Opglabbeek is gebeurd. Silvia Aquino was binnengegaan bij het eerste het beste huis dat ze zag tijdens haar vlucht. Ze riep naar de bewoners dat ze snel moest bellen en tikte het nummer van Silvio’s zwager en van de echte politie in. Agenten rijden naar de plaats delict. Ze herkennen drugsbaas Silvio Aquino. De neergeschoten gangster heeft voor 4050 euro aan briefjes van 50 bij zich. Zijn horloge is van zijn pols geroofd. Hij heeft kogels in zijn hoofd en twee in het lichaam. De Godfather van Maasmechelen werd 52 jaar.
De Aquino’s willen weten wie de dode man bij Roermond is, die heeft vast iets te maken met de moord op Silvio. De politie wil geen naam geven, een Aquino-broer dringt onder valse voorwendselen door tot het mortuarium in Leuven en neemt foto’s van het lijk. Ze gaan rond met die foto en ontdekken dat de dode man Samson heet. Hij is de 22-jarige stiefzoon van een beruchte Roma-clanleider uit Vlaanderen genaamd Sandro en de Aquino’s zetten een prijs van 1 miljoen euro op zijn hoofd.
Eisden is een dorp met 10.000 inwoners met een grote Italiaanse gemeenschap. Toeristen moeten veel van mijnen houden om ernaartoe te willen. Er staat een standbeeld genaamd De Mijnwerker en ze kunnen kaartjes kopen voor het Museum van de Mijnwerkerswoning. De beroemde lokale kunstenaar Pollie Gregoor heeft een 8 meter hoog kunstwerk gemaakt van mijnmateriaal en dat staat nu tegenover de gesloten steenkolenmijn.
In de jaren 70 emigreerde er een Italiaan, genaamd Francesco Aquino, naar Eisden. Hij had moeite om rond te komen en hij haatte de maffiaorganisatie ’ndrangheta, die het openbare leven in Calabrië steeds verder ondermijnde. Op een dag hoorde Francesco dat hij redelijk zou kunnen verdienen in de steenkolenmijnen in Eisden. Hij overlegde kort met zijn vrouw Emma en ze reden naar België met hun twee zoons Lucio en Antonio. De Aquino’s huurden een rijtjeshuis in een saaie wijk van Eisden, Emma werd nog zes keer zwanger en baarde vier zoons en twee dochters: Mario, Silvio, Giancarlo, Pasquale, Antonetta en Lucia. Ze leerden Vlaams en groeiden op als echte Limburgers. De jongens voetbalden en knikkerden met Belgische leeftijdsgenoten in de straten en op de veldjes van Eisden. De oudste zoon Antonio werd door buurtbewoners ‘Rafke’ genoemd.
De jongste zoon Silvio was net zo populair als Rafke. Hij wilde misschien wel mijnwerker worden, maar zijn ambitie veranderde toen zijn een-na-oudste broer Lucio diefstallen ging plegen. Hij droeg sindsdien de mooiste kleren, alle Vlaamse meisjes wilden zijn lief zijn. Op zijn achttiende reed Lucio de grens over om een overval in Nederland te plegen. Hij werd gearresteerd en zat vier jaar in een Nederlandse gevangenis. Zijn ouders waren teleurgesteld in hem en Lucio beloofde zijn leven te beteren.
Hij kwam op zijn 22ste vrij. Lucio reed van Nederland naar Eisden en bleef zijn ouders teleurstellen. De oudste Aquino-broer Rafke ging met hem samenwerken, Silvio sloot zich bij hen aan. Bijna alle andere broers besloten mee te doen en zo ontstond de Aquino-misdaadclan. Ze gingen vaak langs bij cafés en restaurants en dat leek eerst nog wel gezellig. Hoe gaan de zaken, thuis ook alles goed? Na een paar minuten kwamen de Aquino-broers ter zake: konden ze helpen met investeringen of wilden ze bescherming? Het hoefde natuurlijk niet, geen enkel probleem. De dag erna waren de ramen vreemd genoeg kapotgeslagen. Eisdenaren zeiden over de Aquino’s: ‘Ze eten geen honing, maar kauwen bijen.’
