Bart Nijman

'Een woordloze column, zodat niemand zich gekwetst voelt'

‘Wat gisteren niet meer door de beugel kan, wordt vandaag aangepast. Wat vandaag wordt neergepend, wordt morgen opgeschoond en die kaders worden steeds krapper’

Bart Nijman

Hier hadden woorden kunnen staan. Welgeteld 450, want dat is de enige beperking waar dit cursiefje aan gebonden is. Nooit en te nimmer heeft de redactie van Nieuwe Revu me in de bijna vijf jaar dat ik columns mag schrijven voor het roemruchte blad me een strobreed in de weg gelegd in hoe, waarmee en op welke toon ik die 450 woorden invul. Maar de tijden veranderen.

Om te voorkomen dat de column die hier en nu op deze plek in dit tijdschrift staat, in de toekomst onder druk van sensitiviteitslezers, beroepsslachtoffers, cultuurmarxisten of censors van een andere steile stempel wordt aangepast, herschreven of ronduit verboden, kies ik ervoor om deze week geen woorden te gebruiken. Want woorden doen er toe en woorden kunnen kwetsen.

Wat gisteren niet meer door de beugel kan, wordt vandaag aangepast. Wat vandaag wordt neergepend, wordt morgen opgeschoond en die kaders worden steeds krapper. Vraag maar aan wijlen Roald Dahl of Ian Fleming. Daarom doop ik het lege vel in Pages vandaag in benauwde digitale inkt en besluit ik heden geen woorden te gebruiken.

Mocht immers na vele vruchteloze pogingen daartoe onverhoopt op een kwade dag als deze toch een zin in me opwellen die van enige creativiteit, stijl en prikkelende waarde getuigt, dan kun je er donder op zeggen dat wanneer ik hem hier neerschrijf deze editie van Nieuwe Revu volgend jaar bij de kapper en de huisarts met gepast geweld uit de leesmap gerukt zal worden om via de prullenbak richting vuilverbrandingsovens te worden vervoerd.

Hoewel de hoofd- en eindredactie van Revu gelukkig nog niet door het gif van de creatieve krampachtigheid geïnfecteerd zijn, kun je maar beter preventief met je tijd meebewegen. Op mijn 41ste ben ik al vaker ‘boomer’ genoemd dan me lief is, omdat ik liever het neutrale ‘blank’ blijf gebruiken dan het lelijke, politiek geladen ‘wit’, of omdat ik soms weleens uitschiet en een persoon met een baarmoeder van zichtbaar bovengemiddelde proporties reduceer tot een ‘dik wijf’.

In mijn defensief jegens alle dikke wijven: vanwege de dagelijks geactualiseerde reinheidseisen die aan de Nederlandse taal worden gesteld, is het beschrijven van een vrouw dermate gecompliceerd geworden dat een kader van 450 woorden zich sneller vult met voorwaarden dan met inhoud. Hoe ouderwets het ook is, soms ben je dan helaas gedwongen om ergens een bocht af te snijden om op woorden van vrome vorm te besparen, teneinde wat ruimte over te houden voor woorden van specifieke inhoud.

Maar vandaag hoeft de sensitieve lezer geen vrees te hebben voor dergelijke onmacht bij schrijver dezes. Vandaag geen woorden. Ik hoop dat de redactie, die tot dusver alles heeft geaccepteerd, me vergeeft dat ik vandaag 450 woordloze woorden aanlever.