‘Wist je dat mijn allereerste journalistieke wapenfeit voor Nieuwe Revu was?’
Echt?
‘In 1989. Met Lizette Dalebout. Bestaat die nog? Mooie vrouw vond ik dat. Die heeft me alleen wel genaaid.’
Hoe dan?
‘Ik was net begonnen als journalist bij de kabelkrant van Alkmaar. Toen had in de krant gestaan – dat vond ik fascinerend – dat er hersenvliezen van mensen waren gevonden in verpakkingen die van een vrachtwagen waren gevallen. Het bleek dat er een handel was in menselijke organen. Stoer verhaal natuurlijk. Willibrord Frequin is daar in datzelfde jaar op kapotgegaan met de “hoofdenaffaire”, want volgens zijn reportage zou er handel zijn in menselijke hoofden, maar dit stond in het AD, dus ik dacht: moet ik toch even naar kijken. Dat kwam vanuit een ziekenhuis. Dus ik denk: weet je wat, heel Nederland heeft het erover, iedereen wil hier weten of dat in het Medisch Centrum Alkmaar ook gebeurt. Dus ik bel het MCA: “Mag ik langskomen?” “Ja, kom maar langs.” Ik zit daar zo in een grote kamer met de directeur en de patholoog-anatoom. Tuurlijk een standaardverhaal, zo van: “Dat gebeurt hier niet, wat denk je wel?” Ik braaf meeschrijven dat Alkmaar veilig is en ik loop weg bij die directeur, zegt die patholoog-anatoom tegen mij: “Kom effe mee.” Dus die neemt me mee door de tuin van het ziekenhuis, en dan helemaal naar beneden, want hij zat in de kelder. Hij zegt: “Er is wél wat aan de hand, maar ik wil anoniem blijven.” Wat bleek toen? In die tijd werd een groeihormoon ingespoten bij Bart de Graaff-achtige mensen die niet konden groeien. Dat kunnen ze nu synthetisch maken, maar toen niet. Hij vertelde dat ie had ontdekt dat Novo Nordisk, een Deens bedrijf, groeihormoon maakt. Dat bedrijf benaderde assistenten van patholoog-anatomen om op lijken met een appelboor, die ze kregen meegeleverd, onzichtbaar via de neus de hypofyse eruit te wippen. Dat is een klier ter grootte van een erwt, die aan de onderkant van de hersenen zit. Daar kregen ze dan 5 gulden voor. Dat was gewoon handel. Ik denk: tof verhaal. Toen heb ik Nieuwe Revu gebeld en dat werd mijn eerste artikel. Maar er stond boven: door Lizette Dalebout, en daaronder heel klein: met medewerking van...’
En jij had het helemaal geschreven? Zij had er niks aan gedaan?
‘Tuurlijk wel. Het kwam bij mij vandaan als tipgever en ik heb Novo Nordisk gebeld en ben met haar bij die patholoog-anatoom thuis geweest, en noem maar op. Maar zij had het geschreven. Ik had alleen wel wat meer verwacht... Ik stond echt zo heel klein onderin. Kreeg ik 500 gulden. Wist je trouwens wie toen mijn chef nieuwsdienst was bij de kabelkrant? Caroline van der Plas! Ken ik al 33 jaar. Ik mag haar wel. Ik ben het politiek niet echt met haar eens, maar ik vind haar wel gewoon lekker recht voor z’n raap.’
Caroline doet het goed in de peilingen met haar BBB. Leuk als premier?
‘Als premier... Het is wel goed dat iemand met verstand vanaf de zijlijn prikjes blijft geven, maar de twaalf zetels waar ze nu op staat, vind ik wel veel. Als ze nou op een stuk of zes zetels blijft steken, vind ik het ook goed.’
Na de kabelkrant werd je Peter R. de Vries’ rechterhand en sinds het moment dat hij stopte, houd je je vooral bezig met oplichters, nu in je programma Kees van der Spek: oplichters aangepakt. Waar komt die fascinatie voor oplichters vandaan?
