Dave von Raven: 'Ik ben al drie keer gevraagd voor Expeditie Robinson'

Na twee jaar niksdoen dacht The Kik-voorman Dave von Raven (41): moet ik dat nog wel doen, door heel Nederland touren? Hij werd al moe van het idee dat hij weer overal naartoe moest, in zo’n zaal met mensen die allemaal iets van je willen, na de show op de foto met mensen, cd’tjes verkopen. ‘Mensen verwachten dat ik in het echt net zo ben als op televisie hè, altijd vrolijk en energiek.’

Dave von Raven

Hoe kijk jij terug op het afgelopen muziekjaar?

‘Vanaf februari mocht en kon alles weer, na twee jaar niksdoen. Of nou ja, niksdoen. Ik heb van alles gedaan, waaronder meedoen aan tvprogramma’s en een kindje maken met mijn vrouw. Maar het was een heel ander leven dan ik hiervoor leidde, met elke week vier of vijf optredens. Ik dacht: moet ik dat nog wel doen, door heel Nederland touren? Ik werd al moe van het idee dat ik weer overal naartoe moest, in zo’n zaal met mensen die allemaal iets van je willen, na de show op de foto met mensen, cd’tjes verkopen. Ik ben nooit iets anders gewend geweest, maar als je twee jaar lang andere dingen doet, dan kom je tot rust en ga je ontdekken wat er nog meer mogelijk is in de wereld.’

In hoeverre had je tegenzin te maken met het kersverse vaderschap?

‘Heel erg. Ik concentreer me altijd op één ding en daar ga ik dan helemaal voor. Voor corona was dat muziek maken en optreden, maar vanaf het moment dat die kleine is geboren, op 28 december 2021, zat ik daar helemaal in. Luiers verschonen, nachtvoedingen, noem het allemaal maar op, joh. Daar had ik me het afgelopen jaar helemaal op zitten focussen, zeg maar. Ik zag niet voor me hoe ik dat ging combineren met optreden, want in het verleden was ik overdag altijd vrij. Lang uitslapen, een beetje lanterfanten, naar je optreden, diep in de nacht weer thuis. Dat kan natuurlijk niet als je een baby in huis hebt. Ik vond het spannend hoe dat zou lopen, maar het gaat eigenlijk best goed. In de eerste plaats omdat het een lief meisje is, daar hebben we mazzel mee. Maar het is ook gewoon prima te doen om er na een optreden om een uur of half 8 ’s ochtends uit te gaan. Dat is nog laat, als je een baby’tje hebt. Maar gelukkig neemt mijn vrouw de vroege dienst op zich.’

Je bent tegenwoordig ook regelmatig op tv te zien. Is dat een bewuste keuze of uit nood geboren?

‘Het leukst van alles is lekker thuis zijn met mijn dansorgel en m’n gezin, maar je moet ook werken. Televisie is iets wat ik kan en waar ik ook wel wat centjes mee verdien. Spelletjes die niet gerelateerd zijn aan mijn vak, daar zal ik niet zo snel – of eigenlijk: liever niet – aan meedoen. Maar iets als Secret Duets, waarin ik als panellid een duet zing met een bekende gast, vind ik echt leuk. Zulke tv-programma’s zijn ook goed voor de band, voor onze zichtbaarheid. Als mensen je op televisie zien, dan vinden ze ook leuk om je in het echt te ontmoeten. Tel je dat bij elkaar op, dan is het slim om televisie te doen. Maar een hele ochtend in een kleedkamer zitten en wachten totdat het eindelijk eens begint, dat vindt niemand leuk.’

Meedoen aan een tv-programma is niet feestelijk, maar gewoon werk.

‘Ja, maar wel werk wat ik kan. Wat ik daarbij belangrijk vind, is dat ik geen onderdeel word van de vaste clientèle. Je weet wel, de BN’ers die je in alle spelletjes ziet rondlopen. En het moet bij mij passen, natuurlijk. Ik ben al drie keer gevraagd voor Expeditie Robinson en volgens mij voor Wie is de Mol? ook al drie keer, maar heel eerlijk: ik zie mezelf niet in de jungle van Thailand lopen. Ik heb nogal last van heimwee, dat had ik als kind al. Ik was nooit ziek, maar na drie dagen Frankrijk was het schijten, kotsen en hoesten en dat kwam gewoon omdat ik naar huis wilde. Als ik ergens heb opgetreden, dan kan ik me er echt op verheugen om weer in mijn eigen wereld te zijn. Ik wil alles doen, maar ik wil elke avond weer thuis zijn. Dus ook niet één nachtje ergens blijven slapen.’

Dus jij gaat nooit op vakantie.

