Beste Joran van der Sloot,
Eerlijk gezegd was ik je vergeten. Je zat ergens veilig opgeborgen in het deel van mijn geheugen waar ook Rita Verdonk en Tara Singh Varma zich bevinden. Maar daar was je weer. Opgezocht door John van den Heuvel, die een sterk vermagerde, inmiddels getrouwde vader tegenover zich trof. Dat laatste is op zichzelf niet uitzonderlijk: naar verluidt werd seriemoordenaar Charles Manson overspoeld door liefdesbrieven van vrouwen die met hem wilden trouwen. Ieder vrouwenblad heeft elke maand een verhaal over vrouwen die een foute man zoeken.
De reden dat je met Van den Heuvel wilde praten, is dat je weg wil uit de gevangenis in Peru, waar je 28 jaar moet blijven zitten vanwege moord. John van den Heuvel, die volgens mij wel wat is gewend, vergeleek jouw gevangenis met een middeleeuwse kerker. Je wilt gebruikmaken van het uitleveringsverdrag dat Nederland en Peru inmiddels hebben, en om je goede wil te tonen, wil je nu alsnog vertellen wat er in 2005 op Aruba met Natalee Holloway is gebeurd. Die arme ouders. Na al die jaren voor de zoveelste keer de speelbal van de nukken van een psychopaat.
Wat interessant is aan jou: je bent een goede test voor mijn rechtvaardigheidsgevoel. Op zichzelf ben ik namelijk een voorstaander van uitleveringsverdragen, en dus ook van het uitzitten van straffen in Nederland. Ik heb geregeld een Nederlandse gevangenis bezocht en één keer een Zuid-Amerikaanse, en het verschil is extreem. Een Nederlandse gevangenis is niet het hotel waar het vaak voor wordt versleten, maar vergeleken met een Zuid-Amerikaanse gevangenis is het dat wel degelijk. Dus eigenlijk vind ik dat iedere Nederlandse gevangene die in het buitenland in barre omstandigheden vastzit zijn straf hier moet kunnen uitzitten. Dus ook jij. In theorie. In de praktijk denk ik bij jou: rot maar lekker weg. Dat is inconsequent en onredelijk, dat vind ik zelf ook.
Ik woon in Amsterdam, waar vorige week voor de zoveelste keer een toerist uit de gracht is gevist. De oorzaak is altijd dezelfde: ze gaan na een avond in een warme kroeg in de gracht pissen, worden dan duizelig, vallen in het ijskoude grachtwater, verdrinken en worden vaak dagen later pas teruggevonden.
Er is nu een discussie in Amsterdam over wat daar tegen te doen is. De vader van een van de overleden toeristen vindt dat de stad hekken voor de grachten moet zetten. Spuuglelijk, natuurlijk. Dus ben ik daar tegen, terwijl de keuze tussen lelijke grachten en mensenlevens toch duidelijk zou moeten zijn. Meest gehoord in deze discussie: je moet ook niet in de gracht pissen. Vind ik ook.
Er staat dan ook terecht een boete op openbaar urineren. Maar die boete is niet: doodstraf door verdrinking. Maar kennelijk vinden we, en ik dus ook, ten diepste dat de uiterste consequentie van je eigen verantwoordelijk op de bodem van de grachten ligt.
Of in de kerkers van Peru.
Mocht justitie ingaan op je voorstel, dan zul je ongetwijfeld weer met een lulverhaal komen, waar we dan weken lang over lezen. Met wat pech komt iemand dan zelfs op het idee Patrick van der Eem terug te vragen om de waarheid te achterhalen.
Lees hier de andere columns van Leon Verdonschot