Rusland kent een indrukwekkende lijst van vermoorde journalisten, mensenrechtenactivisten, zakenlui en politici. De slachtoffers hebben één overeenkomst: ze waagden het tegen tsaar Poetin op te nemen. Ze zijn vergiftigd of in koelen bloede geliquideerd, vaak zodat het op een ongeluk lijkt. Het was een daad van Russisch staatsterrorisme.
Fotografie Getty Images
Dat het bekritiseren van de Russische president Vladimir Poetin en zijn metgezellen niet zonder gevaar is, lijkt duidelijk. Verzet tegen het Kremlin en Poetin staat gelijk aan fysieke intimidatie of erger. Om de directe betrokkenheid van de president bij dergelijke kwesties te veronderstellen, of om hem als moordenaar te bestempelen, is echter te gemakkelijk. Poetin is geen bloeddorstig monster. Geen nieuwe Stalin. Maar hij gaat ook zeker niet vrijuit.
Inderdaad, Poetin heeft de schijn tegen en de feiten voeden vermoedens over persoonlijke betrokkenheid. Zeker in de gevallen van onderzoeksjournaliste Anna Politkovskaja en de liberale oppositieleider Boris Nemtsov lijkt hij geen schone handen te hebben. Toch is er nooit bewezen dat Poetin ook daadwerkelijk betrokken was bij een van de moorden of aanslagen op personen die hem bekritiseerden. Nu is dat in een autoritaire staat als Rusland vanzelfsprekend moeilijker te bewijzen dan in de gemiddelde vrije democratie, vanwege de vervaging en in sommige gevallen versmelting van de juridische en uitvoerende macht. Maar toch, onschuldig tot het tegendeel bewezen is, geldt voor iedereen. Ook voor autoritaire leiders.