Vrouwenhaat in de straat: groeiende angst door (seksuele) intimidatie

Meisjes en vrouwen voelen zich massaal onveilig op straat. Van Amsterdam tot Oldenzaal en van Groningen tot Maastricht worden ze nagefloten, gevolgd, uitgescholden, bedreigd of betast. Het probleem is al jaren bekend, maar een oplossing blijft uit. Om te schetsen hoe straatintimidatie voor jonge vrouwen voelt, wandelden we een middagje mee met een ervaringsdeskundige. ‘Er lopen hier heel veel mannen rond waar ik mij niet prettig bij voel. Ik voel ze allemaal kijken.’

Straatintimidatie

‘Gisteren fietste ik op straat. En maakte ik oogcontact met een jongeman. Voor hem reden om mij uit te schelden en met een bierblikje te bekogelen.’ Met dit Instagram-bericht klapte Geraldine Kemper drie maanden geleden uit de school: zij voelt zich vaak niet veilig in haar eigen stad. ‘Die avond liep ik terug van een meeting,’ vervolgde de Amsterdamse presentatrice.

‘En in een straat waar verder niemand liep kwam een man naar mij toe gelopen. Ik voelde het al. Soms voel je het. De man komt veel te dicht bij mij lopen. Blijft hangen en zegt op een vieze toon: “Goedenavond hè?” En nee, dat was niet een gezellige ‘goedenavond.’ Ik was echt bang. Gelukkig liep ie door. Dit was een gewone dinsdag. Niet alle dagen zijn zo. Maar het blijft toch bizar dat ik soms bang ben in mijn eigen stad.’ Kemper is niet de enige. Vraag aan tien jonge vrouwen in Amsterdam of zij zich veilig voelen in hun stad en zeven of acht zullen een antwoord geven als: ‘niet echt’, ‘soms’, of ‘nooit.’ Reden: ruim driekwart van de meisjes en jonge vrouwen in de hoofdstad kreeg in 2022 te maken met straatintimidatie. De één werd nagefloten, de ander ingeklemd in een donker steegje. Weer een ander werd vastgehouden. Sommige vrouwen werden onder gespuugd. De Amsterdamse dienst Onderzoek en Statistiek, die eerder dit jaar met deze cijfers kwam, ondervroeg ruim 5000 meisjes en vrouwen hoe vaak en op welke wijze zij op straat geïntimideerd worden. De meesten van hen noemden nafluiten en seksuele opmerkingen. 5% werd weleens in het nauw gedreven. 2% heeft, al dan niet herhaaldelijk, te maken gekregen met betasting. De cijfers zijn niet nieuw: al sinds 2018 wordt deze meting gedaan en al sinds 2018 blijven de uitkomsten gelijk: een ruime meerderheid van Amsterdamse meisjes en vrouwen voelt zich niet veilig op straat.

Bedreigingen

Maar niet alleen in de hoofdstad worden zij volop nagefloten, beledigd en bedreigd. In 2019 kreeg twee derde van Arnhemse meisjes en vrouwen te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag. En vorig jaar troefde Utrecht alle andere steden af met de meeste meldingen. In die stad is twee jaar geleden een meldpunt ingevoerd voor gevallen van straatintimidatie. Het einde van de stijgende lijn van die meldingen lijkt nog (lang) niet in zicht. Rotterdam volgt Utrecht op de voet. En zelfs in een kleine Overijsselse gemeente als Oldenzaal blijkt straatintimidatie een hardnekkig probleem. ‘In Oldenzaal durft niet iedereen meer alleen over straat te gaan, doordat de kans op intimidatie – of bedreigingen – te vaak aanwezig is,’ meldde de lokale VVD vorig jaar in dagblad Tubantia. Cijfers hebben ze niet, maar het zou gaan om ‘een grote groep inwoners, die zich steeds vaker onveilig voelt’. Opmerkelijk: straatintimidatie beperkt zich volgens verschillende onderzoeken niet tot meisjes en vrouwen die systematisch worden lastiggevallen. Een derde van de mannen wordt weleens op straat beledigd, lastiggevallen of bedreigd. Lesbische, homoseksuele en biseksuele stedelingen zijn weer vaker de pineut. In de hoofdstad geldt dat voor meer dan de helft van deze bevolkingsgroep.

In Amsterdam zou, volgens het meest recente onderzoek van de dienst Onderzoek en Statistiek, gestaar, gesis en gedreig het vaakst voorkomen in het centrum. Hoe erg is het precies? Om die vraag te kunnen beantwoorden volgen wij Angela (34), een horeca-onderneemster uit Deventer, op een wandeling door de binnenstad. Het is een zonnige dinsdagmiddag en de hoofdstad is, zoals altijd, erg druk. Angela draagt een alledaags, zomers jurkje en wandelt vanaf het Centraal Station over het Damrak richting De Dam. Wij, de verslaggever en de fotograaf, volgen haar op gepaste afstand, zo onopvallend mogelijk. Al na dertig seconden lijkt het raak. Een man met een stoppelbaardje, blauw petje en zwarte trui hangt tegen een muurtje en ziet Angela voorbij wandelen. Hij draait een jointje, maar pauzeert even om zijn ogen de kost te geven. Als Angela de weg al lang en breed is overgestoken, staart de man nog steeds. Totdat hij beseft dat zijn jointje nog niet volledig gerold is. We lopen verder op het drukke Damrak. Al direct loopt een slonzig gekleed figuur direct op Angela af. In alle drukte heeft de man alleen maar oog voor haar. De licht getinte man komt dichtbij, voorbij het punt waar men normaal gesproken uitwijkt om een ander te passeren. Zijn blik is niet bepaald vriendelijk. Kort daarna passeren we Pizzeria Marco Polo, een toeristentrekpleister. Een bediener kijkt zwoel naar onze passerende figurant en mompelt daarbij iets in zichzelf. Zijn blik zakt al snel zuidwaarts. Ook ver nadat hij gepasseerd is mompelt de barman nog steeds in zichzelf, starend naar Angela’s benen en billen. ‘Hij fluisterde iets naar mij, maar ik hoorde niet wat precies,’ zegt Angela even verderop. ‘Godzijdank. Gadver.’

‘Ik was echt bang. Gelukkig liep ie door. Maar het blijft toch bizar dat ik soms bang ben in mijn eigen stad.’

Geraldine Kemper

Op De Dam maken honderden toeristen selfies met levende standbeelden, eten mensen hotdogs en kijken dagjesmensen vanaf de stenen bankjes om zich heen. Angela bestelt bij een kraampje een hotdog. Pal ernaast staan vier bouwvakkers, wat oudere mannen, te lunchen. Twee van hen staren schaamteloos naar Angela. Zij doet alsof zij niets in de gaten heeft, maar zegt later: ‘Ja, dat zag en voelde ik echt wel. Heel naar.’ Zodra Angela bij het kraampje wegloopt, kijken de vier bouwvakkers haar een lange poos na. Op een stenen bankje, iets verderop, eet zij haar broodje. Een oudere man, een zestiger, knoopt met haar een gesprekje aan. ‘Het was gewoon een vriendelijke man. Denk ik,’ zegt Angela later over het korte gesprekje. Ik vertel haar hoe haar gesprekspartner haar nastaarde, nadat zij bij hem wegliep: verlekkerd. Hij stak zelfs even zijn tongetje uit zijn mond. Angela schrikt er van. ‘Tjezus. Lekker dan!’

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Mens & Maatschappij
  • Joris van Gennip