Raymond Thiry: 'Wat een rotkop, dacht ik vroeger'

Het grote publiek kent hem als Luther uit Penoza of als rechterhand van Ferry Bouman in Undercover. Maar ook de rest van Europa gaat kennismaken met Raymond Thiry (63). Op 12 december start bij Fox namelijk de nieuwe internationale serie The Net, met Thiry in de hoofdrol. Een gesprek over zijn markante kop, zijn drie kinderen bij lesbische vrouwen en zijn langdurige relaties. ‘Seks heeft voor mij iets met intimiteit te maken en dat deel ik maar met enkelen.’

Raymond

Gefeliciteerd met je prachtrol in de nieuwe internationale Fox-serie The Net. Pak je pr-podium even en stort eens wat info over ons uit?

‘Haha, de zender heeft deze dag inderdaad ingepland met allerlei promodingetjes. Zo’n groot interview in jullie blad helpt de serie natuurlijk aan wat extra bekendheid. The Net draait om allerlei toestanden en verwikkelingen in het internationale topvoetbal. Ik speel Jean Leco, het hoofd van de World Football Association.’

Buiten Nederland heb je wel meer dingen gedaan, je speelde al in Duitse films en series en in een internationale oorlogsfilm. Maar betekent je glansrol in The Net een revolutionaire, internationale doorbraak voor je?

‘Zo zie ik dat helemaal niet. Het is een project dat aanslaat of niet. De producent probeert de serie te verkopen aan allerlei landen als Brazilië, Spanje, Portugal, Frankrijk en noem maar op. Ze proberen een reeks te maken met aan voetbal gerelateerde verhalen met dezelfde personages. Het zou feestelijk zijn voor de werkgelegenheid als ik ineens in een Franse voetbalserie speel of in een Portugese serie terechtkom. Maar ik denk nooit in termen van doorbraak; ik werk gewoon lekker en in Nederland heb ik ook hartstikke leuke projecten lopen. Het is ook mijn ambitie niet om internationaal door te breken, omdat ik het over het algemeen minder gezellig vind op internationale sets.’

Wat is daar ongezellig aan?

‘In Nederland ken ik inmiddels zo verschrikkelijk veel mensen; je komt steeds weer oude bekenden tegen van het licht, make-up of kleding. Regisseurs ken ik, acteurs natuurlijk ook: het is een soort warm bad om in Nederland te acteren. Je wordt niet geacht om in je trailer te zitten, zoals in het buitenland; daar willen ze zicht op je houden. Je raakt op een buitenlandse set al gauw in een soort isolement en daar gedij ik niet goed bij: ik werk om onder de mensen te zijn. Ik wil gewoon een gezellige dag hebben. Dat heb ik in Nederland eerder dan in het buitenland. Behalve dan in Duitsland, daar ken ik inmiddels ook aardig wat mensen. Duitsers behandelen je met alle egards die een ster in hun ogen dient te hebben, maar zodra ze zien dat je jezelf opstelt als gewoon iemand van de crew, dan maak je heel snel vrienden. Maar nogmaals, ik denk niet aan een doorbraak in de internationale acteerwereld, ik zit niet handenwrijvend op de bank van: nu gaat het beginnen.’

Jammer, want we zien in jou ook wel een James Bond.

‘Haha, daar ben ik een beetje te oud voor.’

Je hebt de looks, de uitstraling, het Engels, sexappeal, de gevaarlijke blik en de acteerskills.

‘Ik snap wel wat je bedoelt met het uiterlijk; ik heb mazzel dat ik een goeie kop heb. Ik ben gezegend met een fotogeniek hoofd, dat is zo. Blauwe ogen en genoeg haar. Ik ben niet uitzonderlijk knap of zo, maar ik zie wel dat het er op sommige foto’s goed uitziet. Vroeger dacht ik dat ik een rotkop had, maar dat valt dus mee. Wat betreft mijn figuur heb ik een duidelijke afspraak met mezelf gemaakt en die ligt ten grondslag aan mijn vader. Hij had gebokst en was Amsterdams kampioen turnen geweest, maar hij stierf wel met 30 kilo overgewicht. Ik wil niet zwaarder worden, 65 kilo is the bloody limit. Waarom zou ik een tas met 20 kilo spek voor lief nemen? Of net als veel mensen me straks weer door de feestdagen vreten en alles naar binnen proppen wat je lekker vindt? Ik ben wel hardnekkig door blijven roken, net als mijn vader deed, maar ik combineer het niet met overgewicht. Dat scheelt ook als mensen proberen in te schatten hoe oud ik ben. Wie dikker is, wordt ouder geschat, want voor een pens van enige omvang heb je jaren nodig. Als ik slank ben, blijf ik wat tijdlozer.’

Hoe hou je de vetkwabben uit je leven?

‘Ik sport niet echt; ik fiets veel en ik heb een stang in de badkamer waar ik me tien keer aan optrek met de beentjes vooruit. Dagelijks doe ik dertig push-ups en vijftig sit-ups. Voor mijn vak moet ik een beetje fit blijven; dikke acteurs van mijn leeftijd hebben ze genoeg. Ook zwem ik een beetje om het lichaam soepel te houden. Maar dan alleen in het recreatiebad hoor, lekker van de glijbaan naar beneden roetsjen en met een duikbril naar de bodem zwemmen en dan weer omhoog.’

Wacht even: horen we het nou goed dat de meedogenloze moordenaar Luther uit Penoza in zijn vrije tijd gierend van de pret van de glijbaan gaat in een subtropisch zwemparadijs?

‘Haha, ja hoor. Maar Luther heeft dan vrij hè. Dit is Thiry die glijdt, vier, vijf keer achter elkaar en dan zo hard mogelijk. Dus op je schouderbladen en hielen, de rest van het lijf span je omhoog zodat je daarmee de glijbaan niet raakt. Dan kegel je als een soort bobslee naar benee. Boven bij de start druk je op een knop, beneden zie je je tijd. Dat record wil ik steeds verbeteren. Heel kinderachtig, maar ook dat is een deel van mij.’

Schuilt er nog een jongetje achter die markante mannenkop?

‘Alleen maar. Ik ben allesbehalve een volwassen vent. Ik heb me bijvoorbeeld aan alle verantwoordelijkheden onttrokken die een man in zijn leven tegenkomt: huwelijk, vrouw, kinderen.’

Je vrouw heb je van je afgeschud?

‘Dat niet. Ik ben altijd heel trouw en heb vrijwel alleen maar lange relaties gehad, maar nog nooit echt samengewoond. Daar ben ik toch te speels voor of zo. Ik zie mezelf ook niet aan het eind van een werkdag op de bank hangen met een partner. Het werk dat ik doe is vaak ook te verschillend. Onregelmatig en gewoon anders.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu. Nu verkrijgbaar!

Column
  • Andries Jelle de Jong