Silvio had een Turks-Vlaamse vriend genaamd Hilmi. In 2004 reden Hilmi en Silvio naar Amsterdam om een partij coke te kopen bij een Colombiaan. Het bleek suiker te zijn, Lucio pakte zijn pistool en kidnapte de oplichter. Silvio en Hilmi werden gearresteerd en in een Amsterdamse rechtbank veroordeeld voor ontvoering en gijzeling. Silvio kwam eerder vrij dan gedacht en zijn broers en hij groeiden in korte tijd uit tot grote spelers in de internationale xtc-handel. Hun rijkdom nam toe, ze lieten villa’s bouwen met hoge muren en bewakingscamera’s, in de tuin waakten honden die indringers direct zouden verscheuren. Ze hadden meerdere sportwagens en wisselden vaak van auto om achtervolgers te verwarren. De meeste Eisdenaren wisten dat het niet legaal was wat de Aquino’s deden, maar niemand durfde er iets over te zeggen. En ze hadden ook zeker goede kanten. In een krant werden ze omschreven als ‘graag geziene gasten met een breed sociaal netwerk, en vaak een al even brede glimlach’. De burgemeester van Eisden noemde ze ‘jongens van bij ons’.
Xtc-handelaar
Silvio zat in de gevangenis toen zijn broer Lucio in grote problemen kwam. Hij kreeg een verzoek van een Nederlandse xtc-handelaar uit het Limburgse Schinveld. De man had een louche Antwerpse zakenman genaamd Peter de opdracht gegeven een container vol hasj uit de Antwerpse haven te halen en daar kreeg Peter vier ton voor. De Antwerpenaar nam het geld in ontvangst, alleen kreeg de Nederlander de drugs niet.
Lucio stuurde een paar mooie blonde vrouwen op de Antwerpenaar af. Ze flirtten met hem en stelden voor te gaan feesten in een Vlaamse dancing. De Antwerpenaar vond dat een goed idee en ze reden in zijn sportwagen naar Hasselt. Bij een rood stoplicht stapten de vrouwen plotseling uit en renden weg. Lucio stapte in, met leden van de Aquino-clan. Hij nam de Antwerpenaar mee en reed hem over de grens naar Schinveld. De Nederlandse xtc-handelaar verhoorde de Antwerpenaar en werd volgens de politie ‘zwaar toegetakeld’. Na een paar uur reed Lucio de Antwerpenaar naar Amsterdam, waar de oplichter nog eens werd mishandeld. Lucio reed hem terug richting de grens en smeet de Antwerpenaar op de E19 bij Breda uit de auto. De zakenman deed aangifte. Lucio stond in 2006 terecht in de Antwerpse rechtbank. Hij kreeg zeven jaar voor ontvoering en marteling. De Nederlandse xtc-handelaar en opdrachtgever werd veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor hasjsmokkel en kidnapping.
Silvio werd de leider van de Aquino-clan en werkte nauw samen met zijn broers Rafke, Giancarlo en Manolito. Ze smokkelden honderden kilo’s zuivere coke en xtc van Zuid-Amerika naar de Antwerpse haven, volgens Vlaamse rechercheurs stonden ze ‘aan de top van de Europese drugspiramide’. In mei 2013 werd de deur van Silvio’s villa heel vroeg in de ochtend ingetrapt door een arrestatieteam. De andere Aquino-broers ondergingen hetzelfde lot en er werden goudstaven, geld, drugs, een Ferrari, Bentley, Porsche Cayenne, Mercedes CL500 en een Mercedes E350 in beslag genomen. Een woordvoerder zei: ‘Dit is de omvangrijkste bende die we ooit gevat hebben in ons land.’ De aanklager omschreef de Aquino’s als ‘een familie aan het hoofd van een internationale organisatie’ en zei: ‘Ze regelen cocaïne- en xtc-transporten van verre landen richting Antwerpse haven, en hebben naast boekhouders zelfs een gerechtstolk op hun loonlijst staan.’
Vader Francesco overleed een paar maanden later op 80-jarige leeftijd. Hij had tot op late leeftijd in de mijnen gewerkt. Silvio’s en Lucio’s moeder Emma kreeg een hersenbloeding en moest worden opgenomen in een kliniek. Ze snapte er niets van dat de meeste zoons nooit langs kwamen en ze heeft nooit geweten dat bijna alle zoons in de gevangenis van Hasselt zaten. Concurrenten probeerden van hun detentie te profiteren. Vier mannen drongen binnen bij het huis van zus Lucia Aquino en haar echtgenoot. Ze droegen maskers en hadden wapens mee. Lucia en haar man werden vastgebonden en gemarteld, de indringers gingen naar de tuin om die om te spitten. Volgens hun tipgever lag daar geld van de clan begraven.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest het op Blendle.
In het artikel lees je meer over het proces. ‘Aquino’s lopen soms de zaal uit of ze worden in toom gehouden door bewakers. De aanklager zegt op de laatste dag van het proces: ‘Er is op klaarlichte dag nietsontziend geweld gepleegd en zigeunerkoning Sandro is duidelijk de leider van de groep, altijd geweest. Hij voelde zich de koning en zijn soldaten Nebusha, Dragisa en Bosko moesten naar hem luisteren.’
- Belgaimage