‘Dat spreekt me aan. Kijk, er zitten twee bijzondere aspecten aan oplichting. Ten eerste, de politie doet er bijna nooit wat mee, dus de slachtoffers staan echt in de kou. Je hebt het geld immers vaak gewoon zelf gegeven. Omdat er vaak sprake is van wanprestatie krijg je hooguit een civiele zaak, en een civiele uitspraak, daar gebeurt vaak niet zoveel mee. Dan zegt zo’n dader gewoon: “Ik ga het ooit nog wel een keer terugbetalen.” Of: “Ik ben failliet.” Dus oplichting is iets wat heel veel mensen overkomt en waar eigenlijk weinig mee gebeurt, en wat heel erg tot de verbeelding spreekt. Je hoeft niet heel dom te zijn om te worden opgelicht. En door de opkomst van het internet neemt het een gigantische vlucht. Internetoplichting is heel groot. Het is absurd hoeveel er wordt opgelicht met cybercrime, hacken en noem maar op. Dus dat fascineert me wel. Het zijn gewone mensen die iets ergs overkomt en die eigenlijk nergens kunnen aankloppen. Dus ik kan ze dan toch een beetje helpen? Ik geef die dader een gezicht. Want de slachtoffers hebben geen idee, ze denken dat ze door een dame in Groningen worden afgeperst omdat de oplichters dat beweren, maar de dader is dan gewoon een kerel in Ivoorkust. Ik laat zien wie het is en ga erheen. Soms ook met het slachtoffer zelf. En dat is toch ook een soort manier om ze te laten stoppen. Ze schrikken zich helemaal de tyfus natuurlijk. En de slachtoffers krijgen genoegdoening. Want je bent je geld kwijt, en als je dan toch diegene in zijn ogen kan kijken, is dat wel lekker. Dat is het.’
Het eindigt ook weleens in een anticlimax. Ik kan me een oplichter in Afrika herinneren, die staat achter het hek van zijn luxe villa in een bewaakte wijk en jij neemt de benen omdat je bang bent zélf te worden opgepakt.
‘Jij zegt anticlimax, maar het is gewoon: de ene keer krijgen we iemand in de gevangenis en de andere keer kun je een betalingsregeling treffen, en soms niets. Maar ik ben een verslaggever. Ik ben geen politiedienst of officier van justitie. En de kracht van mijn programma is dat ik als enige laat zien wat het verhaal achter de oplichting is. Ik geef de oplichter een gezicht. Dat doet niemand anders. En ik kan natuurlijk niet iemand bij z’n strot gijpen, dat gaat niet.’
Dat verwacht je dan eigenlijk. De boef achter de tralies en Kees komt terug met een zak geld.
‘Maar dat is helemaal niet de bedoeling! Ik breng verslag uit van iets. En ik doe onderzoek, dus als extraatje laat ik zien hoe die oplichting is gegaan en wie erachter zit, en dan bel ik aan bij de motherfucker die het deed. Dat vind ik eigenlijk al vrij veel, vind je niet? Dat doet niemand. Zou best gek zijn als ik opeens een politiemacht zou zijn. Ik vind dat ook niet mijn taak als journalist, dus ik laat dingen zien, ik stel dingen aan de kaak. Ik klaag aan. Verdedig. Wat Peter altijd zei. Dat is het eigenlijk.’
Hoe ging dat riedeltje ook alweer van Peter R. de Vries? ‘Goedenavond, en welkom bij het programma dat...’
‘“...onderzoekt, ontmaskert, aanklaagt, verdedigt en vanavond laat zien...” Wij zijn journalisten, hè. Vergeet dat nooit. In de helft van mijn uitzendingen los ik het op en in de andere helft... Het is een beetje om en om. Ik laat wel zien wat het verhaal is, dat is mijn doel. Ik eindig zelfs een keer in zo’n boilerroom voor iemand die is opgelicht door een bitcoin boy. Wie doet dat nou? En als het resultaat tegenvalt, dan maak ik die uitzending niet.’
Hoe vaak heb je al reizen voor niks gemaakt?
‘Twee. Eentje naar Ghana en een naar Spanje. Van de honderd. Als het er niet is, is het er niet. Wat ik zeg: het gaat er mij om te laten zien wat het verhaal achter de oplichting is. Iemand zit in Nederland achter z’n computer en is opeens 10.000, 20.000 of 100.000 euro kwijt aan iets wat ie niet weet. En ik ga er gewoon heen en bel aan bij die gast. Hoe vet is dat? Dat vind ik al een verhaal.’
Je maakte bij SBS6 ook het programma Graf zonder naam, waarin je anonieme doden identificeerde. Komt daar bij RTL een vervolg op?
‘Ik heb toen zeven anonieme doden thuisgebracht. Dat vond ik eigenlijk een van mijn mooiste formats, maar op een gegeven moment bloedde dat dood. SBS6 vond het een beetje te NPO. Een beetje te docu-achtig. Of ik dat een belediging vond? Dat vond ik juist een eer. Ik heb één uitzending gemaakt voor RTL als special aan het eind van mijn oplichtersreeks en ben er nu weer met eentje bezig. Een jongen uit Kenia, die in een wielkast in een vliegtuig zat en werd ontdekt op Schiphol. Daar zagen ze een stuk kleding uit de klep flapperen. Toen ging iemand kijken met een zaklamp en die scheen zo die dode jongen in z’n ogen. Die vent schrok zich helemaal rot. Er blijkt uit oude archiefstukken dat ie een studentenpasje op zak had. Ligt al zeven jaar in een anoniem graf. Terwijl ie gewoon een studentenpasje had. Gaan we kijken of het lukt om hem thuis te brengen.’