‘Heel weinig. En als we het heel af en toe weleens doen, dan is het altijd gewoon met de auto. Ik vind het leuk hoor, om ergens naartoe te rijden en onderweg te zijn, maar dan wel met de gedachte dat als ik dat zou willen diezelfde avond weer in mijn pyjama met sportauto’s voor mijn eigen tv thuis kan zitten. Met het vliegtuig ga ik nooit. Daar heb ik echt een hekel aan. Ik vind het vliegen zelf niet eens zo erg, maar zo’n vliegveld... Ik rook niet meer, maar je mag niks en hebt allemaal van die restricties en zo. Zodra je voorbij de douane bent, is er geen weg meer terug. Er kan niets, je kunt nergens heen. Dat is voor mij de hel.’

Je zei laatst in Secret Duets: ‘Ik heb overal last van. Ook van dingen waar mijn donkere zonnebril niet bij helpt.’ Waar doelde je op?

‘Ik ben een vrije geest, ik wil vrij zijn. Daarom vond ik die hele coronaperiode ook zo’n lastige tijd, omdat je ineens van alles moest. Of juist niet mocht. Ik weet dat er in de geschiedenis tijden zijn geweest waarin het tien keer erger was, maar ik heb de Tweede Wereldoorlog nooit meegemaakt. Ik heb alleen dit, deze pandemie als referentie, waarin alle ambiance verdween. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad.’

En hoe zit het met die eeuwige donkere zonnebril?

‘Dat is iets wat mensen maar blijven vragen:

“Waarom heb je een zonnebril met donkere glazen op?” Omdat het image is, alleen is dat niet leuk om te horen. Het verhaal begon toen ik een keer een donkere Ray-Ban van iemand leende toen we ergens speelden waar de zon nogal fel scheen. Ik heb één oog met donkere wimpers en één oog met lichte wimpers, dus die donkere zonnebril maakte het allemaal wat egaler, zeg maar. Eerder had ik nog nooit een merkzonnebril gekocht, het waren altijd van die dingen van Kruidvat. Ik dacht: dit ziet er verdomd goed uit, dus ik ga zelf ook zo’n ding kopen. Vanaf dat moment heb ik ’m opgehouden, ook omdat ik een bril nodig heb voor de sterkte. Heel lang heb ik ’m elke dag gedragen, ook thuis. Ik was er zo aan gewend dat ik niet eens meer doorhad dat ik een zonnebril droeg, maar op een gegeven rij je ’s avonds in het donker naar huis en dan is het toch wel heel donker, hoor. In de coronatijd dacht ik bij mezelf: je hoeft niet de hele dag 24 uur lang het binkie uit te hangen dat een soort van beroemd wil worden. Dat wordt ook een beetje sneu, weet je wel.’

Betekent dit ook dat je jezelf niet meer gaat kleden alsof je een van The Beatles bent?

Pakt zijn shirt beet: ‘Ik heb nu gewoon een trui van Scapino aan. Weet je, je wordt ouder, hè? En ik ben ook wat dikker geworden. Dat komt door de drank: ik hou van bier, ik hou van wijn, ik hou van sterke drank. Als je over je buikje van die sixties overhemden blijft aantrekken, pimpelpaars met balletjes erop, dan word je door niemand meer serieus genomen. Het is ook nog eens zo dat ik op straat de laatste tijd veel word herkend. Dat vind ik niet erg, want het betekent dat ik nog hot ben, maar je kunt er ook zelf iets aan doen om dat soms een beetje te dimmen.’

Hoe doe je dat?

‘Een Puma-petje op mijn hoofd zetten, een gewone bril dragen en een Scapino-trui en een Cars-jeans aantrekken. Dan kijkt er niemand naar me, wat als voordeel heeft dat ik zelf kan kiezen: heb ik vandaag zin om niet op te vallen of om met mensen van holadijee te doen? Mensen verwachten dat ik in het echt net zo ben als op televisie hè, altijd vrolijk en energiek. Maar daar kan ik maar deels gehoor aan geven. Het is net als met iemand die bij de KLM werkt, die zal thuis ook niet de hele tijd zo vriendelijk zijn als achter de klantenbalie. Je wilt soms gewoon even uit staan, zeker als ik ergens met die kleine ben. Laatst gingen we naar een kinderboerderij en pakt een gozer me bij mijn schouders beet, draait me om naar het terras en gaat naar me lopen wijzen: “Een bekende Nederlander, een bekende Nederlander!” Dat is heel erg ongemakkelijk, ook omdat er altijd mensen bij zitten die zoiets hebben van: wie is dat dan? Waar moeten we hem van kennen? Of ze denken: o ja hoor, die gast denkt ook dat hij heel wat is, nou, wij vinden hem helemaal niks. Dat is allemaal best grappig als je er zin in hebt, maar als ik de aandacht zelf een beetje kan sturen, dan doe ik dat graag.’

Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Interview
  • Guy Kokken