Leon Verdonschot

‘Het eerste stikstofgesprek’

‘Agractie en Farmers Defence Force waren wel uitgenodigd, want voor bedreiging en intimidatie word je in Nederland gewoon beloond met een gesprek’

Leon Verdonschot

Beste Johan Remkes,

In het tot het laatste moment geheim gehouden provinciehuis in Utrecht vond het eerste ‘stikstofgesprek’ plaats tussen u en vertegenwoordigers van de boeren. Waarom je de locatie van een gesprék met bijna militaire precisie zou moeten verzwijgen, is tegelijk onbegrijpelijk als heel goed te begrijpen in een land waarin zelfs mensen die op snelwegen gedumpt asbest willen opruimen worden bedreigd vanwege ‘landverraad’. In het stikstofdossier bestaan immers voor alles normen, behalve voor omgangsvormen.

Wie u vertegenwoordigt is glashelder: het kabinet. Het overleg wordt ook wel het ‘Remkes-beraad’ genoemd. Wie een beraad naar zich vernoemd weet, is wel wat gewend op het gebied van ronde tafels.

Wat onduidelijker vind ik de samenstelling aan de andere kant van de tafel. Agractie en Farmers Defence Force waren wel uitgenodigd, want voor bedreiging en intimidatie word je in Nederland gewoon beloond met een gesprek – verplegers en docenten; let u op? Ze kwamen niet, maar gaven dan wel weer een boodschap mee via LTO, dat wel aan tafel zit. Wat is het nou, mannen? Praat je mee of praat je niet mee? Praat je mee, dan zit je aan tafel, want daar vindt het gesprek plaats. Praat je niet mee, dan doe je dus níét mee aan het gesprek, ook niet via spiekbriefjes.

Verre van onduidelijk is dan weer de reactie van andere partijen die door u werden uitgenodigd. De zuivelgigant FrieslandCampina bijvoorbeeld, en de veevoeder van Nevedi. FrieslandCampina produceert onder meer melk, yoghurt, boter en melkpoeder, en zette daar in 2018 11,6 miljard euro mee om. Met een paginagrote advertentie steunde de corporatie vorig jaar september de boeren, ‘omdat we vinden dat ze in Nederland wat meer steun mogen krijgen’. Maar meepraten doet FrieslandCampina niet, want de corporatie vindt dat het kabinet en de boeren er eerst onderling uit moeten komen. Datzelfde geldt voor Nevedi, de belangenorganisatie van de Nederlandse veevoerindustrie. Ook al zo’n enorme speler in de Nederlandse agrarische sector: iedere veehouder gebruikt immers dagelijks veevoer.

Elke Nederlandse boer is al jaren een speelbal. Van valse politieke beloften, vooral over het toverwoord dat ze jaren is voorgehouden: innovatie. En van de betrokkenen die belang hebben aan een krankzinnig hoog aantal dieren in de veehouderij, omdat ze daar geld aan verdienen. De Rabobank, de veevoerindustrie, de stallenbouwers en de slachthuizen. De financiële macht van de veevoerbedrijven is ongekend groot, wereldwijd. Elk jaar wordt duizend miljard kilo aan veevoer geproduceerd, ter waarde van zo’n 400 miljard dollar. Het zijn veevoerbedrijven als ForFarmers, bekend van Yvon Jaspers op hun loonlijst en als hoofdsponsor van de boerenprotesten, die miljarden verdienen aan voer voor de veehouderij.

De lobby van deze sectoren is tot nu toe oneindig veel effectiever dan een aanwezigheid aan welke tafel dan ook. Maar de symboliek is niettemin verpletterend veelzeggend. De boeren die ‘wat meer steun mogen krijgen’ mogen het zelf oplossen aan de overlegtafel over hun toekomst, hun grootkapitaal wacht in het hoofdkantoor het mailtje met de uitkomst wel af.

Ben jij ook zo iemand die graag haantje de voorste is? Mooi. Volg Nieuwe Revu dan op Facebook, dan krijg je de columns altijd als eerste te zien. Of abonneer op onze nieuwsbrief. Sturen we onze beste artikelen gewoon naar je toe.

Column
  • iStock