Met Peter R. de Vries kreeg je in 2008 een Emmy Award voor jullie door 7 miljoen mensen bekeken reportage over Joran van der Sloot en zijn betrokkenheid bij de verdwijning van Natalee Holloway. Jij onderhield het directe contact met informant Patrick van der Eem. Was hij jouw ontdekking?
‘Nee, hij was gewoon iemand die ons, Peter of de redactie, benaderd had, dat weet ik niet meer precies. Zo gaan die dingen. En die had dat verhaal. Toen hebben we hem uitgenodigd bij Peter op kantoor, daar vertelde hij dat en toen zeiden wij: “Het zal wel.” Maar hij zei: “Die Joran eet uit mijn hand.” Dus toen heeft hij Joran op de speaker gebeld en hoorden we al meteen dat Joran helemaal zo was van: “Hé Patrick, mattie. Hoe is het?” Je hoorde meteen dat ie in de ban van hem was. Dus toen zeiden we: “Dan gaan we het maar doorzetten.” En toen hebben we het samen gedaan. Patrick was nogal een lastig sujet. Was een eigenwijze vent. Het is een crimineeltje, ook. Dus die moest ik dan een beetje pappen en nathouden. Die Emmy staat nu bij mij.’
Hoe kijk je op die zaak terug? Want het was natuurlijk een fantastisch programma, maar haar verdwijning is niet opgelost en Joran is er nooit voor veroordeeld. Zit je dat nog dwars?
‘Ik vind dat het wél is opgelost. Die bekentenis bij ons was zeer authentiek. Joran heeft een heel slim spel gespeeld. Nadat de politie ontdekte dat hij had gelogen over dat ie Natalee die nacht had afgezet bij het hotel, is ie daarmee geconfronteerd en sindsdien heeft hij zijn mond gehouden. Heeft ie niks meer gezegd. Nooit meer. Hij heeft gewoon z’n bek gehouden. In 2008 hadden wij de eerste uitzending over Natalee, dus drie jaar later biecht hij in de beslotenheid van onze auto iets op aan een vriend, wat echt perfect overeenkwam met de verdenkingen die er waren. Want hij was 17, zij was stomdronken en had al coke gesnoven vanaf 10 uur ’s ochtends. Ze waren geil. Ze hebben in een kroeg belly shots gedaan. Hij liep haar te versieren. Zij is meegegaan met de auto. Achterin op een scherm hebben ze porno gekeken. Die twee vriendjes van Joran reden ze naar het strand. Dus ze waren dronken en bokgeil. En het lichaam is weg. Er is eigenlijk maar één verklaring. Een jochie van 17, meisje raakt buiten westen... Hij heeft dus eigenlijk precies verteld wat iedereen al dacht. Zij begon opeens te trillen en te schudden en hij denkt: fuck, wat moet ik hiermee? Hij heeft natuurlijk gedacht: mijn vader is rechter in opleiding en ik zit nu met een lijk. Dus hij heeft zich ontdaan van het lijk. Hij was al bij zee. Het is heel logisch dat ie dat lichaam in zee heeft gegooid.’
Hij heeft haar niet vermoord?
‘Waarom zou ie? Er is totaal geen motief. Totaal niet. We weten wel dat zij weg is. Het kan natuurlijk heel goed dat zij een toeval heeft gehad, en misschien was ze wel niet dood. Hij is natuurlijk geen arts, zodat ie dat kon vaststellen. Maar hij heeft iemand gebeld en met een bootje hebben ze haar weggevaren en overboord gegooid. Toen hij dat logische verhaal bij ons vertelde, is ie daarna als een idioot belachelijke verhalen gaan rondstrooien om zich als leugenachtig voor te doen, zodat iedereen zou zeggen: “Niks klopt van wat die vent zegt. Ze is ontvoerd. Ze is dit, ze is dat. Het is gewoon een fantast.” Heel slim van hem, maar dit is de waarheid. En waarom is ie niet veroordeeld? Het wegmaken van een lijk, als je 17 bent en minderjarig, daar staat maximaal een halfjaar op. En daar zou Aruba dan een heel perscircus voor over zich afroepen met uiteindelijk een zeer onbevredigende veroordeling? Dus ik denk eigenlijk gewoon dat wij die zaak hebben opgelost. Dat weet ik eigenlijk wel zeker.’
Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu. Vanaf nu verkrijgbaar.
- BrunoPress