James Worthy

'Haalbare wensen'

‘Mijn vrouw is een beste wens. Mijn zoon is een beste wens. Dat ik al 25 jaar geld verdien met schrijven is een droom die maar blijft uitkomen’

James Worthy

Ik loop met drie gevulde koeken en een halfje wit richting de uitgang, maar dan roept de bakker nog iets. ‘De beste wensen!’ Hij steekt zijn duim de lucht in, voordat hij een saucijzenbroodje in een papieren zakje laat glijden.

Mijn duim gaat ook de lucht in, maar met tegenzin. Vroeger had ik veel wensen. Goede wensen. Misschien wel de beste wensen, maar al mijn beste wensen zijn op. Ik smacht niet meer naar dingen. Ouder worden is tevreden toekijken hoe alle verlangens worden verkort.

Ik hoef niet meer te smachten, want alles wat ik ooit wenste, ligt thuis op mij te wachten. Mijn vrouw is een beste wens. Mijn zoon is een beste wens. Dat ik al 25 jaar geld verdien met schrijven is een droom die maar blijft uitkomen. Het blijft maar uitkomen als een doelman die zijn doel probeert te verkleinen. Ik voetbal op maandagavond en hou op een papiertje bij hoe vaak ik scoor. In 2022 heb ik 113 doelpunten gemaakt. Dat is meer dan ik ooit had kunnen wensen. Het doel is nog nooit zo groot geweest.

‘Ik denk dat al mijn beste wensen op zijn, bakker,’ zeg ik.

‘Maar heb je geen dromen meer dan, jongen? Je bent toch veel te jong om geen dromen meer te hebben?’ vraagt hij.

‘Ik weet niet of het goed is als we een leeftijdsgrens aan tevredenheid gaan hangen. Ik ben namelijk echt tevreden. Mijn boeken liggen in de winkel, mijn zoon ligt in zijn stapelbed en mijn vrouw en ik liggen op het strand. Ik heb niet alles op een rijtje, maar alles ligt wel op een rijtje. Alles wat ik wilde worden, ben ik geworden. Als ik nog meer zou wensen, zou ik me gulzig voelen. Onverzadigbaar. Wat zijn uw beste wensen dan, bakker?’

‘Het was een moeilijk jaar voor bakkers. Onze grondstoffen werden duurder en de energieprijzen zijn nog nooit zo hoog geweest. Ik wens dat de dingen weer een beetje normaal worden. Ik wil gewoon brood verkopen. Net als mijn vader en net als zijn vader. Ik wil vroeg uit de veren. De geur van vers brood voelt voor mij als uitslapen. Ik wens dat ik geen 7 euro meer voor een simpel broodje kaas hoef te vragen. Soms schaam ik me dood als ik een bedrag in ons pinapparaat tik. Iedereen zou mijn brood moeten kunnen kopen. Het is geen kaviaar, weet je wel? Maar wens je geen wereldvrede dan?’ vraagt de bakker. Zijn haar is witter dan tarwebloem.

‘Dat is een onwensbare wens. Dan kan ik net zo goed hopen op een stokbrood dat na twee dagen nog eetbaar is.’

‘Dat gaat helaas niet gebeuren.’

‘Dat bedoel ik. Uit een wens die niet haalbaar is, komt alleen maar teleurstelling en onvrede.’

‘Ik wens je de haalbaarste wensen, jongen,’ glimlacht de bakker.

‘Van hetzelfde. De haalbaarste wensen, bakker.'

Column
  • iStock